H3 Politiek 3.1 (nieuw)

H3 Politiek
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

H3 Politiek

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Wat is politiek?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 3.1        les 1
De leerling:
  • noteert de aantekeningen van paragraaf 3.1
  • kan uitleggen en omschrijven wat politiek is.
  • vertellen wie ambtenaren en de overheid zijn.
  • weet wat democratie betekent en inhoud.
  • kan het verschil uitleggen tussen indirecte en directe democratie.

Slide 3 - Tekstslide


Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen voor het algemeen belang over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom politiek?
Waarom politiek?

Slide 5 - Tekstslide

Waarom politiek?
Waarom politiek?

Slide 6 - Tekstslide

Waarom politiek?
Waarom politiek?

Slide 7 - Tekstslide

Het is verboden om op de fiets te appen.

Leg uit wat dit met politiek te maken heeft.


Noteer je antwoord op de vraag in je schrift!

Slide 8 - Tekstslide

Het is verboden om op de fiets te appen.
Leg uit wat dit met politiek te maken heeft.
Politiek = Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen voor het algemeen belang over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Slide 9 - Tekstslide

Het is verboden om op de fiets te appen.
Leg uit wat dit met politiek te maken heeft.
Politiek = Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen voor het algemeen belang over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Goed antwoord:
De landelijke overheid heeft het besluit genomen om het appen op de fiets te verbieden voor de veiligheid van fietsers om ongelukken te verminderen.

Slide 10 - Tekstslide


Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen voor het algemeen belang over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Slide 11 - Tekstslide

Personen die werken voor de overheid.

Alle ambtenaren en politici samen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Algemeen belang
De politiek bemoeit zich alleen met dingen die van algemeen belang (voor veel mensen belangrijk) zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Politieke keuzes maken!
Kijkopdracht: Noem twee redenen waarom politieke partijen hun beloftes niet altijd waar kunnen maken.

Slide 15 - Tekstslide

Overheidsfinanciën
De overheid betaalt de zaken van algemeen belang door het heffen van belastingen aan burgers en bedrijven.
Als de overheid te weinig geld heeft kan ze:
  • bezuinigen (minder uitgeven)
  • geld lenen
  • belasting verhogen

Slide 16 - Tekstslide


Het volk heeft invloed op politieke besluiten.

Het woord democratie komt van de Griekse woorden:
Démos = volk                              Kratein = regeren

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Democratie

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

3.1 Wat is politiek?     Les 2

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen 3.1         les 2
De leerling:
  • leert begrippen uit te leggen als politiek en democratie.
  • leert politieke keuzes te maken. (les 3)

Slide 22 - Tekstslide


Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen voor het algemeen belang over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Slide 23 - Tekstslide


Het volk heeft invloed op politieke besluiten.

Het woord democratie komt van de Griekse woorden:
Démos = volk                    Kratein = regeren

Slide 24 - Tekstslide

De leerling leert begrippen uit te leggen als
politiek en democratie.
  • Het is verboden om op de fiets te appen.
Leg uit wat dit met politiek te maken heeft.

  • Welk kenmerk van een democratie zie je op de foto? Leg uit.
Hoe heeft dat met democratie te maken?


  • Heeft Nederland een directe of indirecte democratie? Leg uit.



Slide 25 - Tekstslide

Stappen open vragen:
  1.  Geef de omschrijving van het begrip.
  2. Onderstreep de verschillende onderdelen uit een vraag zodat je weet dat je alle onderdelen in je antwoord betrekt). Leg aan de hand van een voorbeeld uit dat blablabla en betrek daarbij bron 2.
  3. Pas de onderdelen van de vraag toe op het begrip.

Betrek dus onderdelen van de vraag en/of het onderwerp van het artikel of foto in je antwoord.

Slide 26 - Tekstslide

Het is verboden om op de fiets te appen.

Leg uit wat dit met politiek te maken heeft.


Noteer je antwoord op de vraag in je schrift!

Slide 27 - Tekstslide

Het is verboden om op de fiets te appen.
Leg uit wat dit met politiek te maken heeft.
Politiek = Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen voor het algemeen belang over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Slide 28 - Tekstslide

Het is verboden om op de fiets te appen.
Leg uit wat dit met politiek te maken heeft.
Politiek = Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen voor het algemeen belang over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Goed antwoord:
De landelijke overheid heeft het besluit genomen om het appen op de fiets te verbieden voor de veiligheid van fietsers.

Slide 29 - Tekstslide

Waarom is dit politiek?
Noteer je antwoord op de vraag in je schrift!




