§2.2 De outback in Australië (1)

§2.2 De outback in Australië (1)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

§2.2 De outback in Australië (1)

Slide 1 - Tekstslide

Tussen welke breedtegraden liggen de tropen?
A
Tussen 50 en 60 NB en 50 en 60 ZB.
B
Tussen 23 1/2 NB en 23 1/2 ZB.
C
Rond 45 NB en 45 ZB.
D
Bij 90 NB en 90 ZB.

Slide 2 - Quizvraag

Hoe noem je een ingericht landschap ook wel?
A
Natuurlandschap.
B
Oorspronkelijk landschap.
C
Cultuurlandschap.
D
Landbouwlandschap.

Slide 3 - Quizvraag

Ongelijke spreiding
Australië is een heel groot land (185x groter dan NL), toch wonen er maar weinig mensen (25 miljoen). Dus lage bevolkingsdichtheid (ruim 3 per km2). Wel ongelijke bevolkingsspreiding. De meeste mensen wonen aan de kust, vooral in het oosten en zuidoosten.

Slide 4 - Tekstslide

Antwoord vraag 1a
1a

Slide 5 - Tekstslide

Antwoord vraag 1b-c-d
1b: De oppervlakte van Australië is veel groter dan die van
      Nederland en ongeveer even groot als de oppervlakte 
      van heel Europa.
1c: Dat is ongeveer 410 inwoners per km2.
1d: In Australië is de bevolkingsdichtheid veel lager dan in 
      Nederland: 3 inwoners per km2.

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord vraag 2a
steden                                                           
 1 Brisbane                                   6 Adelaide
 2 Sydney                                     7 Perth
 3 Melbourne                                8 Darwin
 4 Canberra                                  9 Alice Springs
 5 Hobart                                     10 Cairns

 zeeën
 a Indische Oceaan                     eiland
 b Grote Oceaan                          I Tasmania (Tasmanië)



Slide 7 - Tekstslide

Antwoord 2b-c
2b: De meeste mensen wonen in het kustgebied. De
      bevolking is ongelijk verspreid over Australië.
2c: Alcarta: 175C, Oceanië - Australië en Nieuw-Zeeland,
     Bevolkingsspreiding en oorspronkelijke bevolking 

Slide 8 - Tekstslide

Outback
De ongelijke bevolkingsspreiding heeft alles te maken met neerslag.
In het kustgebied valt voldoende  neerslag voor plantengroei, dus daar kun je makkelijk voedsel produceren. Hoe verder je naar het binnenland gaat, hoe droger het wordt. Daar groeien alleen nog (verdorde) grassen, struiken en een enkele boom. Dit gebied noemen de Aussies de outback.
Je vindt er geen akkers, wel grote veebedrijven met weinig dieren per hectare (extensieve veeteelt). In de kustgebieden vind je juist intensieve veeteelt en ook akkerbouw.

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord vraag 3a

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord vraag 3b-c-d
3b: Het binnenland is droog (lage bevolkingsdichtheid); in het kustgebied
      valt meer regen (hoge bevolkingsdichtheid).
3c: De grond is niet in gebruik of is in gebruik voor extensieve veeteelt.
3d: Kenmerken gevraagd, bijvoorbeeld:
       1) droog, dor landschap
       2) leeg gebied
       3) weinig begroeiing, grassen/struikjes
       4) weinig bebouwing

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord vraag 4
4a foto 1, omdat het landschap droog en dor is, met weinig begroeiing.
4b foto 3, omdat er palmbomen groeien (warmer).
4c Dit is extensieve veeteelt.
4d Door de droogte is het gras dor (en groeit het langzaam). Het vee
     graast over een grote oppervlakte om genoeg voedsel te vinden. 
     Extensief = weinig vee per ha.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Voor de volgende keer maak je §2.2 vragen 5 t/m 8.

Slide 13 - Tekstslide