3B Week 38 Lesson 2

Week 38: lesson 2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 38: lesson 2

Slide 1 - Tekstslide

Homework
Did everyone do their homework?

You needed to finish exercise A to D of 2.3 Writing  today

Slide 2 - Tekstslide

Hoe schrijf je "maandag 14 mei" in het Engels?

Slide 3 - Open vraag

Hoe schrijf je "vrijdag 13 juni" in het Engels?

Slide 4 - Open vraag

Let op!
In het Engels schrijf je dagen en maanden altijd met een hoofdletter!

October, June, August
Monday, Thursday, Sunday

Slide 5 - Tekstslide


Last lesson

You can practice your writing skills

This lesson

You can practice your writing skills

Lesson goals

Slide 6 - Tekstslide

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt iets over jezelf of over anderen opschrijven.
2. Je kunt een (wens)kaartje schrijven
3. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2)
4. Je kan much, many, few & little gebruiken in correcte Engelse zinnen.
5. Je kan dagen,maanden, data en rangtelwoorden gebruiken in correcte Engelse zinnen.


Slide 7 - Tekstslide

Lesson plan

1.  Much,many & few,little
2. Zelfstandig werken (E-G Lesson 2.3)
3. Check answers
4. Did we achieve our lesson goals?

Slide 8 - Tekstslide

Much of many
Betekenen allebei "veel".
Bijvoorbeeld:
There is not much work.
I like many cars.
I didn't drink much water
He talks to many girls


Slide 9 - Tekstslide

Much of many?
Je gebruikt much bij ontelbare woorden, zoals vloeistoffen en materie: 
Much water, fun, money, air, juice, sleep

Slide 10 - Tekstslide

Much of many?
Je gebruikt many bij telbare woorden, zoals woorden die in het meervoud staan (apples, houses)
Many girls, bottles, questions, friends, dreams

Slide 11 - Tekstslide

Few of little
Betekenen allebei "weinig", "een beetje" of "een paar"
Bijvoorbeeld:
There is  little work to do.
I like few cars.
I drink little water
He talks to few girls


Slide 12 - Tekstslide

Few of little?
Je gebruikt little bij ontelbare woorden, zoals vloeistoffen en materie: 
Little water, fun, money, air, juice, sleep

Slide 13 - Tekstslide

Few of little?
Je gebruikt few bij telbare woorden, zoals woorden die in het meervoud staan (apples, houses)
Few girls, bottles, questions, friends, dreams

Slide 14 - Tekstslide

Let's practice a bit!

Slide 15 - Tekstslide

There is not .... water here.
A
Many
B
Much

Slide 16 - Quizvraag

I don't like .... teachers.
A
Many
B
Much

Slide 17 - Quizvraag

This movie isn't ... fun.
A
Many
B
Much

Slide 18 - Quizvraag

There are .... plants in her house.
A
Few
B
Little

Slide 19 - Quizvraag

I just made a .... money
A
Few
B
Little

Slide 20 - Quizvraag

 Well done! Waarom deden we dit?
1. Je kunt iets over jezelf of over anderen opschrijven.
2. Je kunt een (wens)kaartje schrijven
3. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2)
4. Je kan much, many, few & little gebruiken in correcte Engelse zinnen.
5. Je kan dagen,maanden, data en rangtelwoorden gebruiken in correcte Engelse zinnen.

Slide 21 - Tekstslide

Lesson 2.3 Writing 
Now do the exercises of E,F & G of Lesson 2.3 (Writing)

You have 15 minutes & 
you work alone


timer
15:00
Finished early?
Continue working in lesson 2.3

Slide 22 - Tekstslide

Check your answers of E,F,G & correct them! 
I will show the correct answers to you now.
Correct everything, so your score is 100% and there is no more RED left!

You have 10 minutes & 
you work alone


timer
10:00
Finished early?
Ga verder in lesson 2.3 

Slide 23 - Tekstslide

Lesson goals:

You can practice your writing skills



Homework :

- All exercises of E to G of Lesson 2.3 Writing



Slide 24 - Tekstslide

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt iets over jezelf of over anderen opschrijven.
2. Je kunt een (wens)kaartje schrijven
3. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2)
4. Je kan much, many, few & little gebruiken in correcte Engelse zinnen.
5. Je kan dagen,maanden, data en rangtelwoorden gebruiken in correcte Engelse zinnen.


Slide 25 - Tekstslide

Time left?  Let's play Kahoot!

 Enter the game PIN that I will show you now


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide