MM 3.1 Tijd van de monniken en de ridders

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
MMMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Karel de Grote en het Frankische Rijk

Slide 2 - Tekstslide

Ridders en monniken
500 n.C                                                             1000 n.C

Slide 3 - Tekstslide


De tijd van de Ridders en Monniken 
duurde van .... n.C tot ...... n.C.

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

0

Slide 6 - Video


Welk volk namen de macht over in Europa?
A
Germanen
B
Franken
C
Romeinen
D
Saksen

Slide 7 - Quizvraag

Duitsland
Frankrijk
Nederland
Italië

Slide 8 - Sleepvraag

0

Slide 9 - Video


Waarom wilde Karel de Grote 
graag keizer zijn?

Slide 10 - Open vraag

0

Slide 11 - Video


Wat is adel?

Slide 12 - Open vraag


Wat is een edele?

Slide 13 - Open vraag

0

Slide 14 - Video

Karel de Grote gaf de                             een stuk land om te besturen.

                Een hertogdom gaf hij aan een 

                   Een                                gaf hij aan een graaf.

                   De adel moest                                leveren
edelen
hertog
graafschap
ridders

Slide 15 - Sleepvraag

0

Slide 16 - Video

Wat hoort bij de heer?
boer
hertog
besturen
graaf
kasteel
edele
ridders
keizer

Slide 17 - Sleepvraag

0

Slide 18 - Video


Wat is een andere naam voor een halfvrije boer?
A
edele
B
heer
C
horige
D
graaf

Slide 19 - Quizvraag


Leg uit waarom de boeren half vrij werden genoemd. 

Slide 20 - Open vraag


Wat weet jij van een ridder?
Noem twee woorden

Slide 21 - Open vraag

Les 2

Slide 22 - Tekstslide

Ridders en monniken
 ...                                                                             3000 v.C                         500 n.C                                                           1000 n.C

Slide 23 - Tekstslide


De tijd van de 
ridders en monniken was de tijd...
A
Karel de Grote
B
500 - 1000 n. C
C
De heren en de horigen
D
A + B + C

Slide 24 - Quizvraag

Paus:


Alle mensen in het Frankische Rijk moeten Christen worden

Slide 25 - Tekstslide


Karel de Grote stuurde ridders om de Paus te helpen.
Waarom hielp Karel de Grote de Paus?

Slide 26 - Open vraag

Karel de Grote

De Paus heeft mij tot keizer gekroond.
Ik heb hem beloofd te helpen

Slide 27 - Tekstslide

De Paus stuurde monniken om het Christendom te verspreiden 
Karel de Grote stuurde ridders om de monniken te beschermen

Slide 28 - Tekstslide


Wat weet jij van een monnik?
Noem twee woorden

Slide 29 - Open vraag

gekerstend = Christelijk gemaakt.

Jezus is geboren ten Zuiden van Europa in Israël 
Zuid-Europa is eerst gekerstend.
Noord-Europa pas later.
Nederland pas in de 8e eeuw (700-800 n.C) door:
Bonifatius
Willibrord

Slide 30 - Tekstslide


Welke dingen hebben met het 
Christendom te maken?
A
B
C
D
A + B + C

Slide 31 - Quizvraag

Priester = 
De baas van de kerk
Paus = 
De baas van de priesters

Slide 32 - Tekstslide

Preek =

De priester vertelt de mensen hoe ze volgens de bijbel moeten leven.

Slide 33 - Tekstslide

De volgende vraag gaat over deze afbeelding

Slide 34 - Tekstslide


De man in de gele cirkel is een ...
A
monnik
B
priester
C
Paus
D
keizer

Slide 35 - Quizvraag


Waarom hadden geestelijken zoveel macht?

Slide 36 - Open vraag

monnik
non
Klooster

Slide 37 - Tekstslide

De geestelijken op deze afbeelding zijn     
Zij wonen in een      
Zij konden

      
De geestelijken behoorden tot het     
monniken
klooster
lezen en schrijven
Christendom

Slide 38 - Sleepvraag

Geestelijken =
mensen, die werken in dienst van het geloof
Geestelijken hadden 
veel macht.
Zij vertelden hoe de 
mensen moesten 
leven.

Slide 39 - Tekstslide

0

Slide 40 - Video

Bisschop:
Horigen zijn stinkende, ongemanierde lomperiken.
Ze lijken meer op halve wilden dan op mensen.
Ze veroorzaken angst en moeten onder controle worden gehouden

Slide 41 - Tekstslide


Wat is een andere naam voor een halfvrije boer?
A
edele
B
heer
C
horige
D
graaf

Slide 42 - Quizvraag


Welke geestelijke zei dit?

Slide 43 - Open vraag


De bisschop had wel / geen respect voor de horigen
A
wel
B
geen

Slide 44 - Quizvraag