BTE Theorie M4 SO lesstof week 1 t/m 3 (2021-2022)

Vraag 1: Welke compositie hoort bij welk plaatje?
Diagonaal
Verticaal
Horizontaal
Centraal
Overall
Driehoek
Symmetrisch
1 / 34
volgende
Slide 1: Sleepvraag
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vraag 1: Welke compositie hoort bij welk plaatje?
Diagonaal
Verticaal
Horizontaal
Centraal
Overall
Driehoek
Symmetrisch

Slide 1 - Sleepvraag

Vraag 2: Wat kunnen we zeggen over de voorstelling van dit schilderij?
A
Er is sprake van een licht-donker contrast
B
Er is sprake van atmosferisch perspectief
C
Een man staat op een rots en kijkt uit over een landschap
D
Er is geen sprake van een voorstelling

Slide 2 - Quizvraag

Vraag 3:
Caravaggio
Rembrandt

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 3: Caravaggio vs. Rembrandt. Kies de juiste stelling...
A
De voorstelling en de vormgeving zijn hetzelfde.
B
De voorstelling is hetzelfde.
C
De vormgeving is hetzelfde.
D
De voorstelling en de vormgeving zijn niet hetzelfde.

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 4: Leg het verschil uit tussen voorstelling en vormgeving.

Slide 5 - Open vraag

Vraag 5:

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 5: Wat voor soort compositie is dit?
A
Symmetrisch
B
Centraal
C
Over-all
D
Dynamisch

Slide 7 - Quizvraag


Vraag 6: Hoe heet deze compositie vorm?
A
Centrale compositie
B
Verticale compositie
C
Horizontale compositie
D
Over-all compositie

Slide 8 - Quizvraag


Vraag 7: Welke compositie is hier te zien?
A
Horizontale compositie
B
Over-all compositie
C
Driehoek compositie
D
Verticale compositie

Slide 9 - Quizvraag

Vraag 8:

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 8: Wat voor soort compositie is dit?
A
Horizontaal
B
Verticaal
C
Over-all
D
Symmetrisch

Slide 11 - Quizvraag

Vraag 9:

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 9: Wat voor soort compositie is dit?
A
Over-all
B
Driehoek
C
Symmetrisch
D
Horizontaal

Slide 13 - Quizvraag

Vraag 10:

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 10: Wat voor soort compositie is dit?
A
Horizontaal
B
Over-all
C
Driehoek
D
Centraal

Slide 15 - Quizvraag

Vraag 11:
Centrale compositie
Diagonale compositie
Horizontale compositie
Dynamische compositie

Slide 16 - Sleepvraag

Vraag 12:

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 12: Waarom is er hier sprake van een dynamische compositie?
A
Het is 3d
B
De ordeningslijnen lopen schuin
C
Er is sprake van ritme
D
Er zijn kleurcontrasten

Slide 18 - Quizvraag

Vraag 13:

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 13: Wat voor soort compositie is dit?
A
Driehoek
B
Centraal
C
Diagonaal
D
A-symmetrisch

Slide 20 - Quizvraag

Vraag 14:

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 14: Wat voor soort compositie is dit?
A
Dynamisch
B
Centraal
C
Diagonaal
D
Driehoek

Slide 22 - Quizvraag

Vraag 15: Welke compositie hoort bij welk kunstwerk?
Horizontaal
Verticaal
Diagonaal
Centraal
Overall
Driehoek
Symmetrisch

Slide 23 - Sleepvraag

Vraag 16:

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 16: Wat voor soort compositie is dit?
A
Symmetrisch
B
Centraal
C
Dynamisch
D
Driehoek

Slide 25 - Quizvraag

Vraag 17:

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 17: Wat voor soort compositie is dit?
A
Dynamisch
B
Driehoek
C
Statisch
D
Over-all

Slide 27 - Quizvraag


Vraag 18: Welke compositie is hier te zien?
A
Diagonale compositie
B
Centrale compositie
C
Dynamische compositie
D
Statische compositie

Slide 28 - Quizvraag

Tekst
Tekst
Tekst
Vraag 19: Sleep de term naar het juiste plaatje.
Symmetrische compositie
Centrale compositie
Horizontale compositie

Slide 29 - Sleepvraag

Vraag 20: kikvorsperspectief en vogelperspectief.

Welke afbeelding hoort bij welk perspectief denk je?
Kikvorsperspectief
Vogelperspectief

Slide 30 - Sleepvraag

Vraag 21: Wat kunnen we zeggen over de vormgeving als we kijken naar het beeldaspect ruimte?
A
Er is sprake van een compositie
B
Er is sprake van atmosferisch perspectief
C
Er is sprake van verkleining en vervaging
D
De man kijkt in de verte en dat geeft een ruimtelijk effect

Slide 31 - Quizvraag

Vraag 22: Welk kleurcontrast is hier zichtbaar?
A
Licht-donker contrast
B
Complimentair contrast
C
Warm-koud contrast
D
Kwantiteitscontrast

Slide 32 - Quizvraag

Vraag 23: Welke vorm van het beeldaspect ruimte zien we hier?
A
coulissewerking
B
afsnijding
C
doorkijkje
D
repoussoir

Slide 33 - Quizvraag

Vraag 24: Kleurperspectief -
Welke manieren kan je gebruiken om ruimte te creëren
A
Koud-warmcontrast: koude kleuren lijken verder weg dan warme kleuren.
B
Licht-donkercontrast: kleuren/tonen op de voorgrond zijn donker, naar de achtergrond toe steeds lichter.
C
Kwaliteitscontrast: kleuren naar de verte toe steeds minder verzadigd (vaak grijzer).
D
Antwoorden van A, B en C kloppen allemaal.

Slide 34 - Quizvraag