parate kennis

Parate kennis
Wet en regelgeving Politie
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
VitaliteitBeroepsopleiding

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Parate kennis
Wet en regelgeving Politie

Slide 1 - Tekstslide

Welke bevoegdheden kennen jullie al?

Slide 2 - Open vraag

Casus Jeugd 
Hoofdagenten Patrick en Samira krijgen de opdracht van het Operationeel Centrum
om naar het winkelcentrum te gaan. Een melder ziet drie jongens van ongeveer 14
tot 16 jaar samen een scooter vernielen ter hoogte van de HEMA. De melder geeft
door dat de jongens de scooter hebben omgegooid en dat zij er om de beurt met
kracht tegenaan staan te trappen. Ter plaatse zien Patrick en Samira de volledig
vernielde scooter op straat liggen. Ze zien drie jongens die aan de signalementen
voldoen wegrennen. Het lukt Patrick en Samira om twee jongens aan te houden, de
derde jongen rent een café binnen.

Slide 3 - Tekstslide

Welk strafbaar feit hebben de jongens gepleegd?
A
Openlijke geweldpleging (141 sr.)
B
Baldadigheid (424 sr.)

Slide 4 - Quizvraag

Casus jeugd
Eén van de aangehouden jongens zegt dat hij 15 jaar is en geen ID-bewijs bij zich heeft. Patrick wil  deze jongen fouilleren ter vast stelling van zijn identiteit. 

Slide 5 - Tekstslide

Is Patrick bevoegd om een identiteitsfouillering uit te voeren?
A
Ja, want de jongen is aangehouden
B
nee, dat mag alleen op bevel van de HOvJ
C
Nee, dat mag pas na aankomst op bureau

Slide 6 - Quizvraag

Casus Jeugd
Collega’s van Patrick en Samira komen ter plaatse en brengen beide aangehouden jongens over naar het politiebureau. Samira en Patrick willen de derde jongen aanhouden, die ze eerder een café in zagen rennen. 

Slide 7 - Tekstslide

Zijn Patrick en Samira bevoegd het café ter aanhouding te betreden?
A
Ja, want er is sprake van heterdaad.
B
Ja, met een machtiging tot binnentreden
C
Nee, want een café is een besloten plaats.
D
Nee, want er is geen sprake van een VH-feit.

Slide 8 - Quizvraag

Casus jeugd
Patrick en Samira gaan het café binnen. Als Samira de derde jongen wil aanhouden
roept hij “puta” (stoephoer) tegen Samira. Samira pakt de jongen bij de arm en
zegt dat hij is aangehouden. De jongen rukt zich los, rent weg en roept: “Ik laat me
niet door jou pakken, stom wijf!”

Slide 9 - Tekstslide

Welke strafbare feiten pleegt de jongen?
A
Wederspanningheid (180 sr) en Belediging (266/267 Sr)
B
Bedreiging (285 Sr) en Belemmering (184 Sr'

Slide 10 - Quizvraag

Patrick en Samira rennen achter de jongen aan en houden hem aan.
Mag Patrick een veiligheidsfouillering uitvoeren bij de jongen?
A
Nee, want uit feiten of omstandigheden blijkt niet dat er direct gevaar dreigt voor leven of veiligheid
B
nee, want er is geen sprake van ernstige bezwaren tegen de jongen
C
Ja, want de verdachte is op heterdaad aangehouden voor een misdrijf

Slide 11 - Quizvraag

Casus Aanrijding
Patrick en Samira gaan op verzoek van het Operationeel Centrum naar een aanrijding tussen een man op een fiets en een man op een speed-pedelec. De fietser is gewond geraakt en de man van de speed-pedelec is doorgereden zonder
zijn identiteit kenbaar te maken. Een ambulance is onderweg. Patrick en Samira besluiten om optische en geluidssignalen te gebruiken

Slide 12 - Tekstslide

Mogen Patrick en Samira zelf bepalen of zij met optische en geluidssignalen rijden?
A
Ja, dat mogen zij zelf bepalen als er sprake is van een dringende taak
B
Nee, zij hebben daarvoor in de regel toestemming nodig vanuit OC.

Slide 13 - Quizvraag

Patrick en Samira gebruiken de geluidsignalen alleen bij het naderen en passeren van kruispunten. Het blauwe zwaailicht houden ze wel steeds aan. Handelen ze volgens de Brancherichtlijn Politie?
A
Nee, want het voortdurend aan- en uitschakelen van geluidssignalen is onwenselijk.
B
Nee, want als je de geluidssignalen voortdurend aan- en uitschakelt moet je dit ook doen met het zwaailicht.
C
Ja, want zij beperken de overlast voor omwonende zoveel mogelijk.
D
Ja, want de geluidssignalen worden op de gevaarlijke punten gevoerd.

