In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Grammatica (U1)
ONE / ONES
Slide 1 - Tekstslide
VOORBEELD
Which shirt do you like?
The white one or the red one?
Slide 2 - Tekstslide
VOORBEELD
Whichshirt do you like?
The white one or the red one?
welk shirt vind je het leukst?
die witte of die rode?
Slide 3 - Tekstslide
Vaak kan je een zelfstandig naamwoord vervangen door het woordje 'one', wanneer je het zelfstandig naamwoord wilt herhalen of wanneer je antwoord wilt geven op de vraag.
Which blouse are you going to buy? The white one.
('die witte')
Slide 4 - Tekstslide
nog een paar voorbeelden:
This new bag is black, my old one was green.
I like your bike,
did you buy a new one?
Slide 5 - Tekstslide
Maar je kunt ook het woord 'ones' gebruiken. Dat doe je bij meervoud (wanneer je meer dingen tegelijk bedoelt)
I'm going to buy new trainers,
my old ones have holes in them.
Slide 6 - Tekstslide
nog een paar voorbeelden:
These brown arbeltse cheaper than the black ones over there.
There are lots of jeans to choose from. Which ones do you like best?
Slide 7 - Tekstslide
CHECK
Slide 8 - Tekstslide
Waar verwijst 'one/ones' naar? I've got a new bike. It's the red one over there
A
new
B
bike
C
got
D
I
Slide 9 - Quizvraag
Waar verwijst 'one/ones' naar? Do you want these chocolate biscuits, or the ones with nuts.
A
you
B
want
C
biscuits
D
chocolate
Slide 10 - Quizvraag
Waar verwijst 'one/ones' naar? This wall is easier to climb than that one.
A
wall
B
easier
C
climb
D
than
Slide 11 - Quizvraag
Kies uit: ONE / ONES Alle the children were in the park. The younger ...... played footbal
A
one
B
ones
Slide 12 - Quizvraag
Kies uit: ONE / ONES There are smaller houses in our street and larger ..........
A
one
B
ones
Slide 13 - Quizvraag
Kies uit: ONE / ONES He climbed a lot of mountains. It were really high ............. .
A
one
B
ones
Slide 14 - Quizvraag
Wat kan je vervangen voor ONE(S)? This is a nice shop, but that shop is nice too.
A
but
B
shop
C
nice
D
too
Slide 15 - Quizvraag
Wat kan je vervangen voor ONE(S)? My cousin is a freerunner, a very famous freerunner.
A
very
B
famous
C
a
D
freerunner
Slide 16 - Quizvraag
Wat kan je vervangen voor ONE(S)? What sort of movies do you like? I like exciting movies.