2. Uiterlijke verzorging: Je gezicht en haar verzorgen.

Uiterlijke verzorging: Je gezicht en haar verzorgen.
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Uiterlijke verzorging: Je gezicht en haar verzorgen.

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Je kunt uitleggen hoe je je gezicht en haar moet verzorgen.
  • Je kunt uitleggen welke producten je voor gezichts- en       haarverzorging gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Wat doe jij aan huidverzorging?

Slide 3 - Woordweb

De huid van je gezicht 
De huid op je gezicht is gevoelig.
Daarom moet je voorzichtig zijn als je je gezicht verzorgt.
Er zijn verschillende huidtypen en ook verzorgingsproducten voor ieder huidtype.


Slide 4 - Tekstslide

Vette huid



Een vette huid is juist vettig en 
glimt een beetje.

Slide 5 - Tekstslide

Droge huid



Een droge huid is vaak ruw en schilferig.
Het kan trekkerig aanvoelen na een wasbeurt.

Slide 6 - Tekstslide

Gecombineerde huid








Een gecombineerde huid heeft droge delen en vette delen. De T-zone (voorhoofd, neus en kin) is vet en de rest droog.

Slide 7 - Tekstslide

Welk huidtype heb jij?
Weet je dat? 
Gebruik anders het testje op de volgende dia. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Gezichtsverzorging

Was je gezicht 2 keer per dag.
Dit doe je zo:

  • Zorg dat je schone handen hebt.
  • Gooi warm water over je hele gezicht.
  • Smeer je gezicht voorzichtig in met een zachte zeep of een wasmiddel speciaal voor het gezicht. Gebruik geen gewone zeep, want dan droogt je huid uit.





  • Spoel alle zeep goed af. Het is belangrijk dat er geen zeeprestjes overblijven. Want die kunnen je huid verstoppen.
  • Dep je gezicht droog met een schone, zachte handdoek. Ga niet wrijven. 


Slide 13 - Tekstslide

Tips
  • Was je gezicht 2 keer per dag met een gezichtsreiniger.
  • Knijp puistjes niet uit, zo voorkom je littekens.
  • Zit niet aan de puistjes. Want dan verspreid je de bacteriën.
  • Gebruik niet te veel make up. Zo sluit je de huid af en genezen de puistjes niet.

Slide 14 - Tekstslide

Stap 2
Stap 4
Stap 5
Stap 1
Stap 3
Was je handen
Spoel alle zeep van je gezicht
Was je gezicht met speciale zeep voor je gezicht
Dep je gezicht droog 
Maak je gezicht nat

Slide 15 - Sleepvraag


Hoe ontstaat een puistje?
A
wassen met zeep
B
een verstopt talgkliertje
C
te vette voeding
D
door scrubben

Slide 16 - Quizvraag

De haren 
Ieder mens heeft uniek haar:
Dik of dun haar,  blond of donker haar, steil haar of haar met krullen.
Normaal haar: Dit is gezond en glanst mooi.
Droog haar: Haar dat te droog is, breekt makkelijk af.
Vet haar: Dit komt vaker voor in de puberteit.  Talg houdt je haren soepel maar ook vet. Vet haar plakt snel aan elkaar.
Roos: Soms laat de hoofdhuid veel huidschilfers los. Dit heet roos.
De witte schilfers zitten dan in je haar. Of ze vallen op je schouders.

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel hoofdharen verlies je ongeveer per dag?

Slide 18 - Woordweb

Het meeste haar zit op je hoofd. 

Elke dag verlies je 100 tot 150 haren.

De meeste mensen hebben ongeveer 100.000 hoofdharen.

Hoofdharen beschermen je hoofd tegen kou en zonlicht. 












Je hoofdharen zijn opgebouwd uit 3 lagen:
  • de merglaag 
  • de schorslaag 
  • de haarschubben. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Verzorgingsproducten

Er zijn verschillende producten om je haar te verzorgen: 
  • shampoo om je haar te wassen
  • conditioner of een masker voor extra verzorging 
  • speciale producten voorde verschillende haartypen, bijvoorbeeld antiroosshampoo

Slide 21 - Tekstslide

Waaruit bestaat de buitenste laag van je haren?
A
de merglaag
B
de schorslaag
C
de haarschubben

Slide 22 - Quizvraag


Wat is roos?

Slide 23 - Open vraag


Hoe vaak was je je haren?
A
1x per dag
B
om de dag
C
2x per week
D
1x per week of minder

Slide 24 - Quizvraag

Hoofdluis

Hoofdluizen zijn kleine beestjes die tussen je haren zitten.
Je kunt hoofdluizen krijgen van iemand anders die hoofdluis heeft.
Luizen lopen van het ene hoofd naar het andere.






De luizen kunnen zich ook via de kleren verspreiden.
Ze lopen dan van het ene kledingstuk naar het andere.

Slide 25 - Tekstslide

Neten
De eitjes van luizen noem je neten.
Dit zijn kleine witte puntjes die vastzitten aan je haren.

 






  • Luizen houden van schoon haar. Daar zitten ze het liefst in.

  • Maar dat betekent niet dat je dan maar met vieze haren moet rondlopen.

  • Want dat is niet fris. Bovendien kun je dan toch ook gewoon luizen krijgen. 






Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video


Neten zijn de eitjes van luizen.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag


Je krijgt géén luizen als je vaak je haar wast.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag


Je krijgt geen luizen als je kort haar hebt.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Je haren zijn in een model geknipt.
 

Je hebt bijvoorbeeld lange haren of juist een kort kapsel in laagjes geknipt of op 1 lengte.

 






Je kunt je haren op verschillende manieren stylen. Bijvoorbeeld met gel een heel wild kapsel maken.
Of met een elastiekje een paardenstaart maken. Of je haar föhnen.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe je je haar draagt, zegt vaak iets over hoe je gezien wilt worden door anderen. En bij welke groep jij wilt horen. 

Dit noem je je imago.



Slide 33 - Tekstslide


Er zijn verschillende stylingsproducten voor je haar, bijvoorbeeld:

Gel en wax
Dit gebruik je om een kort kapsel in model te brengen. Je kunt er vormen mee in je kapsel maken.

 










Slide 34 - Tekstslide


Mousse
Dit gebruik je om lange haren of krullen in model te brengen. Door de mousse krijg je meer volume in je haar.











Slide 35 - Tekstslide


Haarspray
Dit gebruik je om een kapsel langer in model te houden.











Slide 36 - Tekstslide


Haarlak
Haarlak gebruik je als je haar echt vast moet staan.
Bijvoorbeeld bij spikes of een lok die overeind staat.
 










Slide 37 - Tekstslide

Gel en wax worden vooral gebruikt voor ..
A
korte kapsels
B
lang haar

Slide 38 - Quizvraag

Welke hairstyle-producten gebruik jij?

Slide 39 - Open vraag

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll