M&M 2 6.4 Economie in Europa

6.4 Economie in Europa
Hang je jas aan de Kapstok
Ga zitten volgens de plattegrond
Leg je boek op tafel
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.4 Economie in Europa
Hang je jas aan de Kapstok
Ga zitten volgens de plattegrond
Leg je boek op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Stilte moment 
Instructie 
Werken aan opdrachten.

Slide 2 - Tekstslide

Stilte moment 
Lezen in je boek

Geen boek bij je?
Afmaken opdrachten maken vorige les 
1,2,3,4,6,8,9, 11
5,7,10 NIET
Blz. 110 t/m 113
timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Ik kan in eigen woorden uitleggen wat voor economische voordelen Nederland van de Europese Unie heeft.
  •  Ik kan in eigen woorden uitleggen wat import en export is.
  • Ik kan het verschil tussen een interne en internationale markt uitleggen.
  • Ik weet wat landen binnen de EU doen om elkaar te helpen.

Slide 4 - Tekstslide

Vraag een aanbod
  • Producten die mensen willen                  Vraag.  

  • Hoeveel er van dat product is                  Aanbod. 

  • Hoe duur iets is, hangt af van het aanbod! Zeldzame dingen zijn duurder en andersom.
  • Hoe hoger het aanbod, hoe lager de prijs.


Slide 5 - Tekstslide

Handelen in Europa
  • Ergens waar spullen verkocht worden is een markt.
  • Europa is één grote markt, waarin spullen uit verschillende landen gekocht en verkocht worden.                                                                                                                                        Internationale markt! 
  • Wat landen kopen en binnenhalen is Import.
  • Wat landen verkopen en het land uitgaat is Export. 

Slide 6 - Tekstslide

Interne markt
  • Europa is als het ware een groot land, een interne markt. De producten blijven dus binnen de EU!
  • Bepaalde producten worden dan ook alleen in bepaalde landen gemaakt. Dit is veel goedkoper. Zo exporteert Nederland melk en tulpen, gemaakt in Nederland.

Slide 7 - Tekstslide

Invoer en uitvoer
  • Import en export noem je ook invoer en uitvoer. 
  • Dit zijn soms ook diensten. Bijvoorbeeld mensen met opleidingen die in andere landen gaan werken.
  • Alles wat Nederland in en uit gaat heeft dus een totale invoerwaarde en een uitvoerwaarde. Die waarde geeft aan hoeveel geld Nederland ermee verdient.
  • Nederland heeft altijd een hogere uitvoerwaarde.

Slide 8 - Tekstslide

Nederland rijk
  • Dit alles zorgt ervoor dat Nederland veel geld verdient aan de EU. 
  • De landen van de EU helpen elkaar op allerlei manieren. Bijvoorbeeld met leningen, maar ook met ideeën en diensten.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat gaan we doen? Maken opdracht 1t/m8 blz 116t/m 119
Hoelang? Tot einde van de les. 
Hoe? Eerst 5 minuten samen daarna ZF
Klaar? Maak Test jezelf van hoofdstuk 6
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide