Comparatives and superlatives

Goodmorning
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goodmorning

Slide 1 - Tekstslide

Today's program
- Reading
- Introduction
- Lesson aim
- Exercise
- Worksheet
- Closing

Slide 2 - Tekstslide

Reading: 10 minutes
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

What do you remember about comparatives and superlatives?

Slide 4 - Woordweb

Lesson aim

- I know what comparatives and superlatives are.

- I can use comparatives and superlatives correctly in a sentence.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Comparatives and superlatives

Slide 7 - Tekstslide

To do:
- Do exercise A, B and C on your worksheet (ZF).

- Done? Go to online lesson material and do the exercises of 'slim stampen' chapter 6.


timer
20:00

Slide 8 - Tekstslide

It's the ......... restaurant I've ever been to.
A
best
B
good
C
better
D
bad

Slide 9 - Quizvraag

This book is ......... than that one.
A
interesting
B
more interesting
C
interestinger
D
most interestig

Slide 10 - Quizvraag

A plane is ............ than a car.
A
fast
B
fastest
C
more fast
D
faster

Slide 11 - Quizvraag

Hoe maak je de comparative bij woorden met 1 lettergreep.
A
Dan voeg je -er achter het woord.
B
Dan voeg je -est achter het woord.
C
Dan voeg je more voor het woord.
D
Dan voeg je most voor het woord.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe maak je de superlative bij woorden met meer dan twee lettergrepen.
A
Dan voeg je -est achter het woord.
B
Dan voeg je most voor het woord.

Slide 13 - Quizvraag