Verzorging, Keuzevak Houden van Dieren

Verzorging
Onderwerpen;
* Veilig en schoon werken
* Reinigen en ontsmetten
* Voer en water
* Voer -en watervoorzieningen
* Dagelijkse en periodieke verzorgingsmaatregelen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verzorging
Onderwerpen;
* Veilig en schoon werken
* Reinigen en ontsmetten
* Voer en water
* Voer -en watervoorzieningen
* Dagelijkse en periodieke verzorgingsmaatregelen

Slide 1 - Tekstslide

Veilig en schoon werken
Basisregels;
- Bind (lange) haren altijd vast
- was na de werkzaamheden je handen
-Zorg voor korte nagels
- Doe je sieraden af
- Draag werkkleding
- Draag stevige dichte schoenen

Slide 2 - Tekstslide

Besmetting
Insleep = ziekteverwekkers die van buitenaf het bedrijf op komen
Quarantaine = zieke dieren apart huisvesten
Smetstof = een stof die besmettelijk is voor andere dieren
Luister!

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen reinigen en ontsmetten?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Reinigen en ontsmetten
1. Verblijf leegmaken
2. inweken
3. reinigen
4. naspoelen met water
5. Ontsmetten
6. Inwerken
7. Naspoelen met water
8. Droog maken
9. Hok inrichten
Luister!

Slide 6 - Tekstslide

Water
Water is een dagelijkse levensbehoefte, een dag zonder water kan niet. De waterbehoefte is niet bij alle dieren gelijk. Het hangt af of een dier produceert, maar ook waar het dier oorspronkelijk vandaan komt.
Een dier uit de woestijn gaat heel zuinig met zijn water om. Terwijl een koe die melk produceert dagelijks 200 liter water nodig heeft.

Slide 7 - Tekstslide

Rantsoen
Dagelijkse hoeveelheid voer dat een dier krijgt naar behoefte.
* Diersoort
* Grootte en gewicht
* Geslacht
* Inspanning
* leeftijd
* productie
* Drachtig of zogend
* leefomstandigheden
* conditie
Luister!

Slide 8 - Tekstslide

Wat is ruwvoer?

Slide 9 - Open vraag

Ruwvoer
Paarden en koeien eten veel gras en hooi. Hooi en gras noem je ruwvoer. Ruwvoer komt rechtstreeks van het land. En heeft een bepaald gehalte aan ruwe celstof. Ruwvoer helpt herkauwers bij het herkauwproces. Zonder ruwvoer kan een paard of koe niet. De spijsvertering zou van slag raken en het dier zou ziek worden. Voor het verteren van ruwvoer moet het dier veel moeite doen, dat levert weer warmte op en blijft het dier warm. 

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Waarvoor staat de afkorting ds?
A
Droog stro
B
Droge stof
C
Dunne stront
D
Dun strooisel

Slide 12 - Quizvraag

Krachtvoer
Veel dieren krijgen voedsel in de vorm van brokjes. Het wordt in een fabriek gemaakt. Dit voer heet krachtvoer. Voor het konijn noem je dat ‘konijnenkorrel’.  En voor een hond noem je dat "hondenbrokken". Krachtvoer wordt gemaakt van verschillende grondstoffen en bijproducten.

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

Voer -en watervoorzieningen
Er bestaan veel verschillende soorten voer -en watervoorzieningen met ieder zijn eigen voor -en nadelen.
Wat voor het ene dier goed werkt kan voor het andere dier verkeerd zijn. Kijk goed naar het dier en naar het type bedrijf en zoek dan de juiste voer -en watervoorziening uit.

Slide 15 - Tekstslide

Noem twee werkzaamheden die je dagelijks moet doen bij de dieren op school.

Slide 16 - Open vraag

Noem 5 werkzaamheden die je perodiek doet bij de dieren op school.

Slide 17 - Open vraag

Praktijkopdrachten
Maak in je werkboek de volgende opdrachten;
- 3.2 blz. 46
- 3.4 Voeren op maat blz. 56
- 3.5 Hygiëne dierverblijven blz. 58
- 3.6 Gezondheidscontrole blz. 61
- 3.7  Rekenen met voer blz. 63

Slide 18 - Tekstslide