Soms worden het werkwoord en het onderwerp omgedraaid, dan spreken we van inversie.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BeroepsopleidingWOStudiejaar 6
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Uitleg
De standaard woordvolgorde is:
Onderwerp (subject) - werkwoord (verbum) - rest
Soms worden het werkwoord en het onderwerp omgedraaid, dan spreken we van inversie.
Slide 1 - Tekstslide
Voorbeeld
Een simpele zin:
Ik ga naar school
Onderwerp - werkwoord - rest
Morgen ga ik naar school
Tijd - werkwoord - onderwerp - rest
Slide 2 - Tekstslide
Uitleg oefening
Hierna zie je steeds stukjes van zinnen. Sleep de stukjes naar de goede plek. Onderin zie je rode vakjes. Daar moet de zin in de goede volgorde komen te staan.
Slide 3 - Tekstslide
Zet de onderdelen in de goede volgorde
Mijn vader
met zijn fiets
naar het werk
gaat
Slide 4 - Sleepvraag
Zet de onderdelen in de goede volgorde
Leest
jouw moeder
ook
zo graag
een boek?
Slide 5 - Sleepvraag
Zet de onderdelen in de goede volgorde
Je
hebt
deze zin
heel goed
opgelost!
Slide 6 - Sleepvraag
Zet de onderdelen in de goede volgorde
pinnen
u
kunt
hier
niet
Slide 7 - Sleepvraag
Zet de onderdelen in de goede volgorde
Ik
wil
die broek
in die kleur hebben
niet
Slide 8 - Sleepvraag
Zet de onderdelen in de goede volgorde
Morgen
kan
ik
niet
komen
Slide 9 - Sleepvraag
Zet de onderdelen in de goede volgorde
Hoeveel
andijvie
heb
ik
nodig voor vier personen
Slide 10 - Sleepvraag
Is deze zin goed of fout? Als hij fout is, corrigeer hem: Mijn kat is in een hoge boom gisteren geklommen.
Slide 11 - Open vraag
De shampoo is deze week voor de helft van de prijs.
Slide 12 - Open vraag
Mijn spiegel viel zomaar vanochtend op de grond.
Slide 13 - Open vraag
Ik ben moe, dus ik ga naar bed straks.
Slide 14 - Open vraag
Maaike blijft vandaag lekker thuis.
Slide 15 - Open vraag
De kinderen van Margreet spelen met hun telefoon tijdens...
Slide 16 - Open vraag
Dit is het slechtste restaurant ter wereld, maar toch...