Slide 14 - Quizvraag

Casus aanrijding
Patrick en Samira zijn aangekomen bij de plaats van het ongeval en zien een oudere man stil op straat liggen. Naast hem ligt een fiets. Het is behoorlijk druk op de weg en er stoppen voertuigen. Samira en Patrick zien dat de man een grote hoofdwond heeft. Ze creëren een veilige werkplek. Samira gaat vervolgens naar de man toe en controleert zijn vitale functies (ABCD). De man blijkt niet te ademen. Samira start de reanimatie en Patrick gaat de AED uit de politieauto halen.

Slide 15 - Tekstslide

Met welke handelingen moet Samira de reanimatie starten?
A
2 beademingen
B
5 beademingen
C
15 borstcompressies
D
30 borstcompressies

Slide 16 - Quizvraag

Patrick heeft de AED uit de politieauto gehaald en is bij het slachtoffer aangekomen. Welke handelingen moet Samira en Patrick nu volgens de reanimatierichtlijnen uitvoeren?
A
Samira gaat door met borstcompressies en Patrick bevestigt de electroden op de borstkas van het slachtoffer
B
Samira gaat door met borstcompressies en Patrick doet de beademing. Als dit geen resultaat geeft wordt de AED aangesloten.

Slide 17 - Quizvraag

Casus aanrijding
De ambulance is ter plaatse en het ambulancepersoneel neemt de zorg voor de man over. Een getuige vertelt Patrick en Samira dat een man op een speed-pedelec een aanrijding met het slachtoffer had. De bestuurder van deze speed-pedelec stapte af en schreeuwde: ”Hé klootzak, kun je niet uit je doppen kijken!” Hij bleef even bij het slachtoffer staan en reed toen snel weg. Volgens de getuige was het meteen duidelijk dat het slachtoffer zwaargewond was.

Slide 18 - Tekstslide

Aan wel misdrijf heeft de doorgereden bestuurder van de Speed-pedelec zich schuldig gemaakt?
A
Verlaten plaats ongeval (7 WVW1994)
B
Geen, want er is geen motorrijtuig bij betrokken
C
Zwaar lichamelijk letsel door schuld (308 Sr)

Slide 19 - Quizvraag

Casus aanrijding
De getuige heeft op de plaats van het ongeval een identiteitskaart gevonden. Volgens de getuige is de man die is weggefietst degene op de foto van de identiteitskaart. Via MEOS vraagt Samira het adres van deze man op. Patrick en Samira gaan naar dit adres toe, maar er blijkt niemand thuis te zijn. Ze worden vervolgens naar een nieuwe melding gestuurd. De volgende dag om 7.30 uur rijden Patrick en Samira nog een keer langs het adres van de man. Hij blijkt thuis te zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Mogen Patrick en Samira de verdachte aanhouden?
A
Ja, op bevel van de officier van Justitie
B
ja, ook zonder bevel van de officier van justitie.
C
Nee, voor dit mag buiten heterdaad niet worden aangehouden
D
Nee, er is geen sprake van ernstige bezwaren

Slide 21 - Quizvraag

Voor de woning zien ze een speed-pedelec staan. De verdachte zegt dat hij deze gebruikt voor woon-werk verkeer. Patrick wil de speed-pedelec van de verdachte in beslag nemen voor eventuele reconstructie. Is Patrick bevoegd om in beslag te nemen?
A
ja, want de speed-pedelec kan dienen tot waarheidsvinding en er is VH toegelaten
B
Ja, want hij is te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming.
C
Nee, want de speed-pedelec is niet vatbaar voor inbeslagneming
D
Nee, want verlaten plaats ongeval is geen VH-feit

Slide 22 - Quizvraag

Patrick vordert het rijbewijs van de man ter inzage. De man zegt dat hij zijn
rijbewijs al een tijdje kwijt is. Patrick controleert via MEOS het rijbewijs van de man. Het rijbewijs blijkt ongeldig verklaard omdat de man een ontzegging heeft van de rijbevoegdheid. Mag de man met zijn speed-pedelec rijden wanneer hij deze ontzegging heeft?
A
Nee, want een speed-pedelec is een motorrijtuig.
B
Ja, want de speed-pedelec is geen motorrijtuig.

Slide 23 - Quizvraag

Casus Inbraak
Patrick en Samira worden door het Operationeel Centrum naar een woning gestuurd. Een buurman heeft gemeld dat hij eerst glasgerinkel hoorde en daarna gestommel in het huis naast hem. Patrick en Samira komen ter plaatse. Ze zien dat de achterdeur openstaat en dat de ruit van die deur is ingeslagen. Ze horen gestommel in de woning. De buurman zegt dat de bewoner waarschijnlijk thuis is.

