les 1 Formules en grafieken

Les 1 Formules en grafieken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 1 Formules en grafieken

Slide 1 - Tekstslide

Puntengrafiek
Sommige grafieken bestaat alleen maar uit punten
Dit omdat de tussenliggende waarden geen betekenis hebben. 

vb. Treinkaartjes, zakgeld per week, zwembad kaartjes, aantal games

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1:
Sleep de juiste naam bij de grafiek en geef daarna aan welk soort grafiek het is. 
verticale lijn
puntengrafiek
horizontale lijn

Slide 3 - Sleepvraag

Horizontale en verticale lijnen

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2

Welke formule hoort bij grafiek A?
A
y = 2
B
x = 2
C
y = -1
D
x = 4

Slide 5 - Quizvraag

Opdracht 3:

Welke formule hoort bij grafiek C?
A
y = -1
B
x = -1
C
y = 3
D
x = 3

Slide 6 - Quizvraag

Opdracht 5:

Joost gaat graag zwemmen. Hij heeft een abonnement van 18 euro. Hierdoor hoeft hij per keer dat hij gaat zwemmen maar 2 euro entreegeld te betalen. De formule is B = 2a + 18

Hoort hier een puntengrafiek bij?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht 6:

Het zwembad gaat opnieuw gevuld worden. De badmeester draait de kraan helemaal open en het water stroomt er met de snelheid van 12 liter per minuut in het zwembad.
Hier wordt de formule Inhoud = 12 x aantal minuten
Hoort hier een puntengrafiek bij?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Opdracht 7:

Joany heeft op haar spaarrekening 160 euro staan. Ze spaart per maand 30 euro. Om te
berekenen hoeveel ze op haar rekening heeft staan gebruikt ze de volgende formule: 30m + 150 = B
Hoort hier een puntengrafiek bij?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

y=-x2 + 2

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 8:

Hoe noem je de grafiek van een kwadratische formule?

Slide 11 - Open vraag

opdracht 9:

Hoe noem je het hoogste of het laagste punt van zo’n grafiek?

Slide 12 - Open vraag

Opdracht 10: 
Vul de tabel in bij de formule 
-1
0
3
8
8
3
0
-10
-2
-5
15
-10

Slide 13 - Sleepvraag



Bereken (-7)  en  -72
Schrijf alleen beide uitkomsten op met 
het woordje en ertussen. 

Slide 14 - Open vraag

Nieuwe opdracht:
Bereken -9  en  (-10)2
Schrijf alleen beide uitkomsten op met 
het woordje en ertussen. 

Slide 15 - Open vraag