Thema weer en klimaat Par 1.1

Algemeen 
Korte introductie


Wat moet je meenemen:
 - Je leerboek 
- Je werkboek 
-  Een schrift (formaat A4 / A5)
- Tijdens uitleg maak je aantekening in je schrift 

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Algemeen 
Korte introductie


Wat moet je meenemen:
 - Je leerboek 
- Je werkboek 
-  Een schrift (formaat A4 / A5)
- Tijdens uitleg maak je aantekening in je schrift 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Onderdelen 
Weer en klimaat
Bevolking en ruimte 
Water 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen thema Weer en Klimaat 
Weet je en ken je:
  • De fysische basistopografie van Nederland, Spanje en de VS;
  • De betekenis van de begrippen van Weer & Klimaat;
  • Wat het verschil is tussen Weer & Klimaat op verschillende plekken in de wereld;
  • Kenmerken van Weer en Klimaat van Nederland, Spanje en VS;
  • Invloeden van het Weer en Klimaat op de menselijke activiteiten in Nederland, Spanje en VS;

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen par. 1.1 
Aan het einde van de les kun jij:
1. Verklaren het verschil tussen het weer en klimaat
2. De weerselementen herkennen en benoemen
3. Het weer aan de hand van weerselementen beschrijven
4. Benoemen vijf factoren die het Nederlandse weer en klimaat beïnvloeden
5. Verklaren hoe elke factor het weer beïnvloedt


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Weer of klimaat?

Morgen wordt het mooi weer. 25 graden en af en toe een klein buitje.
A
Weer
B
Klimaat

Slide 9 - Quizvraag

Weer en klimaat is hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Het klimaat is het weer in een groot gebied
B
Het klimaat is het weer over een lange tijd
C
Weer en klimaat zijn hetzelfde
D
Het klimaat is het weer in een groot gebied over een langere tijd

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Zelfstandig werken 
Maken opdrachten 1 en 2 werkboek blz. 4
timer
7:00

Slide 15 - Tekstslide

wat is het verschil tussen weer en het klimaat?
A
weer is over een langere periode
B
klimaat is het gemiddelde weer over een korte periode
C
klimaat is het gemiddelde weer over een lange periode
D
weer is over ongeveer 40 jaar

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Welke temperatuurfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
ligging van warme of koude zeestromen
D
gesteldheid aardoppervlak

Slide 24 - Quizvraag

Welke temperatuurfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
ligging van warme of koude zeestromen
D
gesteldheid van het aardoppervlak

Slide 25 - Quizvraag

Welke temperatuurfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
windrichting
D
gesteldheid aardoppervlak

Slide 26 - Quizvraag

Deze foto gaat over:
A
Zonnestraling en invalshoek
B
Breedteligging en zonnestraling
C
Klimaat en neerslag
D
Breedteligging en invalshoek

Slide 27 - Quizvraag

Hoe lager de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Welke uitspraak is juist?
A
In het oosten is het 's winters kouder omdat de wind meestal uit het oosten komt.
B
In het oosten is het 's winters kouder omdat het verder van de zee ligt.
C
In het oosten is het 's winters kouder omdat het een hogere hoogteligging heeft.
D
In het oosten is het 's winters kouder omdat het een hogere breedteligging heeft.

Slide 29 - Quizvraag

De zee heeft doorgaans een matigende invloed op het klimaat (geen extreme temperaturen)
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Wanneer heeft de zee geen invloed op het klimaat?
A
Bij een aanlandige wind
B
Bij een aflandige wind

Slide 31 - Quizvraag

Is alles duidelijk, zijn er nog dingen die je uitgelegd wil hebben?

Slide 32 - Open vraag

Lesdoelen par. 1.1 

1. Verklaren het verschil tussen het weer en klimaat
2. De weerselementen herkennen en benoemen
3. Het weer aan de hand van weerselementen beschrijven
4. Benoemen vijf factoren die het Nederlandse weer en klimaat beïnvloeden
5. Verklaren hoe elke factor het weer beïnvloedt


Slide 33 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
Lezen par. 1.1 Weer of klimaat?
Maken opdrachten 3,4a,b,5a,b en 6

timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide