basis H8 lengte en omtrek
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Hoe hoog is de boom?
A
6 meter
B
9 meter
C
12 meter
D
16 meter
Slide 5 - Quizvraag
Hoe hoog is de boom?
A
6 meter
B
8 meter
C
12 meter
D
16 meter
Slide 6 - Quizvraag
Stevig doorlopen is .... km/uur
A
6
B
8
C
12
D
18
Slide 7 - Quizvraag
Stevig fietsen is .... km/uur
A
6
B
8
C
12
D
18
Slide 8 - Quizvraag
Amber woont in Bergambacht.
Lisa woont in Schoonhoven.
Hoeveel kilometer is het
voor Amber om naar Lisa te fietsen?
Lisa woont in Schoonhoven.
Hoeveel kilometer is het
voor Amber om naar Lisa te fietsen?
Slide 9 - Open vraag
Wat is de omtrek
van deze rechthoek?
van deze rechthoek?
A
30 m
B
22 m
C
42 m
D
90 m
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de omtrek van dit figuur?
Geef niet alleen een antwoord
maar ook de berekening!
Geef niet alleen een antwoord
maar ook de berekening!
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Hoeveel millimeter gaan er in een centimeter
A
10
B
100
C
0,1
D
1000
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel meter is 44 centimeter.
A
440 m
B
4,4 m
C
0,44 m
D
44 m
Slide 15 - Quizvraag
Reken om:
25 m = ........ cm
25 m = ........ cm
A
2,5
B
250
C
2500
D
0,25
Slide 16 - Quizvraag
3,2 dm = 32 ....
Slide 17 - Open vraag
5 hm = ..... m
Slide 18 - Open vraag
Welke lengtemaat past het beste bij de deur?
A
2 meter (m)
B
20 decimeter (dm)
C
200 centimeter (cm)
D
200 millimeter (mm)
Slide 19 - Quizvraag
Welke lengtemaat past bij dit bord?
A
meter (m)
B
centimeter (cm)
C
decimeter (dm)
D
kilometer (km)
Slide 20 - Quizvraag
de teddybeer is ongeveer 20 .....?
A
mm
B
cm
C
dm
D
m
Slide 21 - Quizvraag
Welke maateenheid kies jij?
A
cm
B
m
C
km
Slide 22 - Quizvraag
Deze schaar is 15 ... lang
A
cm
B
m
C
km
Slide 23 - Quizvraag
Mijn opa gaat een stuk wandelen.
Hij rust na elke decameter uit. Hoeveel meter is dat?
Slide 24 - Open vraag
A
de omtrek = 12 + 5 + 12 + 5
de omtrek = 34 cm
B
de omtrek = 12 x 5 = 60 cm
C
de omtrek = 12 + 5 + 12 + 5
de omtrek = 24 cm
D
de omtrek = 12 + 5
de omtrek = 17 cm
Slide 25 - Quizvraag
A
de omtrek = 6 + 5 + 9
de omtrek = 20 x 2 = 40 cm
B
de omtrek = 6 x 5 = 30 cm
C
de omtrek = 5 + 6 + 9
de omtrek = 20 cm
D
de omtrek = 6 x 9 x 5
de omtrek = 270 cm
Slide 26 - Quizvraag
2 m
omtrek
5 m
A
10 m
B
12 m
C
14 m
Slide 27 - Quizvraag
Bereken de omtrek.
Schrijf je berekening op!
Schrijf je berekening op!
Slide 28 - Open vraag
Bereken de omtrek van de blauwe figuur
Zet je berekening erbij!!
Zet je berekening erbij!!
Slide 29 - Open vraag
Check out: Ik ga voor mijn toets een .... halen
1
3
5
7
9
