Questions: Stap 1: Welk werkwoord staat in de zin?
(am/are/is/can of staat er een ander ww?)
Stap 2: Bij welke regel hoort het werkwoord?
regel 1-> am/are/is/can-regel
(am/are/is/can zet je aan het begin van de zin)
regel 2-> ander werkwoord-regel
(Voeg 'do' of 'does' toe en gebruik hele ww)
Stap 3: Pas de goede regel toe.
-Regel 1: zet am/are/is/can aan het begin
-Regel 2: Do of Does + hele werkwoord
1 He can play tennis. / 2 We are happy.
3 She walks to school. / 4 I read a book.
Can hoort bij regel 1 / are hoort bij regel 1
walks hoort bij regel 2 / read hoort bij regel 2
Can he play tennis? / Are we happy?
Does she walk to school? / Do I read a book?