thema 5

Zet in de juiste volgorde van klein naar groot:
A
cel - chromosoom - DNA - gen
B
DNA - gen - chromosoom - cel
C
gen - DNA - chromosoom - cel
D
gen - chromosoom - DNA - cel
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zet in de juiste volgorde van klein naar groot:
A
cel - chromosoom - DNA - gen
B
DNA - gen - chromosoom - cel
C
gen - DNA - chromosoom - cel
D
gen - chromosoom - DNA - cel

Slide 1 - Quizvraag

Welke uitspraak of uitspraken is/zijn juist?
A
Geslachtscellen bevatten slechts 1 chromosoom
B
In een zaadcel kan een X-chromosoom voorkomen
C
Alle zaadcellen bevatten hetzelfde geslachtschromosoom
D
Een geslachtscel heeft altijd 24 chromosomen

Slide 2 - Quizvraag

Hoe noemen we de informatie voor al je erfelijke eigenschappen in een cel?

Slide 3 - Open vraag

Twee uitspraken over het ontstaan van nieuwe soorten:

Katrien zegt: Er is sprake van twee nieuwe soorten als twee groepen, ogenschijnlijk gelijke, organismen niet meer in staat zijn onderling voort te planten
Marion zegt: Bij het ontstaan van nieuwe soorten is het belangrijk dat een groep organismen geïsoleerd raakt van een andere groep soortgenoten

Wie heeft gelijk?
A
Katrien
B
Marion
C
Katrien en Marion
D
geen van beide

Slide 4 - Quizvraag

Twee uitspraken:
Katharina zegt: De eicel bepaalt het geslacht bij de bevruchting

Marnix zegt: De chromosomen van een man bestaan uit 22 paar gelijk chromsomen en 1 paar ongelijke chromosomen

Wie heeft gelijk?
A
Beide gelijk
B
Katharina heeft gelijk
C
Marnix heeft gelijk
D
Beide ongelijk

Slide 5 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een skelet en versteende afdruk van een zee-egel. Is het skelet een fossiel? En zijn de versteende afdrukken fossielen?
A
alleen het skelet is een fossiel
B
alleen de versteende afdruk is een fossiel.
C
beide zijn fossielen
D
geen van beide zijn fossielen

Slide 6 - Quizvraag

Soms wordt er een drieling geboren. Drielingen kunnen op verschillende manieren
ontstaan. In de afbeelding hiernaast is een van de mogelijke ontstaanswijzen van een drieling schematisch weergegeven. Kind 3 heeft de geslachtschromosomen XX.

Is uit de geslachtschromosomen van kind 3 met zekerheid af te leiden welk geslacht de andere kinderen hebben?
A
Nee, dat is helemaal niet mogelijk
B
Ja, maar alleen voor kind 1
C
Ja, maar alleen voor kind 2
D
Ja, zowel voor kind 1 als kind 2

Slide 7 - Quizvraag

Welke onderdelen horen bij Charles Darwin?
Beagle
Galapagos eilanden
wereldreis
vinken
On the origin of species by means of natural selction
veredelen
kunstmatige selectie

Slide 8 - Sleepvraag

4

Slide 9 - Video

01:45
De kleur van de vacht van de beren noem je een variatie
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

02:13
De vacht kleur is erfelijk
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

02:40
De ontstane erfelijke variatie (door bijvoorbeeld mutatie) heeft een voordeel m.b.t. het overleven van de soort.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

03:06
Darwin heeft dus de evolutie theorie bedacht, moet je die geloven?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Wie?
Darwin is de bedenker van de evolutie theorie. "Origin of species" (het ontstaan van soorten). "Suvival of the fittest"

Slide 14 - Tekstslide

Soorten? 
Om te weten hoe nieuwe soorten ontstaan moet je eerst weten wat een soort is. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is juiste omschrijving van een soort?
A
alleen organismen van dezelfde soort kunnen zich voorplanten en leven in hetzelfde gebied.
B
alleen organismen van dezelfde soort kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen.
C
alle organismen van dezelfde soort hebben hetzelfde genotype
D
alle organisme van dezelfde soort hebben hetzelfde fenotype

Slide 16 - Quizvraag

Wat?
Om nieuwe soorten te laten ontstaan (dus evolutie te laten plaatsvinden) heb je een aantal dingen nodig:
1. variatie in fenotype
2. de variatie is erfelijk, ontstaan door een mutatie.
3. Er is een bepaalde variatie die beter is aangepast op de omgeving. Hierdoor vindt er (natuurlijke) selectie (= survival of the fittest) plaats. 

Slide 17 - Tekstslide

Evolutie versnellen
Dit kan op kunstmatige wijze door veredelen en kunstmatige selectie. Dit wordt door mensen gedaan met dieren en planten. Hierbij ontstaat niet direct nieuwe soorten, maar wel rassen. 

Slide 18 - Tekstslide

Evolutie versnellen
Dit kan op natuurlijke wijze  door isolatie, doordat soorten gescheiden van elkaar leven voor een langere tijd en een aanpassing op de omgeving levert meer nakomelingen, dan ontstaan er zoveel verschillen dat na verloop van tijd er nieuwe soorten, die onderling dus ook niet meer kunnen voortplanten. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

aan de slag 
zelfstandig aan de slag met thema 5 
opdrachten afmaken 
leren 
begrippenlijst 

Slide 21 - Tekstslide