In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Longventilatie
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik...
Slide 2 - Tekstslide
Houdt grote stofdeeltjes tegen.
Maakt de lucht die je inademt vochtig.
Vervoert het slijm naar de keelholte.
Verwarmt de ingeademde lucht.
Voorkomt dat stofdeeltjes en ziekteverwekkers in de longen komen.
Waarschuwt voor stinkende gassen.
Hier staan functies van delen van het ademhalingsstelsel.
Sleep het deel naar de juiste functie.
Neusslijmvlies
Neusharen
Reukzintuig
Trilharen
Neusslijmvlies
Neusslijmvlies
Slide 3 - Sleepvraag
longblaasjes
longen
brochien
brochiolen
luchtpijp
Slide 4 - Sleepvraag
Waar geldt de volgende reactievergelijking: Hb + O2 HbO2
A
In je longen
B
In je spieren
Slide 5 - Quizvraag
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt.
Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen.
Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld.
Slide 6 - Tekstslide
Borstholte
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Borstademhaling
Slide 9 - Tekstslide
Borstademhaling
Slide 10 - Tekstslide
De borstademhaling begint met
A
samentrekken tussenribspieren
B
samentrekken middenrif
C
luchtdruk daling in de longen
D
vergroting van de longen
Slide 11 - Quizvraag
tijdens een inademing is de druk in de longen......dan de buitenlucht
A
groter
B
gelijk
C
kleiner
Slide 12 - Quizvraag
Buikademhaling
Slide 13 - Tekstslide
Buikademhaling
Slide 14 - Tekstslide
https:
Slide 15 - Link
Een turnster hangt ondersteboven aan een rekstok.
Bij bepaalde adembewegingen gebruikt zij in deze houding meer energie dan wanneer zij normaal rechtop staat. Welke adembewegingen kosten in deze houding meer energie dan wanneer zij normaal rechtop staat en even frequent ademt?
A
inademing bij zowel de rib- als de middenrifademhaling
B
inademing bij de ribademhaling en uitademing bij de middenrifademhaling
C
uitademing bij de ribademhaling en inademing bij de middenrifademhaling
D
uitademing bij zowel de rib- als de middenrifademhaling
Slide 16 - Quizvraag
Ademhaling regelen
Via koolstofdioxidezintuigcellen in bloedvaten
Impulsen naar ademcentrum in hersenen
Hersenen sturen signalen naar tussenribspieren en middenrifspieren
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
De buikademhaling begint met
A
samentrekken tussenribspieren
B
samentrekken middenrif
C
luchtdruk daling in de longen
D
vergroting van de longen
Slide 20 - Quizvraag
Tijdens een uitademing is de druk in de longen......dan de buitenlucht
A
groter
B
gelijk
C
kleiner
Slide 21 - Quizvraag
Luchtdrukdaling in de longen kan worden veroorzaakt worden door...
A
samentrekken middenrif
B
veerkracht van longweefsel
C
samentrekken buikspieren
D
ontspanning borstspieren
Slide 22 - Quizvraag
Waar wordt de ademhaling geregeld?
A
Door het hartritme
B
In de longen
C
Door de O2 en CO2 uitwisseling
D
In het ademcentrum in de hersenstam
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Ademvolume Binas 83B
Slide 25 - Tekstslide
1
5
6
7
Vitale capaciteit
Ademvolume
Restvolume
Longvolume
Slide 26 - Sleepvraag
Hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
Hoeveelheid lucht die je extra kunt inademen bij diepe inademing
Deel van je ademhalingsstelsel waarvan de lucht niet de longblaasjes bereikt (ongeveer 150ml)
Hoeveelheid lucht die je extra kunt uitademen bij diepe uitademing
Hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft na zo diep mogelijke uitademing
Hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
Totale inhoud van de longen
Vitale capaciteit
Inspiratoir reservevolum
Ademvolume
Restvolume
Expiratoir reservevolume
Dode ruimte
Longvolume
Slide 27 - Sleepvraag
Bij een klaplong is er sprake van een gaatje of scheurtje in het longweefsel. Dit weefsel trekt zich vervolgens door zijn elasticiteit samen. Er stroomt lucht vanuit de long in de ruimte tussen longvlies en borstvlies. Iemand die een klaplong heeft, gaat al bij geringe inspanning hijgen.
Waardoor wordt dit hijgen vooral veroorzaakt?
A
doordat de concentratie koolstofdioxide in het bloed hoger word
B
doordat de concentratie zuurstof in het bloed lager wordt
C
doordat de dissimilatie in de tussenribspieren wordt gestimuleerd
D
doordat de dissimilatie in de hartspier wordt gestimuleerd.
Slide 28 - Quizvraag
Iemand heeft een klaplong. De andere long is normaal. Tijdens de inademing wordt aan de kant van de klaplong de druk in de ruimte tussen longvlies en borstvlies vergeleken met de druk in de klaplong.
Is er tijdens de inademing een verschil in druk? Zo ja, waar is de druk het laagst?
A
Er is geen verschil in druk.
B
De druk is het laagst in de ruimte tussen longvlies en borstvlies
C
De druk is het laagst in de klaplong.
Slide 29 - Quizvraag
Aan de slag
Met het maken van opdrachten 13 t/m 20
Na 10 minuten bespreken opdracht 16 en 18
timer
10:00
Slide 30 - Tekstslide
Exit ticket
1. Welke spieren trekken samen bij de borstademhaling (Inademing)
2. Welke spieren trekken samen bij de buikademhaling (inademing)
3. Welke prikkel zorgt voor een verhoging van de ademhalingfrequentie?