Slide 24 - Tekstslide

Hebben Patrick en Samira een machtiging nodig om de woning te betreden?
A
Nee, hulpverlening
B
Ja, mondelinge toestemming van de bewoner

Slide 25 - Quizvraag

Patrick en Samira treffen in de slaapkamer van de woning een man aan die zij herkennen als Pim de Groot, een notoire inbreker. Pim woont niet op dit adres. Pim schrikt wanneer hij Patrick en Samira de kamer binnen ziet komen en hij stopt snel iets onder zijn jas. Mag Patrick een opsporingsfouillering uitvoeren?
A
Ja, nadat hij is aangehouden
B
Ja, als hij is staande gehouden
C
Ja, want hij is verdachte
D
Nee, want er bestaan geen ernstige bezwaren tegen Pim

Slide 26 - Quizvraag

Casus inbraak
Pim wordt aangehouden en Patrick voert een fouillering uit. Patrick treft in de broekzak van Pim een sleutelbos aan met daaraan ook een afstandsbediening voor de centrale deurvergrendeling van een auto. Patrick drukt op de afstandsbediening en de alarmverlichting van een auto die voor de deur van de woning staat geparkeerd begint te knipperen.

Slide 27 - Tekstslide

Mag de auto worden doorzocht?
A
Ja, want er is sprake van heterdaad
B
Ja, met toestemming van de hOvj
C
Neem je weet niet op Pim de auto heeft gebruikt
D
Nee, Pim wordt niet verdacht van een VH-feit

Slide 28 - Quizvraag

Pim de Groot draagt een rugzak bij zich op zijn rug. De ritsen van de rugzak zitten dicht. Mogen Patrick en Samira de rugzak onderzoeken?
A
Ja, na inbeslagneming van de rugzak
B
Ja, direct bij de opsporingsfouillering want Pim draagt de rugzak
C
Nee, want er is geen sprake van een VH-feit
D
Nee, want de rugzak is niet vatbaar voor inbeslagname

Slide 29 - Quizvraag

Patrick en Samira brengen Pim over naar het Politiebureau. In de auto begint hij spontaan te verklaren over de inbraak waarvoor hij zojuist is aangehouden. Is zijn verklaring bruikbaar?
A
Ja, zolang Patrick en Samira de verdachte geen vragen stellen
B
Nee, de verdachte heeft de cautie nog niet gehad.
C
Nee, de verdachte heeft zijn raadsman nog niet gesproken

Slide 30 - Quizvraag

Casus Drugsdealer
Het Operationeel Centrum stuurt Patrick en Samira naar een bekende dealplek waar een vechtpartij gaande zou zijn. Bij aankomst blijkt de vechtpartij al over. Samira en Patrick zien wel dat de hen bekende harddrugsdealer Hassan Yilmaz in gesprek is met een hen bekende drugsgebruiker. Ze zien dat de twee iets uitwisselen. Wanneer Hassan en de gebruiker de politieauto zien, lopen ze van elkaar weg. Samira spreekt Hassan aan. Zij vermoedt dat Hassan harddrugs bij zich heeft.

Slide 31 - Tekstslide

Is Samira bevoegd om van Hassan de uitlevering van drugs te vorderen?
A
Ja, zij mag van de verdachte uitlevering vorderen
B
nee, de uitleveringsvordering mag niet aan een verdachte worden gericht
C
Nee, want hij is nog niet aangehouden

Slide 32 - Quizvraag

Als Hassan opzettelijk niet voldoet aan de vordering, is hij dan strafbaar?
A
Nee
B
Ja

Slide 33 - Quizvraag

Hassan zegt dat hij geen drug bij zich heeft. Patrick fouilleert hem en doorzoekt de broekzakken van Hassan. Is Patrick bevoegd om aan de kleding te onderzoeken?
A
Nee, want hij wordt verdachte van een overtreding uit de Opiumwet.
B
Ja, want hij wordt verdacht van een misdrijf uit de Opiumwet en ernstige bezwaren tegen hem zijn dan niet nodig
C
Nee, want hij is nog niet aangehouden
D
Ja, want hij wordt verdacht van een misdrijf uit de Opiumwet en er bestaan ernstige bezwaren tegen hem.

Slide 34 - Quizvraag

Patrick treft in de broekzakken van Hassan tien bolletje met vermoedelijk cocaïne aan. Patrick houdt Hassan aan en brengt hem over naar het Politiebureau. In het politiebureau wil Patrick Hassan aan het lichaam onderzoeken is hij hiertoe bevoegd?
A
Nee, dat mag alleen door een arts worden uitgevoerd
B
Ja, maar alleen als de HOvJ voor wie de verdachte is geleid dit heeft bepaald.
C
Ja, hij is opsporingsambtenaar en zelfstandig bevoegd op de grond van de Opiumwet.

