In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De klassenvertegenwoordiger
Slide 1 - Tekstslide
Zo voel ik mij na de eerste echte week
đđđđđ
Slide 2 - Poll
Bij een klassenvertegenwoordiger is er dus sprake van....
Slide 3 - Open vraag
De vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties door een of enkele betrokkenen die namens de groep optreden noemen we:
A
Gezag
B
Representatie
C
Klassenvertegenwoordiger
Slide 4 - Quizvraag
Een goede vertegenwoordiger?
Slide 5 - Tekstslide
Een klassenvertegenwoordiger is representatief voor de klas als
A
zijn of haar standpunten overeenkomen met die van de groep die hij/zij vertegenwoordigt.
B
zijn of haar standpunten NIET overeenkomen met die van de groep die hij/zij vertegenwoordigt.
C
hij of zij als vertegenwoordiger namens de klas optreedt.
D
hij of zij vooral zijn of haar eigen belang nastreeft.
Slide 6 - Quizvraag
Wat zou jij doen als de representativiteit van een klassenvertegenwoordiger slecht is?
Slide 7 - Open vraag
Zou jij je nog iets aantrekken van een klassenvertegenwoordiger die qua representativiteit slecht is?
A
Nee
B
Ja
C
Nee en ik zou een andere klassenvertegenwoordiger willen kiezen.
Slide 8 - Quizvraag
Het volk kwam in opstand omdat ze de macht van de vorsten en adel niet rechtvaardig of wettig vonden.
A
de vorsten kregen hierdoor minder macht
B
de vorsten kregen hierdoor meer macht
C
de vorsten kregen hierdoor minder gezag
D
de vorsten kregen hierdoor meer gezag
Slide 9 - Quizvraag
Representativiteit
Representativiteit kan in het politieke systeem op verschillende punten betrekking hebben zoals:
Achtergrondkenmerken
Standpunten
Besluiten
Pas dit aan op p. 140 in je boek.
Slide 10 - Tekstslide
1 Er wordt in de TK erg veel gedebatteerd over bezuinigingen in de ouderenzorg terwijl veel Nederlanders die bezuinigingen helemaal niet willen. Deze uitspraak heeft te maken met:
A
Representatie
B
Representativiteit
Slide 11 - Quizvraag
Vraag 1 representativiteit, omdat het hier gaat om de mate waarin standpunten overeenkomen.
Slide 12 - Tekstslide
2 Omdat er veel vluchtelingen in Nederland wonen vind ik dat zij ook in de TK moeten zitten. Zo krijgen vluchtelingen in NL ook een stem. Deze uitspraak heeft te maken met:
A
Representatie
B
Representativiteit
Slide 13 - Quizvraag
Vraag 2 representativiteit, omdat er gesproken wordt over de mate waarin achtergrondkenmerken overeenkomen.
Slide 14 - Tekstslide
Ik vind het een goede zaak dat koning Willem-Alexander namens Nederland op staatsbezoek gaat. Deze uitspraak heeft te maken met:
A
Representatie
B
Representativiteit
Slide 15 - Quizvraag
3 representatie, omdat de koning ons representeert in het buitenland. Het gaat hier niet over of de standpunten, achtergrondkenmerken of besluiten wel of niet overeenkomen.
Slide 16 - Tekstslide
4 Standpunten mbt dierenleed worden veel te weinig besproken in de TK terwijl er veel Nederlanders tegen dierenleed zijn. Deze uitspraak heeft te maken met:
A
Representatie
B
Representativiteit
Slide 17 - Quizvraag
5 representativiteit, omdat het bij deze uitspraak gaat over de standpunten en de mate waarin die standpunten vertegenwoordigd worden.
Slide 18 - Tekstslide
6 Vanmiddag hebben we op school gekozen voor een klassenvertegenwoordiger die onze klas gaat vertegenwoordigen in de leerlingenraad. Deze uitspraak heeft te maken met:
A
Representatie
B
Representativiteit
Slide 19 - Quizvraag
6 representatie, het gaat er hier ook om dat er een vertegenwoordiger is die in dit geval de klas vertegenwoordigt in de leerlingenraad.
Slide 20 - Tekstslide
Ik wil mij verkiesbaar stellen als klassenvertegenwoordiger