320 les 6: 3.6 / Richtingscoëfficiënt berekenen en dezelfde rc of bg- 3M

● Leerdoelen bespreken

● Terugblik: vk t/m 3.5

● Uitleg: 3.6

● Zelfstandig werken

● Leerdoel behaald?

Welkom bij wiskunde

bij

Laptop

in de tas.

Leg je spullen op tafel

Wat gaan we doen?

Pak een wisbordje.

-7

1 / 45

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides en 4 videos.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

● Leerdoelen bespreken

● Terugblik: vk t/m 3.5

● Uitleg: 3.6

● Zelfstandig werken

● Leerdoel behaald?

Welkom bij wiskunde

bij

Laptop

in de tas.

Leg je spullen op tafel

Wat gaan we doen?

Pak een wisbordje.

-7

Slide 1 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.

Leerdoelen

Je kunt r.c. uitrekenen bij een lineaire grafiek.

(r.c.=afname verticaal:afname horizontaal)

Je weet dat bij een gelijke richtingscoëfficiënt

de grafieken evenwijdig lopen.

Je weet dat bij een gelijk begingetal

de grafieken op dezelfde hoogte beginnen.

H3: Formules en grafieken

Vk Rekenen met formules

1. Lineair of niet

2. Lineaire grafiek bij formule

3. Regelmaat in tabellen

4. Formules bij een tabel

5. Formule bij een grafiek

6. Richtingscoefficient

berekenen

H9: Grafieken en vergelijkingen

Vk Grafieken en vergelijkingen

1. Bijzondere grafieken

2. Som- en verschilgrafiek

3. Vergelijkingen oplossen met

de balansmethode

4. Oplossen met inklemmen

Slide 2 - Tekstslide

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak.
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen.

Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.

Is dit de tabel van een lineair verband?
Zo ja, wat is de richtingscoëfficiënt?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ja, hoort bij een lineair verband.
r.c. = -12

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de letterformule?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke letterformule hoort hierbij?

tijd in jaren

Bedrag in €

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B = 22 + 10t

B: bedrag in € t: tijd in jaren

tijd in jaren

Bedrag in €

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn het begingetal en de richtingscoëfficiënt?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

b.g. = 200

r.c. = 500

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Letterfomule hierbij?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Letterformule?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L = 12 + 2t

L: lengte in cm t: tijd in maanden

lengte in cm = 12 + 2 x tijd in maanden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de richtingscoëfficiënt?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de richtingscoëfficiënt?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de richtingscoëfficiënt?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de richtingscoëfficiënt?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de richtingscoëfficiënt?

Gebruik:

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de richtingscoëfficiënt?

Gebruik:

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

r . c . = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} = 0, 333 . . . \approx 0, 3

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule?

r . c . = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} = 0, 333 . . . \approx 0, 3

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H: hoogte in meter t: tijd in jaren

of (maar is wel minder goed)

H: hoogte in meter t: tijd in jaren

r . c . = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} = 0, 333 . . . \approx 0, 3

H = 1 + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} t

H = 1 + 0, 3 t

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: Richtingscoëfficiënt berekenen

Wanneer de r.c. niet goed af te lezen is, gebruik je:

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: Richtingscoëfficiënt berekenen

Wanneer de r.c. niet goed af te lezen is, gebruik je:

Zoek hiervoor logische punten,
roosterpunten.

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: Richtingscoëfficiënt berekenen

Wanneer de r.c. niet goed af te lezen is, gebruik je:

Zoek hiervoor logische punten,
roosterpunten.

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: Richtingscoëfficiënt berekenen

Wanneer de r.c. niet goed af te lezen is, gebruik je:

Zoek hiervoor logische punten,
roosterpunten.
Bekijk de toename horizontaal

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: Richtingscoëfficiënt berekenen

Wanneer de r.c. niet goed af te lezen is, gebruik je:

Zoek hiervoor logische punten,
roosterpunten.
Bekijk de toename horizontaal en de

toename verticaal.

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: Richtingscoëfficiënt berekenen

Wanneer de r.c. niet goed af te lezen is, gebruik je:

Zoek hiervoor logische punten,
roosterpunten.
Bekijk de toename horizontaal en de

toename verticaal.

Maak de berekening:

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

r . c . = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: Richtingscoëfficiënt berekenen

Wanneer de r.c. niet goed af te lezen is, gebruik je:

Zoek hiervoor logische punten,
roosterpunten.
Bekijk de toename horizontaal en de

toename verticaal.

Maak de berekening:

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

r . c . = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} = 0, 75

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: r.c. berekenen

Wat is de richtingscoëfficiënt bij deze grafiek?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: r.c. berekenen

Wat is de richtingscoëfficiënt bij deze grafiek?

r . c . = \frac{​ - 1 0 ​ ​}{​ 2 0 ​} = - 0, 5

r . c . = \frac{​ - 2 0 ​ ​}{​ 4 0 ​} = - 0, 5

r . c . = \frac{​ t o e n a m e v e r t i c a a l ​ ​}{​ t o e n a m e h o r i z o n t a a l ​}

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: r.c. berekenen

De formule bij deze grafiek is:

B = 20 - 0,5t

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: R.c. berekenen

B = 20 - 0,5t

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: R.c. berekenen

Als 2 grafieken evenwijdig zijn,
dan is de r.c. hetzelfde.

B = 20 - 0,5t

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: R.c. berekenen

Als 2 grafieken evenwijdig zijn,
dan is de r.c. hetzelfde.

B = 20 - 0,5t

B = 12 - 0,5t

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: R.c. berekenen

B = 20 - 0,5t

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: R.c. berekenen

Als 2 grafieken op dezelfde hoogte beginnen op de y-as,

dan is het begingetal hetzelfde.

B = 20 - 0,5t

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.6: R.c. berekenen

Als 2 grafieken op dezelfde hoogte beginnen op de y-as,

dan is het begingetal hetzelfde.

B = 20 - 0,5t

B = 20 - 0,1t

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besproken leerdoelen

Je kunt r.c. uitrekenen bij een lineaire grafiek.

(r.c.=afname verticaal:afname horizontaal)

Je weet dat bij een gelijke richtingscoëfficiënt

de grafieken evenwijdig lopen.

Je weet dat bij een gelijk begingetal

de grafieken op dezelfde hoogte beginnen.

H3: Formules en grafieken

Vk Rekenen met formules

1. Lineair of niet

2. Lineaire grafiek bij formule

3. Regelmaat in tabellen

4. Formules bij een tabel

5. Formule bij een grafiek

6. Richtingscoefficient

berekenen

H9: Grafieken en vergelijkingen

Vk Grafieken en vergelijkingen

1. Bijzondere grafieken

2. Som- en verschilgrafiek

3. Vergelijkingen oplossen met

de balansmethode

4. Oplossen met inklemmen

Slide 38 - Tekstslide

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak.
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen.

Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.

Huiswerk

Maken van H3:
Paragraaf 3.6 via jouw eigen leerroute

Nakijken:
Alle gemaakte huiswerk

timer

4:00

Achter de les

Testopgave

H -> blz. 150

I -> blz. 154

FT H3:

Volgende les

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen volgende

hoofdstuk

Volgende les Formatieve Toets H3

Welke leerdoelen heb je al onder de knie?

En welke hebben je aandacht nog nodig?

H3: Formules en grafieken

Vk Rekenen met formules

1. Lineair of niet

2. Lineaire grafiek bij formule

3. Regelmaat in tabellen

4. Formules bij een tabel

5. Formule bij een grafiek

6. Richtingscoefficient

berekenen

H9: Grafieken en vergelijkingen

Vk Grafieken en vergelijkingen

1. Bijzondere grafieken

2. Som- en verschilgrafiek

3. Vergelijkingen oplossen met

de balansmethode

4. Oplossen met inklemmen

Slide 40 - Tekstslide

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak.
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen.

Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

320 les 6: 3.6 / Richtingscoëfficiënt berekenen en dezelfde rc of bg- 3M

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

Meer lessen zoals deze

320 les 6: 3.6H / Richtingscoëfficiënt berekenen - 3M

320 les 6: 3.6 / Richtingscoëfficiënt berekenen - 3M

320 les 6: 3.6 / Richtingscoëfficiënt berekenen - 3M

320 les 6: 3.6 / Richtingscoëfficiënt berekenen - 3M

320 les 7: 3.6I / Dezelfde richtingscoëfficiënt of begingetal- 3M

H3: 3.6 / lineaire formule bij een grafiek maken - 3M

H3: 3.6 / lineaire formule bij een grafiek maken - 3M

310 les 3: 3.3 / Regelmaat in tabellen - 3K