Les 8 H1 -Lezen Hoofdzaken en hoofdgedachte

Welkom M3
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom M3

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lesstart met een aktualiteit (10min)
Intro- H1 - Lezen Uitleg  Hoofdzaken en hoofdgedachte (5- 10min)
Aan de slag! (20 min)
Opdrachten nabespreken (10 min)
Sprookje in straattaal + klassikale nabespreking (20min)
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Woordenschat
Impact hebben op het leven van Rutte

Veiligheidsexpert

Het risico minimaliseren

Maatwerk 

Strategie

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat
Impact hebben op het leven van Rutte =  invloed
Veiligheidsexpert = deskundige/ specialist op het gebied van veiligheid
Het risico minimaliseren = de kans dat er iets vervelends gebeurt zo klein mogelijk houden
Maatwerk = precies wat iemand nodig hebt
Strategie= een manier waarop je zaken aanpakt

Slide 5 - Tekstslide

DOEL

- je kunt kernzinnen van alinea's  herkennen 
- je kunt hoofdzaken herkennen
- je kunt het verschil zien tussen bijzaken en hoofdzaken
- je kunt de hoofdgedachte herkennen
KERNZINNEN, HOOFDZAKEN 
EN HOOFDGEDACHTE IN EEN TEKST 

Slide 6 - Tekstslide

Wat zou er bedoeld worden met
De hoofdzaken van een tekst
De hoofdgedachte van een tekst?


Slide 7 - Tekstslide

Wat zou er bedoeld worden met
Hoofdzaken is vaak te vinden  

  • in de inleiding en het slot van een tekst
  • in de belangrijkste zin van een alinea (kernzin), vaak te vinden in de eerste of laatste zin!
  • Tussenkopjes kunnen je ook helpen om de hoofzaken te vinden

Slide 8 - Tekstslide

Wat zou er bedoeld worden met
Hoofdgedachte is vaak te vinden:

  • in de inleiding of het slot van de tekst

Vraag bij hoofdgedachte:
Wat is het belangrijkste wat er in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?



Slide 9 - Tekstslide

SAMENVATTEN
- een samenvatting is een zelfgemaakte, korte weergave van de belangrijkste dingen (de hoofdzaken) uit een tekst

- verwerk hoofdzaken in de samenvatting, laat bijzaken weg
- Schrijf de samenvatting in je eigen woorden

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen: theorie over hoofdzaken en hoofdgedachte op blz. 12
Maken: opdracht 1 & 2

Hoe? Alleen! Heb je vragen? Ik loop rond in de klas

Als je klaar bent, maak alvast je huiswerk (=opdracht 3)
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen: de theorie over hoofdzaken en hoofdgedachte op blz. 12
Maken: opdracht 1 + 2

Slide 14 - Tekstslide

Wie kent het sprookje van roodkapje?


Wat is een sprookje eigenlijk?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een sprookje eigenlijk
Sprookjes zijn fantasieverhalen en dus niet echt. Maar vaak gaat het wel over mensen die in de tijd van het sprookje echt hadden kunnen bestaan. Toch komt er altijd wel iets van bijvoorbeeld magie in voor en meestal zorgt dat er ook voor dat het sprookje zo mooi en goed eindigt.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Sprookje in straattaal
Wat vind je van deze versie van het sprookje?
Kon je alle woorden goed verstaan?
Wat is straattaal eigenlijk?

Slide 18 - Tekstslide

STRAATTAAL
is een vorm van jongerentaal, is de mengtaal die jongeren van verschillende achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat, naast de standaardtaal van het land waar ze wonen.

Slide 19 - Tekstslide

Kan je overal en in alle situaties straattaal spreken?

Wanneer wel/ niet? Voorbeelden?

Slide 20 - Tekstslide

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 21 - Tekstslide

De tekst bestaat uit vier zinnen. Wat is volgens jou de belangrijkste zin?

Slide 22 - Open vraag

Als zin 2 de belangrijkste zin van de tekst is,
wat is dan het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Adviseren
D
Overhalen

Slide 23 - Quizvraag

Als zin 3 de belangrijkste zin van de tekst is,
wat is dan het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Adviseren
D
Overhalen

Slide 24 - Quizvraag

Welke dubbele betekenis heeft het woord 'grenzeloos' als je let op de titel en de inhoud van de tekst?

Slide 25 - Open vraag

Wat zijn hoofdzaken in een tekst?
A
Wat belangrijk is in een tekst
B
Wat minder belangrijk is in een tekst

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 27 - Quizvraag

Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan

Slide 28 - Quizvraag

Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 29 - Quizvraag

HOOFDZAKEN
- wat belangrijk is in een tekst
- hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea
- tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden

Slide 30 - Tekstslide

KERNZINNEN
- in een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak

- andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen

Slide 31 - Tekstslide

KERNZINNEN
- een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea

- soms is er geen duidelijke kernzin. Die moet dan zelf gemaakt worden door een zin te maken met het kernwoord

Slide 32 - Tekstslide

HOOFDGEDACHTE van een tekst


- het belangrijkste van een tekst kan 

in één zin samengevat worden:
de hoofdgedachte

Slide 33 - Tekstslide

HOOFDGEDACHTE van een tekst
- je vindt de hoofdgedachte van een tekst door de vraag te stellen:
Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

- de hoofdgedachte van een tekst staat vaak in de inleiding of in het slot van een tekst

 

Slide 34 - Tekstslide

Wat staat er vaak in een kernzin?
A
Minder belangrijke dingen
B
Een samenvatting
C
Een hoofdzaak
D
Een tussenkopje

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat

Slide 36 - Quizvraag

Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?
A
In het middenstuk
B
In de samenvatting
C
In de inleiding of in het slot
D
Dat kun je nooit weten

Slide 37 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding

Wat is het onderwerp?
Antwoord
Wild in the streets

Slide 38 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding

Geeft de afbeelding voldoende informatie als je mee wilt doen?
Antwoord
Nee. Je weet niet hoe laat het evenement begint en waar je dan moet zijn.

Slide 39 - Tekstslide

Lees de tekst
Opdracht: Lees de tekst.

Slide 40 - Tekstslide

Wat is de kernzin van alinea 1?
Antwoord
Op 5 juli zal Wild in the Streets gehouden worden.

Slide 41 - Tekstslide

Wat is de kernzin van alinea 2?
Antwoord
Schoenenfabrikant Emerica vraagt dit jaar speciaal aandacht voor Skatepark Amsterdam.

Slide 42 - Tekstslide

Waarom vraagt Emerica speciaal aandacht voor Skatepark Amsterdam?
Antwoord
Gemeente Amsterdam wil het enige indoorskatepark in Amsterdam sluiten.

Slide 43 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Antwoord

Hoofdgedachte: Het evenement Wild in the Streets wordt op 5 juli gehouden.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide