5.4 Ga je winst maken

5.4 Ga je winst maken
Les check
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

5.4 Ga je winst maken
Les check

Slide 1 - Tekstslide

De jaarrekening bevat de volgende losse onderdelen:
A
Exploitatieoverzicht
B
Exploitatieoverzicht + balans
C
Exploitatieoverzicht + balans + toelichting
D
Exploitatieoverzicht + balans + toelichting + winst

Slide 2 - Quizvraag

In de winst- en verliesrekening zie je of er winst (of verlies) is gemaakt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Zonder brutowinst an een bakker of slager nooit nettowinst maken.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

De nettowinst is het
brutoinkomen van de eigenaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Quitte (spreek uit: kiet) spelen is het zelfde break-even draaien.
De opbrengst is dan gelijk aan de kosten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Constante kosten veranderen met de productie omvang.
Maak je één product meer dan stijgen deze kosten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Variabele kosten veranderen met de productie omvang.
Maak je één product meer dan stijgen deze kosten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Oliebolbakken. O = omzet, I = IWO, B = brutowinst, BK = bedrijfskosten
en N = nettowinst
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Nadat het break even punt is bereikt neemt de winst snel toe.
Nadat de constante kosten zijn betaalt ontstaat er winst. Per product is die winst gelijk aan de constante kosten per product.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Nadat een dure machine is gekocht nemen de bedrijfskosten toe met de afschrijvingskosten per periode van deze machine.

De liquiditeit van de onderneming neemt wel in één keer af met de hele aanschafprijs.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag