Test 3 - A/an/the

Welcome...
To English!


We will start when the timer has run out.


Checklist:
- Phone in the (phone)bag;
- Book/notebook on table;
- Join the LessonUp.
timer
3:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome...
To English!


We will start when the timer has run out.


Checklist:
- Phone in the (phone)bag;
- Book/notebook on table;
- Join the LessonUp.
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Vocabulary;
- Grammar: A / An / The;
- Practice exercises;
- Afronden.
Goal: Aan het einde van deze les weet je weer hoe je a/an/the moet gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulary
Check Vocabulary link
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lidwoorden: a, an & the
Take notes!

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf in je schrift! 
Een (A/An) 
A gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:
- A woman
- A shoe
AN gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker
- An apple
- An egg

Slide 6 - Tekstslide

Een (A/An)
A gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:
- A woman
- A shoe
AN gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker
- An apple
- An egg
Maar ook als een klinker klinkt als een medeklinker:
- ''u'' klinkt als ''you'' -> A university
- ''o'' klinkt als ''w'' -> A one-room apartment 
Maar ook als een medeklinker,klinkt als een klinker:
-  een stomme ''h'' -> an hour
- een afkorting -> an NBC reporter

Slide 7 - Tekstslide

definite article = the of niks?  
Je gebruikt GEEN the bij een algemene verwijzing naar:

Je gebruik WEL the als je specifiek verwijst naar:

publiek gebouw - he was brought to hosipital by an ambulance
publiek gebouw - He was brought to the hospital in Hoofddorp
jaargetijde - I love autumn
jaargetijde - I was Born in the autumn of 1995
maaltijd - She never skips breakfast
maaltijd - She loved the breakfast last Saturday

Slide 8 - Tekstslide

You know when (not) to use articles (a-an-the)

Slide 9 - Tekstslide

Dus.... Lidwoord a/an/the
een ..........: a / an
de / het ..........: the (specifiek!)

een tafel - a table           een ei - an egg
de tafel - the table          het ei - the egg



 

Slide 10 - Tekstslide

Kies uit: a/an/the/x (x= niks)
I want ..... new laptop
A
a
B
an
C
the
D
x

Slide 11 - Quizvraag

Kies uit: a/an/the/x (x= niks)
I'm eating ..... apple
A
a
B
an
C
the
D
x

Slide 12 - Quizvraag

Choose: a, an, the, -

We've lost ___ key to our front door!

A
a
B
an
C
the
D
-

Slide 13 - Quizvraag

Choose: a, an, the, -

Her husband teaches at ____ Cambridge University.

A
a
B
an
C
the
D
-

Slide 14 - Quizvraag

Vul a / an / the in.
She has two brothers and _____ sister
A
a
B
an
C
the

Slide 15 - Quizvraag

Vul a / an / the in.
Jimmy has _______ older brother.
A
a
B
an
C
the

Slide 16 - Quizvraag

Vul a / an / the in.
He is _______ best teacher in this school!
A
a
B
an
C
the

Slide 17 - Quizvraag

Is it a/an/the ?

- Sheila has got ..... stomach ache. -
A
a
B
the
C
an

Slide 18 - Quizvraag

Is it a/an/the ?

- My brother has got ..... ear infection. -
A
a
B
the
C
an

Slide 19 - Quizvraag

Is it a/an/the ?

- Kate is wearing ..... blue jumper. -
A
a
B
the
C
an

Slide 20 - Quizvraag

Is it a/an/the ?

- Vanessa always wears ..... uniform. -
A
a
B
the
C
an

Slide 21 - Quizvraag

Is it a/an/the ?

- My mother has got ..... flu. -
A
a
B
the
C
an

Slide 22 - Quizvraag

Tijd om te oefenen! Wat vind je nog lastig? Ga daar individueel mee aan de slag


A/an/the/x


Klaar? leer de woordjes hoofdstuk 4 theme words op Quizlet of in je boek


if/when

timer
8:00

Slide 23 - Tekstslide

Check!
Aan het einde van de les weet je hoe je de lidwoorden en if/when kan gebruiken
--> Lees de tekst door en vul de antwoorden in je schrift in (30 sec)

........ I go to the supermarket, I always want to buy ...... bag of crisps. 
....... doctor says it's not healthy, but ....... I don't do it every day, it should be allright, right? My mother always says: ...... apple a day, keeps ...... doctor away, so next time I go to ...... supermarket, I'll also buy ..... piece of fruit.

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk vrijdag
Leesboek en taalportfolio!

Slide 25 - Tekstslide