Slide 30 - Tekstslide

Waarom is dit politiek?
Politiek = Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen voor het algemeen belang over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.


De (landelijke) overheid maakt de wetten en de rechter neemt de beslissingen over de straffen voor fout gedrag om de veiligheid van de mensen.

Slide 31 - Tekstslide

Waarom is dit politiek?
Noteer je antwoord op de vraag in je schrift!


Slide 32 - Tekstslide

Waarom is dit politiek?
Politiek = Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen voor het algemeen belang over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.


De (landelijke) overheid  verbiedt het gebruik van lachgas bij wet vanwege de gezondheid en veiligheid van de mensen.

Slide 33 - Tekstslide

Beantwoord de volgende vragen:
  • Welk kenmerk van een democratie zie je op de foto? Leg uit.
Hoe heeft dat met democratie te maken?


  • Heeft Nederland een directe of indirecte democratie? Leg uit.



Slide 34 - Tekstslide


Het volk heeft invloed op politieke besluiten.

Het woord democratie komt van de Griekse woorden:
Démos = volk                              Kratein = regeren

Slide 35 - Tekstslide

Welk kenmerk van een democratie zie je op de foto?
Hoe heeft dat met democratie te maken?



Democratie = Het volk heeft invloed op politieke besluiten.

Door middel van een demonstratie proberen de mensen in het land invloed uit oefenen op besluiten van de politiek.


Slide 36 - Tekstslide

Democratie

Slide 37 - Tekstslide

Heeft Nederland een directe of indirecte democratie? Leg uit.
Een directe democratie is een land, waar het volk invloed heeft op politieke besluiten.

Een indirecte democratie is een land, waar volksvertegenwoordigers namens ons beslissingen nemen.


In Nederland is er een indirecte democratie, omdat andere mensen (volksvertegenwoordigers) gekozen worden om de belangrijke besluiten te nemen.


Slide 38 - Tekstslide

3.1 Wat is politiek?     Les 3

Slide 39 - Tekstslide

Lesdoelen 3.1         les 3
De leerling:
  • leert begrippen uit te leggen als politiek en democratie.
  • leert politieke keuzes te maken.

Slide 40 - Tekstslide


Het volk heeft invloed op politieke besluiten.

Het woord democratie komt van de Griekse woorden:
Démos = volk                              Kratein = regeren

Slide 41 - Tekstslide

Huiswerk     -      Antwoord
Welk kenmerk van een democratie zie je op de foto? 
Hoe heeft dat met democratie te maken?

Democratie = Het volk heeft invloed op politieke besluiten.

Door middel van een demonstratie proberen de mensen in het land invloed uit oefenen op besluiten van de politiek.


Slide 42 - Tekstslide

Democratie

Slide 43 - Tekstslide

Huiswerk - Antwoord
Heeft Nederland een directe of indirecte democratie? Leg uit.
Een directe democratie is een land, waar het volk invloed heeft op politieke besluiten.

Een indirecte democratie is een land, waar volksvertegenwoordigers namens ons beslissingen nemen.


In Nederland is er een indirecte democratie, omdat andere mensen (volksvertegenwoordigers) gekozen worden om de belangrijke besluiten te nemen.


Slide 44 - Tekstslide

Politieke keuzes maken!
Waaraan besteden we het belastinggeld?

Wat vind jij: extra geld of bezuinigen?

Slide 45 - Tekstslide

Wat vind jij: extra geld of bezuinigen?
Op de volgende pagina staan 12 zaken waar politici geld aan uitgeven. Stel dat aan jou gevraagd wordt:

  • "Waaraan wil je extra geld geven en waarop ga je bezuinigen?"
  • Wat doe je dan?

Let op...Je kunt je geld maar één keer uitgeven!

Miljoenennota!!!

Slide 46 - Tekstslide

"Waaraan wil je extra geld geven en waarop ga je bezuinigen?"
Maak deze keuzes individueel! Noteer argumenten voor je keuzes!

Slide 47 - Tekstslide

Werkvorm:
  • Ga in groepje bij elkaar zitten, genummerd!
  • Let op taalgebruik!
  • Respecteer de visie/mening van een ander!
  • Beredeneer! Oftewel leg uit aan elkaar waarom je iets vindt!

  • Kunnen jullie als groep tot een groepsoplossing komen?

Slide 48 - Tekstslide

Groepsantwoord
Bezuinigen op .?.

Slide 49 - Open vraag

Groepsantwoord
Extra geld aan .?.

Slide 50 - Open vraag