Van Toenamediagram naar Grafiek

Lesdoelen
*Je kunt toenamediagrammen aflezen
*Je weet in woorden uit te drukken wat elk staafje in een toenamediagram betekent
*Je herkent de verschillende soorten stijging en daling in een toenamediagram
* Je herkent of er een top aanwezig is in de normale grafiek
*Je kunt een grafiek tekenen horende bij een toenamediagram
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
*Je kunt toenamediagrammen aflezen
*Je weet in woorden uit te drukken wat elk staafje in een toenamediagram betekent
*Je herkent de verschillende soorten stijging en daling in een toenamediagram
* Je herkent of er een top aanwezig is in de normale grafiek
*Je kunt een grafiek tekenen horende bij een toenamediagram

Slide 1 - Tekstslide

Van Toenamediagram naar Grafiek
op 1 april zijn er 850 konijnen

Slide 2 - Tekstslide

Uitlegvideo 
Van Toenamediagram naar Grafiek
Je gaat een video bekijken waarin wordt voorgedaan hoe je een grafiek tekent horende bij een toenamediagram.

Af en toe stopt de video om een vraag te beantwoorden. Beantwoord deze vraag om verder te kunnen met de uitlegvideo.
Je kunt gebruikmaken van §7.2B om je te helpen

Slide 3 - Tekstslide

7

Slide 4 - Video

00:52
Wat is de stapgrootte van deze toenamediagram?
A
0,5
B
1
C
2
D
Weten we niet

Slide 5 - Quizvraag

01:17
Bij welk interval hoort het staafje dat bij 1 staat?
A
[0,1]
B
[1,2]
C
(1,125)
D
1

Slide 6 - Quizvraag

01:49
Welke 3 dingen kunnen wij direct uit een toenamediagram aflezen?

Slide 7 - Open vraag

02:40
Als t=0 op 23 april 00.00.
Welke t-waarde hoort bij 26 april 00.00?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

05:04
Je weet nu tijdstip 4 is $74,-. Welk staafje moet je aflezen om op tijdstip 5 uit te komen
A
Het staafje bij 2
B
Het staafje bij 3
C
Het staafje bij 4
D
Het staafje bij 5

Slide 9 - Quizvraag

06:25
Op tijdstip 2 is de waarde $74, 25
Wat is de waarde op tijdstip 1
A
$75,-
B
$75,50
C
$73,50
D
$73,-

Slide 10 - Quizvraag

09:21
Wat heb je ALTIJD nodig om een mogelijke grafiek bij een toenamediagram te tekenen?

Slide 11 - Open vraag

Wat zijn de verschillen tussen een tabel bij
(1) grafiek --> toenamediagram
en
(2) toenamediagram --> grafiek

Slide 12 - Open vraag

Op de grafiek van y
ligt het punt (2,7).
Wat is de y - coördinaat van x=4
A
10
B
9
C
7,5
D
6,5

Slide 13 - Quizvraag

Op de grafiek van y
ligt het punt (3; 6,5).
Wat is de y - coördinaat van x=2
A
4
B
6
C
7
D
9

Slide 14 - Quizvraag

Kijk naar het toenamediagram
hiernaast.
Leg in eigen woorden uit wat
het staafje bij x=4 betekent

Slide 15 - Open vraag

Voor welke x kan y maximaal zijn?

Geef het meest passende antwoord.
A
x=3
B
x= <2,3]
C
x= [3,4>
D
x= <2,4>

Slide 16 - Quizvraag

Uitgaande van het meest natuurlijke
verloop.
Welke soorten daling herken je?.
Meerdere antwoorden mogelijk
A
Er is geen daling
B
Constante daling
C
Toenemende daling
D
Afnemende daling

Slide 17 - Quizvraag

Maak opgave 23
(Upload je werk in LessonUp)

Slide 18 - Open vraag

Klaar? 
ga verder met de weektaak


§7.2B                 22, 23, 27, 29
§7.2B                 24, 25, 26, 28, 30

Slide 19 - Tekstslide