5.1 Snelheid 2BK

• Nask / Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

H4: Elektriciteit

Benodigheden

- pen

- werkblad

Tassen op de grond

Op je eigen plek

Welkom 2A!

Ga zitten en start met:

Het werkblad wat op je tafel ligt. 

Jas over je stoel

			Xena
Belinay	Dilara	Jimi
Romy	Suzanna	Latoya	Edina
Alisha	Ela	Demirhan	Dursun

	Sadejah
		Gilano
	Rahaf		Tuana
	Maksim		Baran

        bord en docent

Rustig aan het werk

H4: Elektriciteit

Benodigheden

- pen

- werkblad

Tassen op de grond

Rustig aan het werk

Welkom 2B!

Ga zitten en start met:

Het werkblad wat op je tafel ligt. 

Jas over je stoel

        bord en docent

Elize	Sumaya		Volkan
	Saar		Maja
Nisa	Svetlana		Twan
Valentina

Yazan		Ejen	Dany
Melissa		Michelle	Joëlla
Aaron		Eelco	Johannes
Djaniella

H4: Elektriciteit

Benodigheden

- pen

- werkblad

Tassen op de grond

Op je eigen plek

Welkom 2C!

Ga zitten en start met:

Het werkblad wat op je tafel ligt. 

Jas over je stoel

        bord en docent

Rustig aan het werk

Eymen	Pippe
Kevin	Sharvani		Sam
Chayenne	Gary		Danisha
Maharezgi	Izem		Tim

Mohammed	Jaeley
Raquel		Romina	Eldin
Robin		Siem	Soraiya
Roos		Melisa	Dylan

We gaan starten!

Lesplanning

1. Werkblad bespreken
2. Leerdoelen
3. Uitleg
4. Oefenen
5. Afsluiting 

Opdracht bespreken

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat we bedoelen met snelheid
• Je kunt opnoemen welke eenheden er zijn voor snelheid
• Je kunt de eenheden van snelheid in elkaar omrekenen.

Snelheid

Voertuigen kunnen verschillende snelheden hebben

De eenheid van snelheid

Snelheid meet je in kilometer per uur (km/h)

Bij nask meter we snelheid in 

meter per seconde

(m/s)

Voorbeeld:

Rick fietst 4,3 m/s

Snelheid Omrekenen

Snelheid omrekenen

H4: Elektriciteit

Maak de oefenopdrachten over snelheid omrekenen.

Benodigheden

- pen

- werkblad

Rustig aan het werk

Steek je vinger op als je het niet snapt of als je klaar bent

Op je eigen plek

Waar of niet waar?
Meter per seconde kort je af als m/s

1. Waar
2. Niet waar

Van km/h naar m/s =

1. delen door 3,6
2. keer 3,6

3,4 m/s is ....

1. 0,94 km/h
2. 12,2 km/h

100 km/h is ....... m/s

1. 27,7 m/s
2. 360 m/s
3. 50 m/s
4. 10 m/s

Perry rijdt met de auto 60 km/h. Wat is zijn snelheid in m/s?

1. 120,6 m/s
2. 16,7 m/s
3. 216 m/s
4. 2,0 m/s

Afsluiten

Huiswerk

Geen

Blijf even zitten tot de bel gaat!