veilig op stage hoofdstuk 6

Waar denk je aan bij het woord vallen?
timer
1:00
Heffen en Tillen
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
VCAVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan bij het woord vallen?
timer
1:00
Heffen en Tillen

Slide 1 - Woordweb

In dit hoofdstuk leer je: 

  • Gevaren bij tillen 
  • Hulpmiddelen bij tillen 
  • Hoe je tillen makkelijk maakt

Slide 2 - Tekstslide

werken met vork(hef)truck
De regels:

  1. je moet zorgen dat je goed zicht hebt.
  2. je moet de last stabiel laden.
  3. je moet speciale hulpmiddelen voor bijvoorbeeld hijsen gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Maak opdracht 1 t/m 4
Tekst
Vorken
lading of last
hulpmiddel bij tillen
Kantelen
Overbeladen

Slide 4 - Tekstslide

  • Je mag het contragewicht van een heftruck verzwaren.
  • Een heftruck gebruiken voor zware spullen.
  • Soms met meer dan 1 persoon op een heftruck rijden.
  • Chauffeur moet rekening houden met voetgangers
  • niet waar                                                            
  • waar                                                       
  • niet waar                                                             
  • waar 

Slide 5 - Tekstslide

Maak opdracht 5, 7 en 8 
  • Ga zo dicht mogelijk bij de last staan
  • Houd je rug ontspannen recht
  • Zorg dat je een beetje door je knieën zakt
Tillen

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 9
Wat kan er gebeuren als je verkeerd tilt?
A
last van je rug
B
word je sterk van
C
Vingers zitten knel
D
uit je handen vallen

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht 10
Waardoor kun je lage rugpijn krijgen?
A
Naar de vloer kijken
B
Heel vaak zwaar tillen
C
Samen tillen
D
Wisselen van houding

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 11
Welk hulpmiddel zie je op de foto?
A
Stenentang
B
Zuignap
C
Magneet
D
Steekwagen

Slide 9 - Quizvraag

Einde hoofdstuk 6
Leren: 
  • Hoe moet je werken met een heftruck?
  • Hoe moet je veilig tillen?
  • Hulpmiddelen van tillen (magneet, steekwagen, stenentang en zuignap)

Slide 10 - Tekstslide