§4.2 opgaven

10. Welk verbrandingsproduct maakt een vlam geel?
A
koolstof
B
koolstofdioxide
C
koolstofmonoxide
D
waterdamp
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

10. Welk verbrandingsproduct maakt een vlam geel?
A
koolstof
B
koolstofdioxide
C
koolstofmonoxide
D
waterdamp

Slide 1 - Quizvraag

11. Een goed reagens is gevoelig, dat betekent:
A
het geeft een zichtbare verandering bij een klein beetje stof
B
het reageert maar met één stof
C
je moet er voorzichtig mee omgaan, anders werkt het niet meer
D
je hebt maar weinig reagens nodig

Slide 2 - Quizvraag

12a. hoe sluit je de zuigpomp aan?
A
bij x anders wordt kalkwater opgezogen
B
bij x zodat het gas door het kalkwater gaat
C
bij y anders wordt het kalkwater opgezogen
D
bij y zodat het gas door het kalkwater gaat

Slide 3 - Quizvraag

12b. In welke wasfles moet je water uit A aantonen?
A
je weet nooit zeker of het water uit A komt
B
wasfles B
C
wasfles C
D
wasfles D

Slide 4 - Quizvraag

12d. In wasfles C wordt zwaveldioxide aangetoond.
A
er zit kalkwater in
B
er zit joodwater in
C
er zit blauw kopersulfaat in
D
er zit rodekoolsap in

Slide 5 - Quizvraag

12d. In wasfles C wordt zwaveldioxide aangetoond met joodwater
A
dit is wit en wordt blauw
B
dit is kleurloos en wordt wit troebel
C
dit is blauw en wordt rood
D
dit is geel en wordt kleurloos

Slide 6 - Quizvraag

14. Sleep de juiste getallen naar de juiste plaats in de reactievergelijking voor de volledige verbranding van butaan:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14

Slide 7 - Sleepvraag

18b. Sleep de juiste getallen naar de juiste plaats in de reactievergelijking voor de onvolledige verbranding van butaan:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14

Slide 8 - Sleepvraag

15. Wat is de juiste vergelijking?
A
de bovenste
B
de tweede van boven
C
de tweede van onder
D
de onderste

Slide 9 - Quizvraag

18a Waarom is het plaatsen van een koolstofmonoxide melder in een caravan belangrijker dan in een huis?
A
een caravan is kleiner
B
in de caravan heb je maar één ruimte
C
de aanvoer van verse lucht in huis is beter
D
in een caravan verbrand je ander gas

Slide 10 - Quizvraag