Spreken kijken luisteren

Spreken - kijken - luisteren
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spreken - kijken - luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
Weet je waar je op moet letten als je naar een discussie kijkt. 
Weet je dat er regels zijn bij het voeren van een discussie. 
Kun je een discussie voeren. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Wat is het onderwerp van dit fragment?
A
te harde muziek / gehoorschade
B
oorpijn
C
festivals
D
metalconcerten

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het spreekdoel?
A
informeren
B
overhalen
C
overtuigen
D
uitleg geven

Slide 5 - Quizvraag

Nog een keertje... 
We bekijken nog een keer hetzelfde filmpje. 
Je moet zometeen Sanne's lichaamstaal beschrijven. 
- lichaamshouding: Ze ....
- Oogcontact: Ze kijkt naar ....
- gezichtsuitdrukking: Ze kijkt ....

en verder: 

Slide 6 - Tekstslide

Sanne wil zeggen: 'beter voorkomen dan genezen', maar dit mislukt. 
Kijk maar naar het filmpje. 
Daarna beantwoorden we de vragen. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Hoe is de lichaamshouding van Sanne?
A
Sanne beweegt onrustig op en neer.
B
Sanne hangt tegen de muur aan
C
Sanne staat op haar plek en beweegt haar handen.
D
Sanne loopt heen en weer.

Slide 9 - Quizvraag

Hoe is het oogcontact van Sanne?
A
Ze kijkt recht in de camera.
B
Ze kijkt naar 1 bepaalde persoon.
C
Ze kijkt naar het publiek voor haar, en naast haar.
D
Ze kijkt veel omhoog.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe is de gezichtsuitdrukking?
A
Ze kijkt serieus
B
Ze glimlacht heel veel
C
Ze kijkt boos
D
Ze rolt veel met haar ogen.

Slide 11 - Quizvraag

Sanne had willen zeggen: 'beter voorkomen dan genezen'. Wat betekent dat spreekwoord?
A
Als je naar de dokter gaat dan krijg je geen last van je oren.
B
Je kunt beter zorgen dat er niks ergs gebeurt, dan hoef je daarna ook niet de schade te herstellen.
C
Schade komt niet zo vaak voor aan je oren, anders moet je het genezen.
D
Als er iets ergs gebeurt geeft dat niks.

Slide 12 - Quizvraag

Lees eerst de vragen door:
1. Hoe gebruikt Gosse zijn stem in dit fragment? 
Toonhoogte (laag/normaal/hoog)
volume (zacht/normaal/hard)
Intonatie (serieus/vrolijk) 
2. Gebruikt Gosse zijn stem op een manier die past bij het spreekdoel? 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Hoe is de toonhoogte van de stem van Gosse?
A
laag
B
normaal
C
hoog

Slide 15 - Quizvraag

Hoe is het volume van de stem van Gosse?
A
hard
B
normaal
C
zacht

Slide 16 - Quizvraag

Hoe is de intonatie van de stem van Gosse?
A
serieus
B
vrolijk

Slide 17 - Quizvraag

Gebruikt Gosse zijn stem die past bij zijn spreekdoel? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open vraag

Noem een synoniem voor 'evenement'

Slide 19 - Woordweb

wat betekent het woordje 'decibel'?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Link

Fragment 4
Jullie gaan zo kijken naar een filmpje. Lees eerst de vragen: 
Je mag in je schrift aantekeningen maken!
1. Welke leerlingen zijn het oneens met de gegeven stelling?
2. Kijken de leerlingen elkaar aan? 
3. Luisteren de leerlingen naar elkaar? 
4. Laten de leerlingen elkaar uitpraten? 
5. Welke leerling gebruikt zijn/haar lichaamstaal het best? 
6. Welke leerling vind jij het overtuigendst?  

Slide 22 - Tekstslide

Welke leerlingen zijn het oneens met de stelling?
A
Nigel en Thomas
B
Thomas en Sanne
C
Nigel, Thomas en Matthijs
D
Matthijs, Nigel en Sanne.

Slide 23 - Quizvraag

Kijken de leerlingen elkaar aan?
A
ja, bijna allemaal
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Gedragen ze zich respectvol? Luisteren ze naar elkaar en laten ze elkaar uitpraten?
A
Ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

vertel welke leerling jij het overtuigendst vindt en waarom.

Slide 26 - Woordweb

Een discussie voeren
We gaan met de klas een discussie voeren. 
- Denk goed na over de stelling (1 minuut)
- bepaal of je het met de stelling eens bent. 
- bedenk goede argumenten waarmee jij andere deelnemers kunt overtuigen. 

Slide 27 - Tekstslide

regels
- Laat elkaar uitpraten.
- Kijk elkaar aan. 
- Luister naar elkaar. 
- Sta rechtop en kijk serieus. 
- Spreek duidelijk! Niet te zacht, niet te snel. 
- Let op je taalgebruik. Niet schelden en niemand beledigen. 

Slide 28 - Tekstslide

STELLING 1
Leerlingen die veel onvoldoendes halen, moeten niet blijven zitten, maar verplicht worden bijgespijkerd op een zomerschool. 

Slide 29 - Tekstslide

STELLING 2
Er moeten camera's worden opgehangen op het schoolplein en in de aula.  

Slide 30 - Tekstslide

STELLING 3
Alle leerlingen moeten hun huiswerk aan het einde van de dag onder toezicht op school maken. 

Slide 31 - Tekstslide

STELLING 4
Er moeten meer lesuren komen voor de vakken Nederlands, Wiskunde en Engels. 

Slide 32 - Tekstslide