4H BC §13.1 t/m §13.3

Hfd 13 Organisatie en Maatschappij
In deze les bespreken we:
- absolute / relatieve omvang van een onderneming
-rol / belang  van de organisatie in de maatschappij 


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Hfd 13 Organisatie en Maatschappij
In deze les bespreken we:
- absolute / relatieve omvang van een onderneming
-rol / belang  van de organisatie in de maatschappij 


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootte van ondernemingen
absolute omvang 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootte van ondernemingen
Een organisatie valt in een groep als ze aan minimaal van twee van de drie criteria voldoet (dit onthouden, tabel zelf wordt gegeven)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootte van ondernemingen
Na 2 opvolgende boekjaren in een andere categorie, dan verhuist de onderneming in het 2e jaar naar deze categorie.

Bv: Bedrijf X in 2018 in categorie klein. Cijfers 2019 behoren in categorie  middelgroot, maar 2019 nog verplichtingen van klein. Cijfers 202 behoren weer tot categorie middelgroot, dan 2020 verplichtingen middelgroot.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Publicatie-eisen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Groot NV heeft de volgende kenmerken: activa € 4.250.000, Netto omzet: € 700.000 Aantal personeelsleden : 120
Waar wordt de onderneming bij ingedeeld ?

Slide 6 - Open vraag

Een onderneming hoort bij ene categorie als aan tenminste twee van de kenmerken wordt voldaan.
antwoord:
Als aan twee categorieën wordt voldaan  behoort een onderneming bij een categorie:
waarde activa € 4.250.000      =  klein
omzet € 700.000 =                           klein
personeelsleden  120  =                middelgroot

Dus categorie klein       

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je het marktaandeel in aantallen van een onderneming ?
A
totale marktafzet / afzet onderneming x 100%
B
afzet van de onderneming / totale omzet van de markt x 100%
C
omzet van de onderneming / totale afzet van de markt x 100%
D
afzet van de onderneming / totale marktafzet x 100%

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je het marktaandeel van de omzet van een onderneming? schrijf de formule op.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken:
a. De totale omzet supermarkten in 2017
b. de omzet van Jumbo in 2017
in miljarden euro's afgerond op 2 decimalen

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke functies vervullen ondernemingen in de maatschappij? Noem tenminste 3 functies

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MVO staat voor
A
Mens Verantwoord Ondernemen
B
Milieu Verantwoord Ondernemen
C
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
D
Modern Verantwoord Ondernemen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van MVO?
A
regenwater filteren voor het doorspoelen van toiletten
B
een dieselauto rijden i.p.v. een benzine auto
C
de deur achter je sluiten
D
geen kauwgum meer gebruiken

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies