4.3 Internationale samenwerking

Op welke datum begon de tweede wereldoorlog in Nederland?
A
1 september 1939
B
5 mei 1940
C
10 mei 1940
D
15 mei 1940
1 / 41
volgende
Slide 1: Quizvraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 44 min

Onderdelen in deze les

Op welke datum begon de tweede wereldoorlog in Nederland?
A
1 september 1939
B
5 mei 1940
C
10 mei 1940
D
15 mei 1940

Slide 1 - Quizvraag

Censuur is...
A
Het vervangen van alle mensen die het oneens zijn met de Nazi's
B
Overgave
C
Het controleren van alle media
D
Het opdringen van ideeën

Slide 2 - Quizvraag

Het helpen van een onderduiker
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent het begrip: Illegaal
A
Onpartijdig
B
In strijd met de wet
C
verbieden van publicatie
D
alleenheerschappij

Slide 4 - Quizvraag

Wie was Arthur Seyss Inquart?
A
Aanhanger van Hitler en Rijkscommissaris van Nederland
B
Nederlandse commissaris
C
Een overleden Joodse burger
D
Anti-Duitser

Slide 5 - Quizvraag

Wat was de aanleiding voor de Nederlandse legerleiding om te capituleren (overgeven)?
A
De inval van Duitsland
B
Het gevangen nemen van Wilhelmina
C
Het bombardement op Rotterdam
D
Verloren veldslagen

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer was de Duitse invasie van Polen?
A
10 mei 1939
B
1 September 1939
C
10 mei 1940
D
1 September 1940

Slide 7 - Quizvraag

Hoelang vocht Nederland tegen de Duitsers voordat zij zich overgave?
A
5 dagen
B
10 dagen
C
15 dagen
D
20 dagen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een blitzkrieg?
A
Duits voor Binnenhof
B
een Duitse tank
C
een snelle aanval
D
neutraal zijn

Slide 9 - Quizvraag

De Duitsers wilde Nederland tot overgave dwingen door het bombarderen van een stad. Welke stad was dat?
A
Rotterdam
B
Amsterdam
C
Den Haag
D
Utrecht

Slide 10 - Quizvraag

Wat is collaboratie?
A
Het maken van coca cola.
B
Onderduikers helpen
C
Tegenwerken van de vijand
D
Samenwerken met de vijand.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van gewapend verzet?
A
Illegale krantjes rondbrengen
B
Duitsers uitschelden
C
aanslagen plegen
D
Onderduikers helpen

Slide 12 - Quizvraag

Welk van de onderstaande groepen behoorde niet tot de ongewensten?
A
Joden
B
Homo's
C
Gewone Nederlanders
D
Gehandicapten

Slide 13 - Quizvraag

Wie vluchtte tijdens het bezet van Nederland naar London?
A
koningin Wilhelmina en de ministers
B
Westerbork
C
Arthur Seyss Inquart
D
De ministers

Slide 14 - Quizvraag

De laatste winter van de oorlog was het koudste en eiste de meeste levens. Hoe heet deze winter?
A
Koude winter
B
Koude oorlog
C
Honger oorlog
D
Honger winter

Slide 15 - Quizvraag

Op 4 mei zijn we 2 minuten stil voor alle mensen die zijn omgekomen door oorlogsgeweld. Hoe laat zijn we twee minuten stil?
A
18:00 uur
B
19:00 uur
C
20.00 uur

Slide 16 - Quizvraag

4.3 Internationale samenwerking
De Tweede Wereldoorlog is afgelopen...


Slide 17 - Tekstslide

Doelen:

  • Je weet hoe internationale samenwerking in Europa begon.
  • Je kunt uitleggen hoe de samenwerking in Europa werd uitgebreid.
  • Je weet waarom landen samenwerken in de VN
  • Je begrijpt waarom mensenrechten belangrijk zijn.
4.3 Internationale samenwerking

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

4.3 Internationale samenwerking
Het begin van de Europese samenwerking
Samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg -> Voordelen:
  • Geen ingewikkelde grenscontroles
  • Geen belasting om goederen over de grens te vervoeren.
  • Goed voor de economische ontwikkeling
De Benelux

Slide 20 - Tekstslide

4.3 Internationale samenwerking
Het begin van de Europese samenwerking
  • Europese Gemeenscahp voor Kolen en Staal 
  • Frankrijk en Duitsland sloten vrede
  • Ze gingen samenwerken met Iltalië en de BENELUX
  • 6 landen hoefde geen balasting te betalen aan de grens.
  • Goed voor de economie en de welvaart.
De EGKS (vanaf 1952)

