Theme 2 ( grammar recap)

Theme 2 ( recap)
- Negations with to be
- present simple
- ordinals
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Theme 2 ( recap)
- Negations with to be
- present simple
- ordinals

Slide 1 - Tekstslide

What is the present simple?


De present simple is de t.t ( tegenwoordige tijd)
Je gebruikt 1 werwoord.
De hoofdregel is : he/she/it + S 
Uitzonderingen: s klank + es                    ( kiss he kisses)
                                   klinker + y =ies              ( try she tries)
Kijk naar de volgende zinnen en geef aan of het de tegenwoordige tijd is of niet.

Slide 2 - Tekstslide

1. I like scary movies.
2. He is walking the dog.
3. We danced all night long.
4. She plays the piano.
5. They are my parents.
Present Simple
Not Present Simple
1
2
3
4
5

Slide 3 - Sleepvraag

What is the present simple?

Nu weet je hoe de t.t eruit ziet, maar wanneer gebruik je het?
We gebruiken de tegenwoordige tijd als het gaat om:
- Facts ( feiten)
The leopard runs very fast.
- Routines
Harry plays football every Wednesday. 

Slide 4 - Tekstslide

What is the present simple?
Wat is de present simple?

Kijk in de zinnen naar signaalwoorden: 

Woorden zoals: everyday, never, always, every Wednesday vertellen jou dat er routine is
Als er geen signaalwoorden zijn dan gaat het meestal om een feit.

Slide 5 - Tekstslide

QUESTIONS

Om een vraag te maken in de tegenwoordige tijd moet je DO vooraan zetten:


 I like ice cream. becomes Do I like ice cream?


Maar als het gaat om HE/SHE/IT dan gebruik je DOES.  Kijk goed wat er dan met het werkwoord gebeurt.( de S is verdwenen)

Bob plays football. becomes Does Bob play football?

Slide 6 - Tekstslide

Uitzondering (1)
Werkwoord: to be 
Leer dit werkwoord uit je hoofd.
Als je een vraag moet maken met dit werkwoord, dan zet je die gewoon vooraan
I am a brilliant teacher
Am I a brilliant teacher?

Slide 7 - Tekstslide

Uitzondering (2)
Werkwoord: to have got
Leer dit werkwoord uit je hoofd.
Als je een vraag moet maken met dit werkwoord, dan zet je die gewoon vooraan.
He has got a little sister.
Has he got a little sister?

Slide 8 - Tekstslide

Look at the words below. Which ones are signal words for the Present Simple and which ones are not?
Signal word
Not a signal word
Next Friday
Yesterday
Never
Wednesday
Often
Every week

Slide 9 - Sleepvraag

Explain the SHIT-rule

Slide 10 - Open vraag

Timmy
every Saturday.
They never
with oil.
That tree
very fast.
I always
chocolate ice cream.
Those boys
in class very often.
cook
grows
dances
shout
choose
chooses
shouts
grow

Slide 11 - Sleepvraag

do you know who finished first? 
how to use rangtelwoorden

Slide 12 - Tekstslide

ordinals 
Om de volgorde aan te geven.  ( eerste/tweede/derder)
 first, second or third are ordinals. 

Slide 13 - Tekstslide

where would you use ordinals?

Slide 14 - Open vraag

How do you write them?
Je schrijft er th achter:
vierde- fourth
zesde- sixth
Soms kan de spelling veranderen:
achtste- eighth ( eight)
negende- ninth ( nine)

Slide 15 - Tekstslide

Er zijn ook uitzonderingen:
Leer ze uit je hoofd!

eerste- first
tweede- second
derde - third
32ste- thirty- second
Leer ook de afkortingen: 1 st/ 2nd/3rd

Slide 16 - Tekstslide

can you group the ordinals that use the same rule? 
changes 
add th 
spelling changes after adding th
first 
second
thirth 
fourth
sixth
seventh
fifth
ninth
eighth
tenth
eleventh

Slide 17 - Sleepvraag

lets practice
read the question and answer it. 
write down your answer fully

Slide 18 - Tekstslide

writedown use the number between ()
Jason is ....(2) child out of four

Slide 19 - Open vraag

Tim is ..... in line.

Slide 20 - Open vraag

writedown use the number between ()
jake is ....(5) child out of five

Slide 21 - Open vraag

when you get gold you won...... place

Slide 22 - Open vraag

write the number fully
11th

Slide 23 - Open vraag

janet is ..... in line.

Slide 24 - Open vraag

when you get bronze you won...... place

Slide 25 - Open vraag

write the number fully
6th

Slide 26 - Open vraag

if one more person stands in line that person will be the ...... person

Slide 27 - Open vraag

bonus question
level extreme!!!

Slide 28 - Tekstslide

write the number fully
511th

Slide 29 - Open vraag

TO do list:
1. heb je nog vragen? Stel ze aan de docent.
2. ga oefenen op de yurls site. Je kunt ook de uitleg nog eens beluisteren
3.boekje lezen

Slide 30 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

 how do you make a cake?

Slide 32 - Tekstslide

to recap
ordinals can be used to indicate order. 
you can get ordinals in 3 types of ways 
  •  add th to the written number 
                 four - fourth seven -seventh 
  • add th to the written number and changing the spelling
                  five- fifth nine- ninth 
  •  the number changes completely 
                one - first two-second three-third 

Slide 33 - Tekstslide

How did you do?
Great! 
- Perhaps you can help a classmate with a grammar subject./do the       
   grammatr digi checks
- read your book
-start with you bookreport
Could do better.
- go to the yurlssite and do more exercises./ ask your teacher
NOT so great.
- go to the yurls site. Watch the explanation video and do the exercises.
- ask your teacher/classmate for help

Slide 34 - Tekstslide