Lees de paragraaf en maak de opdrachten uit het werkboekje dat je voor de vakantie hebt gebruikt (3.5 en 3.6).
De eerste 5 minuten in stilte, daarna mag je zacht overleggen met je buurman/buurvrouw.
Hulp nodig?
1. Lees de paragraaf door.
2. Vraag je buurman/buurvrouw.
3. Steek je vinger op als je er samen niet uitkomt.
Sla het document goed op!