Biologie bk 2.5 Cellen van Dieren

Microscoop
Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
Je kunt de delen van cellen van dieren noemen.
e kunt een preparaat maken.

bladzijde 102
Biologie
Vanaf bladzijde 103
Opdracht 1 tot en met 5
Vanaf bladzijde 103
Opdracht 1 tot en met 5
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Microscoop
Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
Je kunt de delen van cellen van dieren noemen.
e kunt een preparaat maken.

bladzijde 102
Biologie
Vanaf bladzijde 103
Opdracht 1 tot en met 5
Vanaf bladzijde 103
Opdracht 1 tot en met 5

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Organen en weefsels

Slide 3 - Tekstslide

Dierlijke cellen
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
  • Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA
  • Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt

Slide 4 - Tekstslide

Door een microscoop lijken cellen plat. In het echt zijn cellen een soort doosjes. Kijk maar naar afbeelding 2. Links is een cel getekend zoals hij in het echt is. Rechts is dezelfde cel getekend, zoals je hem ziet door een microscoop.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Chromosomen 
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA
Desoxyribosenucleïnezuur
DNA bevat de 'streepjescode' van al je erfelijke eigenschappen

Bijvoorbeeld oogkleur


Slide 8 - Tekstslide

DNA bevat de 'streepjescodes' van al je erfelijke eigenschappen

Slide 9 - Tekstslide

Organen en weefsels
Weefsels: een groep cellen met dezelfde vorm en functie
    tussencelstof: stof tussen cellen
     

Slide 10 - Tekstslide

Materiaal en het preparaat


Materiaal:
  • voorwerpglas/objectglas
  • dekglaasje
  • object (het voorwerp dat je gaat bekijken)
Soms gebruik je ook nog een druppel water of jodium
Het preparaat bestaat uit:

Slide 11 - Tekstslide

 Het dekglaasje

- Pas op: Het dekglaasje is heel dun, breekt snel en is dan  scherp
   
- Let goed op dat je maar 1 dekglaasje op je object legt!

- Het dekglaasje gooi je na afloop weg (afval)

Slide 12 - Tekstslide

Een preparaat maken (1)

Je maakt het preparaat op je eigen tafel / je bureau. 
Dus: op de tafel waar achter je zit.

Je maakt het preparaat NIET NIET NIET 
                                                       op de kruistafel van je microscoop.

    Slide 13 - Tekstslide

    Een preparaat maken (2)
    Je maakt het preparaat op je eigen tafel / je bureau. 
    • druppel water of jodium op het objectglas

    • het object komt in de druppel
    • dekglaasje er op (je leert hoe je dat doet)
    •  het object moet dun zijn, het licht van de microscoop
            moet er doorheen kunnen schijnen.

    Slide 14 - Tekstslide