Slide 21 - Tekstslide

4.3 Internationale samenwerking
Het begin van de Europese samenwerking
  • Door het succes van de EGKS bereiden de landen hun samenwerking uit.
  • Europese Economische Gemeenschap
  • Alle handel tussen de lidstaten werd vrij.
De EEG (vanaf 1958)

Slide 22 - Tekstslide

Uitbreiding Europese Samenwerking
4.3 Internationale samenwerking
  • In 1992 werd de Europese Unie opgericht. 
  • Steeds meer Europese landen werden lid van de EU
  • Euro: Gemeenschappelijke munt in 2002 ingevoerd
  •  De economische samenwerking was een succes -> meer samenwerking -> Politiek, Politie, Landbouw 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Uitbreiding Europese Samenwerking
4.3 Internationale samenwerking

  • Samenwerking binnen de politiek
  • Europese Commissie (27 leden, 1 per lidstaat) Dagelijks bestuur
  • Europees Parlement (democratische organisatie met ruim 700 leden, volksvertegenwoordiging van de EU)

Slide 25 - Tekstslide

4.3 Internationale samenwerking (deel 2)
Na de Tweede wereld  Oorlog -> EU -> maar ook Wereldwijde organisaties 

Slide 26 - Tekstslide

DE EUROPESE UNIE GROEIT....

Slide 27 - Tekstslide

4.3 Internationale samenwerking
De doelen:
  • Je weet hoe landen wereldwijd samenwerken in de Verenigde Naties.
  • Je begrijpt waarom mensenrechten belangrijk zijn.

Slide 28 - Tekstslide

4.3 Internationale samenwerking
Wereldwijde samenwerking
Tijdens de tweede werldoorlog was er veel armoede en ellende.

Met elkaar moeten we zorgen voor meer:  Vrede, Veiligheid en Welvaart.

200 landen gaan samenwerken in een volkerenorganisatie. De Verenigde Naties(VN)

Slide 29 - Tekstslide

4.3 Internationale samenwerking
Wereldwijde samenwerking
De veiligheidsraad speelt een belangrijke rol.

Deze proberen conflicten en oorlogen te voorkomen.

De veiligheidsraad bestaat uit 15 landen. 5 vast (China, VS, Rusland, Frankrijk en VK) en 10 wisselend.


Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

4.3 Internationale samenwerking
Vredesmissies
Een belangrijk onderdeel is de VN-Vredesmacht.
Een leger dat bestaat uit soldaten uit verschillende landen-> Blauw helmen

Ook Nederland levert soldaten die actief zijn bij vredesmissies.
Ook bij natuurrampen worden militairen ingezet.


Slide 32 - Tekstslide

4.3 Internationale samenwerking
Ieder mens heef rechten, waar ook te wereld
Er zijn afspraken gemaakt, waarin gelijke rechten van de mens staan:
  1. Iedereen wordt vrij en met gelijke rechten geboren.
  2. De rechten gelden voor iedereen, wie of waar je ook bent.
  3. Je hebt recht op leven, vrijheid en veiligheid.
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens

Slide 33 - Tekstslide

4.3 Internationale samenwerking
De rechten van de mens
Veel regeringen doen hun best, maar helaas niet allemaal.
bv: ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, er heerst een dictatuur, verschil tussen arm en rijk, man en vrouw etc. 

Amnesty International zet zich in voor mensenrechten.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

In welk jaar werd de EU opgericht?
A
1960
B
1948
C
1944
D
1992

Slide 36 - Quizvraag

Welke kleur hebben de helmen van het vredesleger van de Verenigde Naties?
A
zwart
B
groen
C
blauw
D
bruin

Slide 37 - Quizvraag

Welke drie doelen heeft de Verenigde Naties?
A
vrede, gezondheid en veiligheid
B
welvaart, onderwijs en veiligheid
C
onderwijs, veiligheid en vrede
D
vrede, veiligheid en welvaart

Slide 38 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting EGKS?
A
Europese Gemeenschap voor Katoen en Soja
B
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
C
Eerste Gemeenschap voor Katoen en Staal
D
Eerste Gemeenschap voor Kolen en Staal

Slide 39 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde?

A
EU, EEG, EGKS, Benelux
B
EGKS, Benelux, EEG, EU
C
Benelux, EGKS, EEG, EU
D
Benelux, EGKS, EU, EEG

Slide 40 - Quizvraag

Aan de slag

  • §4.3  opdracht 1 t/m 9
timer
10:00

Slide 41 - Tekstslide