Vloeibare toedieningsvormen PZT

Vloeibare toedieningsvormen
                   Productzorg voor apothekersassistenten 
                                   H11 Suspensie blz. 93-100
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
productzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vloeibare toedieningsvormen
                   Productzorg voor apothekersassistenten 
                                   H11 Suspensie blz. 93-100

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lesprogramma
- Absentie
- Leerdoelen
- Theorie Suspensie  
- (pauze 15min)
- Leerdoelen herhalen
- Einde les 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je kunt de verschillende vloeibare toedieningsvormen benoemen.
- Je kunt minimaal 3 voordelen benoemen van een vloeibare bereiding.
- Je kunt minimaal 4 nadelen van een vloeibare bereiding benoemen.
- Je kunt de functie van de hulpstoffen die in een vloeibare bereiding wordt gebruikt benoemen.
- Je kunt in eigen woorden uitleggen wat de volgende begrippen betekenen: Dispersies, Suspensie, Colloïdale oplossing, Emulsie en Solubilisatie.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn vloeibare toedieningsvormen?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oplossing 11.2
- Een oplossing is homogeen, helder, stabiel en kan een kleur hebben, maar ook kleurloos zijn.
- Een mengsel van een vloeistof (het oplosmiddel) en een andere stof (of stoffen). 
- Voorbeelden van een oplosmiddel: water, alcohol en olie
- Voorbeelden van een opgeloste stof: zout, suiker en kleurstof





Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol als oplosmiddel
Sommige stoffen lossen niet op in water. Voor deze stoffen heb je een ander oplosmiddel nodig. Bijvoorbeeld alcohol.  

Alcohol voor inwendig gebruik: Alcohol 70%/90%/96%.
Alcohol voor uitwendig gebruik:  Alcohol ketonatus (geketoneerde alcohol) 70%/90%/96%

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Colloïdale oplossing 11.3.2
- Een oplossing en colloïdale oplossing zijn twee soorten oplossingen op basis van hun verschillende eigenschappen.
- Zoals deeltjesgrootte, uiterlijk van de oplossing en zichtbaarheid.
- Het is een heterogeen mengsel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suspensie 11.3.1
- Een suspensie is weinig stabiel, troebel en zakt uit.
-  Bestaat uit een vloeistof met daarin niet-opgeloste vaste stoffen.
- Is altijd troebel, je kunt er niet doorheen kijken. 
- Voorbeelden: water + zand, verf
- Dispersie is vergelijkbaar met suspensie. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
Voordat je verf kunt gebruiken moet je het eerst goed roeren.
Geef twee redenen waaraan je kunt zien dat verf een suspensie is.

Slide 9 - Tekstslide

Je kunt er niet doorheen kijken. Het is troebel

Je moet het mengen voor gebruik, dit komt omdat na een tijdje de onopgeloste delen naar beneden zakken. 


Emulsie 11.3.3
- Een emulsie is een mengsel, het bestaat uit twee of meer stoffen.
- Bestaat uit een vloeistof met daarin een niet-opgeloste vloeibare stof.
- Na een tijdje ontmengt een emulsie. Om dit te voorkomen kun je een emulgator toevoegen. 
- Emulsie is altijd troebel, je kunt er niet doorheen kijken.
- Voorbeelden: mayonaise, melk, crème.  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Solubilisatie 11.3.4
- Solubilisaties zijn heldere oplossingen van in water onoplosbare vloeistoffen.
- Een solubilisatie staat tussen een echte oplossing (=helder) en een emulsie (=troebel).




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dit mengsel is:
het is dus een:
dit mengsel is:
het is dus een:
helder
troebel
oplossing
suspensie

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hulpstoffen
- Smaakstoffen
- Conserveermiddel
- Verdikkingsmiddel/ Viscositeit verhogende stoffen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakstoffen
Suikerstroop, sorbitoloplossing, essences en sacharoide natrium

Stropen bestaan voor 63% uit suiker
Sirupus simplex= suiker stroop
Sirupus thymi= thym stroop

Wanneer het suiker niet wenselijk is wordt solutio sorbitol 70% soms ter vervanging gebruikt. 
Sorbitol 70 per centum cristallisabile (de kristaliseerbare sorbitoloplossing 70%) deze vorm is zuiverder en wordt daarom het meest gebruikt in de apotheek. 
Sorbitol 70 per centum non cristallisable (de niet-kristalliseerbare oplossing 70%)




 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conserveermiddel
- Sorbinezuur (acidum sorbicum)
- Sol Methylparabeen 150mg/ml= propyleengylocol + methylparahydroxybenzoaat

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Viscositeitverhogende stoffen bij een suspensie 
-Carmellosum natricum middelviskeus
-Methylcellulosum 15 mPa.s= mPa.s staat voor milli pascale seconde


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorieopdracht 11.2 (20 min.)
Maak de vragen a t/m f op blz. 131, theorieopdracht 11.2 uit de reader & lees H11 blz. 93-100 uit het boek. 





Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen herhalen
- Je kunt de verschillende vloeibare toedieningsvormen benoemen.
- Je kunt minimaal 3 voordelen benoemen van een vloeibare bereiding.
- Je kunt minimaal 4 nadelen van een vloeibare bereiding benoemen.
- Je kunt de functie van de hulpstoffen die in een vloeibare bereiding wordt gebruikt benoemen.
- Je kunt in eigen woorden uitleggen wat de volgende begrippen betekenen: Dispersies, Suspensie, Colloïdale oplossing, Emulsie en Solubilisatie.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak de vragen a t/m f op blz. 131, theorieopdracht 11.2 uit de reader & lees H11 blz. 93-100 uit het boek.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies