1 Eigen antwoorden, bijvoorbeeld:
a Hoorde je wat de leraar zei?
b We kletsten te veel tijdens de les.
c Een vis hapte naar een vlieg op het water.
d De buren klaagden over geluidsoverlast.
e De wind fluisterde door de bomen.
f Mijn neefje likte aan zijn smeltende ijsje.
g Ik kuste mijn nieuwe vriendje.
h Mijn oma en haar vriendinnen babbelden de hele ochtend.