Voortplanting Bs 3 en 4 (vwo2)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Je weet hoe de ovulatie/eisprong in zijn werk gaat.
- Met de bijhorende begrippen: follikel(rijping) en het gele lichaam.

Slide 3 - Tekstslide

In welk onderdeel rijpen eicellen?
A
Eierstok
B
Baarmoeder
C
Eileider
D
Vagina

Slide 4 - Quizvraag

De eicellen van een vrouw worden geproduceerd:
A
Vanaf de puberteit
B
Na de puberteit
C
Voordat zij geboren wordt
D
Vanaf de geboorte tot de puberteit

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noemen we het follikelweefsel wat achterblijft na de eisprong?

Slide 6 - Open vraag

Je weet wat er bij de bevruchting en innesteling gebeurt.

Slide 7 - Tekstslide

In welk onderdeel vindt de bevruchting plaats?
A
Baarmoeder
B
Eierstok
C
Vagina
D
Eileider

Slide 8 - Quizvraag

Welke route legt een zaadcel af vanaf het moment van de zaadlozing tot en met de bevruchting?
A
Vagina, baarmoedermond, baarmoederhals, baarmoeder, eileider, eierstok.
B
Vagina, baarmoedermond, baarmoederhals, baarmoeder, eileider.
C
Vagina, baarmoederhals, baarmoedermond, baarmoeder, eileider, eierstok.
D
Baarmoedermond, baarmoederhals, baarmoeder, eileider.

Slide 9 - Quizvraag

Innesteling van een bevruchte eicel vindt plaats in:

Kies het beste antwoord.
A
Eileider
B
Baarmoederslijmvlies
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 10 - Quizvraag

Op het moment dat de eicel bevrucht wordt in de eileider dan gaat de eicel delen zonder dat de cel groter wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Sommige vrouwen kunnen niet in verwachting raken doordat hun eileiders verstopt zijn.

1) Heeft de verstopping bij deze vrouwen invloed op de menstruatie?
2) En op de ovulatie?
A
1) Nee 2) Nee
B
1) Ja 2) Ja
C
1) Nee 2) Ja
D
1) Ja 2) Nee

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Iris had op 3 december haar eerste dag van de menstruatie.

Op welke datum zal de eerstvolgende eisprong vermoedelijk zijn?
A
12 december
B
15 december
C
13 december
D
16 december

Slide 14 - Quizvraag

De menstruatiecyclus is een zich steeds herhalend proces tot de vrouw in de overgang gaat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Op welk moment is het baarmoederslijmvlies het dikste?
A
Tijdens de follikelrijping
B
Tijdens het ontstaan van het gele lichaam.
C
Tijdens de ovulatie

Slide 16 - Quizvraag

Hoe goed begrijp je de stof?
Vul in.

Slide 17 - Tekstslide

Je hoe de ovulatie/eisprong in zijn werk gaat.
Met de bijhorende begrippen: follikel(rijping) en het gele lichaam.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Je weet wat er bij de bevruchting en innesteling gebeurt.

😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Je weet wat de menstruatiecyclus is en kan daarin de menstruatie, ovulatie, follikelrijping en ontstaan gele lichaam aanwijzen en uitleggen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll