Je kunt:
- de verschillen beschrijven tussen de gewone celdeling (mitose) en reductiedeling (meiose).
- de verschillen beschrijven tussen een-eiige en twee-eiige tweelingen.
- de delen van het voortplantingsstelsel van zowel man als vrouw met hun ligging, bouw en functies noemen, in afbeeldingen aanwijzen en hun werking beschrijven.
- de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.
- beschrijven wat er vanaf de bevruchting tot aan de laatst fase van de geboorte gebeurt.
- methoden van geboorteregeling beschrijven en aangeven of ze wel of niet betrouwbaar zijn.