Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4
In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Binnen komen
Tas op de grond
Spullen pakken
Aanschuiven
B
A
S
T
A
Aandacht
Mobiel in de bak / Handen wassen
Rustig op je plaats gaan zitten
Lesboek(ken) | Schrift | Etui | Laptop
Dus niet op schoot of achter je rug ;-)
Aandacht voor de docent (stil zijn)
timer
3:00
Slide 1 - Tekstslide
Eerste hulp bij ongelukken
Z&W
M&O
Hoofdstuk 7
PJD feb 21
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan wij doen?
(Eventueel) Terugblik vorige les
Leerdoelen bespreken
Behandelen Mens & Zorg Hoofdstuk 7
Tussendoor quizvragen beantwoorden
Zelfstandig aan het werk
Evalueren
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik
Vorige les
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen
wat leren wij deze les?
Aan het einde van de les weet je:
Wat eerste hulp is
Wat de volgorde van eerste hulp is
Slide 5 - Tekstslide
De Lesstof
Mens & Zorg
Hoofdstuk 7
Eerste hulp bij ongelukken
Slide 6 - Tekstslide
EHBO
Slide 7 - Woordweb
Eerste hulp verlenen
Eerste hulp is de hulp die jij biedt totdat deze wordt overgenomen door een professionele hulpverlener.
Slide 8 - Tekstslide
Volgorde eerste hulp
Let op gevaar.
Ga na wat er is gebeurd en verplaats het slachtoffer bij gevaar.
Controleer het bewustzijn.
Controleer de ademhaling.
Handel bij levensbedreigend letsel en ziekte.
Slide 9 - Tekstslide
1. Let op gevaar
Als je hulp verleent bekijk je eerst of jij zelf geen gevaar loopt.
Verkeersongeluk, brand of vechtpartij kunnen een reden zijn dat je geen hulp biedt.
Bel het alarmnummer.
In andere gevallen zorg je ervoor dat jij, de mensen eromheen en het slachtoffer geen gevaar lopen.
maatregelen nemen: veiligheidsvest aantrekken.
volg de aanwijzingen van de professionele hulpverlening op.
Slide 10 - Tekstslide
Waar staat de afkorting EHBO voor?
A
Eerste Hulp Bij Opmaak
B
Eerste Hulp Bij Ongelukken
C
Eerste Hulp Bij Opvoeden
D
Eerste Hulp Bij Drugs
Slide 11 - Quizvraag
2. Verplaats het slachtoffer bij gevaar
Je mag het slachtoffer niet onnodig verplaatsen.
In een situatie waarbij het slachtoffer of jij zelf gevaar loopt, zorg je er wel voor dat het slachtoffer verplaatst wordt (bijvoorbeeld bij brand of een drukke snelweg).
Rautek- greep
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
3. Controleer het bewustzijn
Bij een ongeval ga je eerst na wat er is gebeurd.
Je begint met het controleren of het slachtoffer nog bij bewustzijn is (reageert niet op aanspreken of aanraken).
Is het slachtoffer bewusteloos, dan dreigt er direct levensgevaar.
Slide 14 - Tekstslide
4. Controleer de ademhaling
Als het slachtoffer niet meer ademt komt er te weinig zuurstof in het lichaam. Hierdoor komt het slachtoffer in gevaar.
Hoe stel je vast of het slachtoffer nog ademt?
kijken: je kijkt of de borstkas omhoog komt
Luisteren: je luistert bij de mond en de neus of je ademhaling hoort (kinlift)
Voelen: je voelt met je wang of het slachtoffer er lucht tegen uitademt.
Ligt het slachtoffer op de rug, dan kan dit de luchtweg belemmeren. Om de luchtweg open te houden leg je het slachtoffer daarom in de stabiele zijligging.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
5. Handel bij levensbedreigend letsel en ziekte
Je zorgt dat professionele hulp gebeld wordt (ambulance, politie of brandweer).
Als jij eerste hulp biedt, dan laat je het slachtoffer niet alleen.
Je laat iemand anders bellen naar de alarmcentrale. Zeg tegen de beller dat hij ook weer terugkomt.
Slide 18 - Tekstslide
Centralist
Als je met het alarmnummer belt krijg je een centralist aan de lijn.
Waar is het slachtoffer?, wat is er gebeurd? en is het slachtoffer aanspreekbaar?
Ademt het slachtoffer? Of heeft het slachtoffer ernstige bloedingen?
Belangrijk: de professionele hulpverlening moet precies weten waar het slachtoffer zich bevindt.
Je blijft net zo lang doorgaan met het bieden van eerste hulp totdat de professionele hulpverlening zegt dat ze het van je overnemen.
Centralist
Slide 19 - Tekstslide
Betrokken zijn bij een ernstig ongeval is vaak schokkend en kan angst oproepen.
Het slachtoffer heeft dan iemand nodig die hem geruststelt.
Belangrijk: geeft het slachtoffer het vertrouwen dat hij op je kan rekenen.
Blijf kalm en vriendelijk, begrip hebben voor zijn angst of boosheid, naast het slachtoffer te knielen, oogcontact maken met het slachtoffer of te vertellen wie je bent.
Geruststellen
Slide 20 - Tekstslide
Wat is een centralist?
A
Iemand die voor zijn beroep actief is in de hulpverlening
B
Persoon die meegaat in de ambulance
C
Persoon die de apparatuur in de alarmcentrale bedient
D
telefoonnummer dat je in geval van nood kunt bellen
Slide 21 - Quizvraag
Wanneer is iemand buiten bewustzijn?
A
Het slachtoffer kan niet meer praten
B
Het slachtoffer reageert op aanrakingen
C
Het slachtoffer ademt niet meer
D
Het slachtoffer reageert niet op aanspreken of aanraken
Slide 22 - Quizvraag
Wat is overhitting?
A
verlaging van de lichaamstemperatuur onder de norm
B
Een wond als gevolg van verbranding
C
Iemand heeft een ernstige brandwond
D
Toename van de lichaamstemperatuur boven de norm
Slide 23 - Quizvraag
Wat is onderkoeling?
A
Toename van de lichaamstemperatuur onder de norm
B
De persoon heeft koorts
C
Verlaging van de lichaamstemperatuur onder de norm
D
besmetting met een virus of bacterie
Slide 24 - Quizvraag
Leerdoel: Benoemen wat eerste hulp is
Slide 25 - Open vraag
Eerste hulp verlenen
Eerste hulp is de hulp die jij biedt totdat deze wordt overgenomen door een professionele hulpverlener (ambulanceverpleegkundige). Tijdens de eerste hulp zorg jij ervoor dat de toestand van het slachtoffer niet erger wordt.
Slide 26 - Tekstslide
Leerdoel: Benoemen wat de volgorde van eerste hulp is
Slide 27 - Open vraag
Volgorde eerste hulp
Let op gevaar
Verplaats het slachtoffer bij gevaar
Controleer het bewustzijn
Controleer de ademhaling
Handel bij levensbedreigend letsel en ziekte
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Krijg je de opdrachten in de les niet af,
dan maak je de opdrachten als huiswerk voor de volgende les!!!