Slide 35 - Quizvraag

Casus huiselijk geweld
Patrick en Samira worden door het Operationeel Centrum naar een woning gestuurd. De bewoonster heeft gemeld dat haar man agressief is en vernielingen in de woning heeft aangericht. Ze zegt dat haar man nog in de woning aanwezig is.
Patrick en Samira komen ter plaatse en worden binnengelaten door meldster Karin. Zij vertelt dat ze ruzie heeft met haar man Bob. Hij heeft uit woede zes borden stukgegooid in de keuken.

Slide 36 - Tekstslide

Is hier sprake van huiselijk geweld?
A
Nee, want Bob heeft geen geweld tegen Karin gebruikt
B
Ja, want er is sprake van geweld tegen zaken in hun woning
C
Nee, want er is geen lichamelijke letsel ontstaan

Slide 37 - Quizvraag

Karin vertelt dat zij uit ervaring weet dat Bob steeds kwader wordt en dan zijn boosheid op haar kan richten. Zij is bang dat hij haar zal slaan. Zijn Patrick en Samira bevoegd om Bob aan te houden?
A
Ja, op verdenking van vernieling
B
Ja, op verdenking van bedreiging
C
Nee, want hij wordt niet verdacht van een strafbaar feit

Slide 38 - Quizvraag

Casus Huiselijk geweld
De hOvJ komt op verzoek van Patrick en Samira ter plaatse en legt Bob een tijdelijk huisverbod op. De hOvJ zegt dat Bob de woning moet verlaten. Voordat Bob de woning verlaat, vordert Patrick de huissleutels van Bob. Bob verlaat de woning,
maar weigert zijn huissleutels af te geven

Slide 39 - Tekstslide

Was Patrick bevoegd de huissleutels van Bob te vorderen?
A
Nee, de HOvJ had de sleutels moeten vorderen
B
Ja, een ambtenaar van politie mag dat doen

Slide 40 - Quizvraag

Casus huiselijk geweld
Karin neemt Patrick even apart en zij verklaart het volgende. “Die rode Golf daar is van Bob. In het handschoenenvakje ligt een blauw doosje en daar zit een pistool in.
Het zou mij ook niet verbazen als hij in zijn hobbykamer hierboven nog meer wapens heeft liggen.”

Slide 41 - Tekstslide

Is Patrick bevoegd om de auto te doorzoeken om te kijken of er inderdaad een pistool in het handschoenenvakje ligt?
A
Ja
B
Nee

Slide 42 - Quizvraag

Nadat Patrick het pistool in de auto van Bob heeft gevonden, wil hij ook de woning van Bob en Karin doorzoeken. Mag Patrick ter inbeslagneming de woning doorzoeken?
A
Nee, er is geen sprake van spoed
B
Ja met toestemming van de OvJ
C
Nee, dit moet in de aanwezigheid van rechter-commissaris
D
Ja, deze bevoegdheid heeft hij als opsporingsambtenaar zelfstandig

Slide 43 - Quizvraag

Casus Mishandeling
Het Operationeel Centrum vraagt Patrick en Samira naar de plaatselijke Albert Heijn te gaan. Een vrouw meldt eergisteren te zijn mishandeld door een andere vrouw. De meldster is flink overstuur want ze ziet de vrouw die haar heeft mishandeld nu lopen in de Albert Heijn. Patrick en Samira zijn ter plaatse en de meldster vertelt hen: “Eergisteren sneed een roodharige vrouw op een fiets mij af. Toen ik er iets van zei, stapte ze van haar fiets af en sloeg en krabde ze mij in mijn gezicht. Kijk maar, ik heb een blauw oog en de krassen in mijn gezicht zijn nog zichtbaar. Ik heb al een afspraak gemaakt om aangifte te doen.”

Slide 44 - Tekstslide

Waar wordt de roodharige vrouw van verdacht?
A
eenvoudige mishandeling (300 Sr)
B
Openlijke geweldpleging (141 Sr)
C
Zware mishandeling (302 Sr)

Slide 45 - Quizvraag

casus Mishandeling
Patrick en Samira zien een roodharige vrouw de Albert Heijn uitlopen en op een fietsstappen. De meldster wijst naar de roodharige vrouw en zegt: “Dat is degene die
mij eergisteren sloeg en in mijn gezicht krabde!” De roodharige vrouw zegt: “Ja, nou en, had je maar niet zo bijdehand moeten doen!” en maakt aanstalten om weg te fietsen.

Slide 46 - Tekstslide

Zijn Patrick en Samira bevoegd de roodharige vrouw aan te houden?
A
Ja er is een verdenking van een feit en op het bevel van HOvJ kan niet worden gewacht
B
Ja, er is een verdenking van een feit en dan opsporingsambtenaren altijd zelfstandig bevoegd tot aanhouding
C
Nee, want er is nog geen aangifte gedaan

Slide 47 - Quizvraag