Lesson 8 - much/many

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

SO - VOLGENDE WEEK
donderdag & vrijdag 
(volgende week)
SO - CHAPTER 5 
woordjes (blz. 96 + deel 97)
possessives & much/many
leren: staat al in Magister

Slide 2 - Tekstslide

What are we going to do?
1. check possessives homework

2. What is the difference between
     countable and uncountable nouns?

3. Learn how to use much or many (veel).

I can use much and many in a sentence and question.



Slide 3 - Tekstslide

possessives  (bezit)

Slide 4 - Tekstslide

staart van de leeuw
A
The lions tail
B
The lion's tail
C
The lions' tail
D
The tail of lion

Slide 5 - Quizvraag

de tassen van mijn moeder
A
my mother her bags
B
my mothers' bags
C
my mother's bags
D
the bags of my mother

Slide 6 - Quizvraag

de kooi van de apen
A
the monkeys' cage
B
the cage of the monkeys
C
the monkey's cage
D
the monkeys cage

Slide 7 - Quizvraag

dak van de kerk
A
the roof of the church
B
the church of the roof
C
the church's roof
D
the churchs' roof

Slide 8 - Quizvraag

de hoofdstad van Frankrijk
A
France's capital
B
France its capital
C
Frances' capital
D
the capital of France

Slide 9 - Quizvraag

BLIJF INGELOGD OP LESSONUP 
MAAR PAK OPEN NU SNEL JE BOEK NAAR BLZ. 75
PAK EEN PEN


HERE WE GO......

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

much & many = veel
Ze betekenen allebei 'veel' maar je mag ze niet zomaar door elkaar gebruiken. Er is een regel.....niet heel moeilijk hoor 
MANY -  zet je voor woorden die je kunt tellen
MUCH - zet je voor woorden die je NIET kunt tellen

Slide 13 - Tekstslide

telbaar

ontelbaar
woorden waar je een cijfer voor zou kunnen zetten

     many apples

     many children


     many cups

bij deze woorden kan je niet een cijfer voor zetten

   much water

    much money


    much sand

Slide 14 - Tekstslide

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

How ....... sand is there in the dessert?
A
many
B
much

Slide 15 - Quizvraag

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

How ..... panda bears are there in this zoo?
A
many
B
much

Slide 16 - Quizvraag

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

We have ....... beach balls.
A
many
B
much

Slide 17 - Quizvraag

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

There is not ...... work.
A
many
B
much

Slide 18 - Quizvraag

trees
A
many
B
much

Slide 19 - Quizvraag

water
A
many
B
much

Slide 20 - Quizvraag

ducks
A
many
B
much

Slide 21 - Quizvraag

rice
A
many
B
much

Slide 22 - Quizvraag

wolves
A
many
B
much

Slide 23 - Quizvraag

Ik weet nu wanneer ik 'many' en wanneer ik 'much' moet gebruiken.

Slide 24 - Poll

go to page 76 ex. 34
& fill in object

for tomorrow
OBJECT
OBJECT
pens
tea
euros
cups of tea
money
flowers
books
grass
page 76 
ex. 34a
ex. 34b (kies 4 van de objects uit   
    34a en maak daar vragen over)
page 77
ex. 35 (grote schrijfdeel hoeft  niet)
online-leren grammar slim stampen 13 a & b, 14 a & b

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide