2b/k Lezen H4-1

Nederlands 4-2

Wat gaan we doen vandaag?

1. Spullen op tafel en mobiels in de tas
2. Lezen... Hoe zat het ook alweer?
3. H4 Lezen
4. Opdrachten maken 
   

Wat is het onderwerp van een tekst?

1. De titel
2. Een klein deel van de tekst.
3. Geeft aan waar de tekst over gaat.
4. Een tussenkopje

In hoeveel woorden schrijf je het onderwerp van een tekst op?

1. 1 of 2 woorden
2. 3 of 4 woorden
3. Een hele zin

Een tekst bestaat uit?

1. Titel, plaatjes, inleiding
2. Inleiding, kern, slot
3. Tussenkopjes en een goed slot
4. Inleiding, middenstuk, slot

Wat staat er in de inleiding?

1. Het onderwerp van de tekst
2. Welke tussenkopjes je kan vinden in de tekst
3. Een korte samenvatting
4. Wie de tekst heeft geschreven

Wat zijn deelonderwerpen?

1. Stukjes tekst
2. De plaatjes die bij de tekst horen
3. Verschillende delen van het onderwerp
4. Alinea's

In het slot vind je...

1. Waar de tekst over gaat
2. De plaatjes die horen bij de tekst
3. Wie de schrijver is van de tekst
4. Een korte samenvatting van de tekst

Wat is een kernzin?

Wat zijn hoofdzaken en bijzaken?
Hoofdzaken = … Bijzaken = ...

Noem een voorbeeld van een opsomming

Wat is een signaalwoord?

H4 Lezen

• Wat zijn feiten?
• Wat zijn meningen?
• Wat zijn argumenten?
  

Basis:

1. Lees de theorie op blz. 217.
2. Maak de opdrachten 1 en 2.
3. Klaar? Maak opdracht 1 uit je oefenboek blz. 44.

Kader:

1. Lees de theorie op blz. 127.
2. Maak de opdrachten 1 en 2.
3. Klaar? Maak opdracht 1 uit je oefenboek blz. 50. 
   

Hoe: Eerste tien minuten in stilte, daarna mag er zachtjes overlegd worden.

Tijd: twintig minuten

Muziek: Ja, mag