wk 3 2.6 De Republiek ontstaat

Welkom bij geschiedenis
Binnen= beginnen:
  • Ga rustig zitten op je plek volgens de klassenplattegrond.
  • Telefoon in je kluisje (of tas, geluid = uit)
  • Jas aan de kapstok

  • Materiaal controle: leerboek en schrift op tafel
  • huiswerk controle: werkboek op tafel of je laptop met het online werk.
Wacht rustig  tot ik langs loop om je spullen te controleren



1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij geschiedenis
Binnen= beginnen:
  • Ga rustig zitten op je plek volgens de klassenplattegrond.
  • Telefoon in je kluisje (of tas, geluid = uit)
  • Jas aan de kapstok

  • Materiaal controle: leerboek en schrift op tafel
  • huiswerk controle: werkboek op tafel of je laptop met het online werk.
Wacht rustig  tot ik langs loop om je spullen te controleren



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PLANNING
Week 
Bijzonderheden
Lesstof
45
2.1 orientatie
46
2.2 onrust in de kerk
47
2.2 onrust in de kerk protestanten v. ketters
48
deadline Luther opdracht
2.3 onrust in de Nederlanden
49
2.4 hoe leidde de onrust tot de Opstand?
50
FT maken tijdens i-uur
Oorsprong en uitleg Wilhelmus
51
Activiteitenweek, geen lessen, wel activiteiten
52+1
Kerstvakantie
jingle bells, jingle bells....
2
uitleg stripopdracht
 uitleg 2.5 
3
2.6 De republiek ontstaat
4
Deadline stripopdracht
werken aan formatieve opdracht strip tekenen
5
Afsluitende toets op je laptop!
toets H2 , paragraaf 2.1 t/m 2.6 tijdens vaste les. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  1. Lesdoelen (5 min)
  2. herhaling vorige week (5 min)
  3. Uitleg paragraaf 2.6 (15 min)
  4. Zelfstandig werken aan de leerdoelen (15 min(
  5. Afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Hoe kwam uit de Opstand de Republiek voort?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige week
herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Spaanse Furie?
A
De plunderingen van Spaanse soldaten in Antwerpen
B
De plunderingen door de Geuzen
C
De plunderingen door de Belgen in Brussel
D
De belegering van Breda door de Spanjaarden

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Spaanse Furie was ... (?) ... van de Pacificatie van Gent.
A
de directe oorzaak
B
een indirecte oorzaak
C
een gevolg op korte termijn
D
een gevolg op lange termijn

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het plakkaat van Verlating?
A
De Spanjaarden verlieten de Nederlanden
B
De Nederlanders verlieten Spanje
C
De protestanten verlieten de katholieken
D
De Nederlandse gewesten erkenden Flips II niet langer als hun koning

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

§2.6 De Republiek ontstaat

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op zoek naar een nieuwe vorst
Alexander Farnese, zoon van Margareta van Parma, wordt het nieuwe landvoogd. 

Het gaat nu beter met Spanje: 
  • Schatkist is gevuld
  • Legers goed opgeleid
  • Veroveren steden in de zuidelijke Nederlanden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Plakkaat van Verlatinghe
Opstandelingen gaan opzoek naar een bondgenoot, een nieuwe vorst!

Filips II wordt afgezworen als vorst in 1581!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Plakkaat van Verlatinghe
"De onderdanen zijn niet door God voor de vorst geschapen, alsof zij hem moeten gehoorzamen en als slaven dienen bij alles wat hij beveelt (...)
Wanneer hij zjin onderdanen onderdrukt, te zwaar belast en hun de vrijheden, privileges en oude gebruiken ontneemt, moet hij niet worden beschouwd als een vorst, maar als een tiran."

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie wordt de nieuwe vorst?

Frankrijk:
  • Hertog van Anjou (broer van de franse koning)
  • Vond dat hij te weinig macht had.
  • Overleed aan tuberculose...

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie wordt de nieuwe vorst?

Engeland:
  • Elizabeth I van Engeland
  • Wilden geen oorlog met Spanje, ging dus niet 
  • bemoeien met de Nederlanden. 
  • Gaf geld en soldaten aan de opstandelingen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie wordt de nieuwe vorst?
Willem van Oranje?

  • Was graaf van Holland en Zeeland
  • Was hij de Opstand begonnen alleen om zelf vorst van de Nederlanden te worden?
  • Werd doodgeschoten in Delft

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moord Willem van Oranje
  • Filips II denkt dat de opstand stopt als Willem van Oranje dood is. 
  • Wie hem doodt krijgt 25.000 geldstukken. 
  • 71 kilo goud = 4 miljoen euro(2021)
  • In 1584 wordt hij doodgeschoten door Balthazar Gerards in Delft
  • Gerards wordt opgepakt en ter dood veroordeeld. 
  • Gruwelijke marteling
Bron: Willem van Oranje wordt in Delft vermoord (1584). 

Slide 16 - Tekstslide

Zijn rechterhand, waarmee hij het moorddadige feit mede gepleegd heeft, zal met een gloeiende tang worden afgeknepen; vervolgens zal men met gloeiende tangen op verscheidene plaatsen op zijn lichaam, zoals zijn armen, benen en tenen waar het meeste vlees zit, het vlees afknijpen tot op het bot. Vervolgens vierendele men hem levend, beginnend van onder, waarna het hart uit zijn borstkas gesneden en hem in het gezicht zal worden geworpen. Ten slotte zal men zijn hoofd afhakken waarna zijn vier uiteengetrokken delen op de Haagpoort, Oostpoort, Ketelpoort en de Waterslootsepoort tentoongesteld dienen te worden. Zijn hoofd moet op een staak gespietst en vervolgens bij het voormalige huis van de prins worden geplaatst. Zijn bezittingen worden geconfisqueerd en komen aan de Heer ten goede.
Wij regeren onszelf!
De Staten-Generaal besloot in 1588
om het land te regeren:

DE REPUBLIEK DER ZEVEN VERENIGDE NEDERLANDEN!

Staten-Generaal
Stadhouder = Maurits van Oranje, zoon van Willem van Oranje

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Spaanse Armada!

Onoverwinnelijke vloot! (die niet zo onoverwinnelijk was...)

Bedoeld om Engeland en de Nederlanden te verslagen.
 
Verslagen door de Engelsen.
Waarom zo makkelijk?
Er was een zware storm. Filips verloor in één klap veel geld, schepen en soldaten.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfjarige Bestand
  • Spanje was weer bankroet:
Oorlog koste te veel geld en was slecht voor de economie. 

  • 1609: Gewesten sloten een wapenstilstand met de Spanjaarden. Duurde tot 1621 = 12 jaar!

En toen? WEER OORLOG VOEREN!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12-jarige bestand
  • Spanje zat financieel aan de grond na de dood van FilipsII in 1598 en ook de Nederlandse handelaren wilden graag dat de oorlog zou stoppen.
  • 1609: de Republiek en Spanje spreken af om 12 jaar niet te vechten. 
  • Prins Maurits is boos. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Generaliteitslanden
Frederik Hendrik, stadhouder
  • Veroverde de Zuidelijker Nederlanden
  • Nieuwe gebieden werden bestuurd door de Staten-Generaal = Generaliteitslanden (niet zelfstandig)

Iedereen was de oorlog zat!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Generaliteitslanden
  • Brabant, delen van Vlaanderen en Zuid Limburg werden 'generaliteitslanden'
  • Deze gebieden werden bestuurd door de Staten-Generaal.
  • Zijn veroverd door stadhouder Maurits

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1648 Vrede van Munster

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrede van Münster(1648)
Spanje erkent de Republiek

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland 1579
Nederland 1648

Vrede van Münster

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit of het vanaf het begin van de Opstand de bedoeling was een nieuwe staat te stichten.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

a) wat is standplaatsgebondenheid?
b) Leg uit dat de mening van de schrijver over de Beeldenstorm een voorbeeld is van standplaatsgebondenheid
Een verslag van een katholiek over de Beeldenstorm in Antwerpen
De altaren werden vernield en de graftomben van vorsten, ridders en edellieden kapotgeslagen. De prachtige perkamenten boeken met hun rijke illustraties werden verscheurd. De overvloedige voorraden van de geestelijken werden geplunderd en opgevreten. De vaten wijn en bier die ze niet ter plekke konden opdrinken of meenemen sloegen de ketters barbaars aan diggelen in de kelders. Men zag arme nonnen vermomd hun kloosters ontvluchten. Sommigen moesten zich half ontkleed in de woningen van hun familie of vrienden in veiligheid brengen. Priesters en monniken renden alle kanten op om te ontkomen aan de klauwen van de hervormde oproerkraaiers, die de hele nacht doorgingen met hun goddeloze daden. Met fakkels in de hand trokken ze van kerk naar kerk. Naar: Pontus Payen, Memoires, tussen 1581 en 1609

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
a) Standplaatsgebondenheid is dat mensen vroeger of in andere landen en culturen op hun eigen manier dachten en denken over bepaalde situaties.

b) De schrijver is een katholiek uit die tijd en is daarom verontwaardigd over de Beeldenstorm. Hij noemt de deelnemers ‘ketters’ en ‘oproerkraaiers’. Wat ze doen is volgens hem ‘barbaars’ en ‘goddeloos’.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet in juiste volgorde. van vroeger naar later.
1. Vrede van Munster
2. 12 jarig bestand
3. Filips 2 volgt zijn vader op.
4. Unie van Utrecht.
5. Den Briel wordt ingenomen door de watergeuzen.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt het 12-jarig bestand in?
A
Er was 12 jaar lang geloofsvrijheid in de Republiek
B
Er werd 12 jaar alleen maar op Spaanse grondgebied gevochten
C
Er mocht alleen over zee worden gevochten
D
Er werd 12 jaar lang niet gevochten

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn Generaliteitslanden?
A
De Republiek der Verenigde Nederlanden
B
Gewesten die bestuurd worden door de Staten-Generaal
C
Landen die een eigen bestuur hadden
D
Gewesten die kozen voor de Spaanse kant

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Spaanse Armada was?
A
een groot Spaans leger om Engeland, opstandige gewesten te verslaan.
B
een groot Spaans feest gehouden in de Zuidelijke Nederlanden.
C
een invasie vloot tegen Engeland, opstandige gewesten.
D
een grote vloot met enorm veel goud uit de America's naar Spanje.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Alle leerdoelen van hoofdstuk 2
  • Je kunt beschrijven hoe er tussen circa 1550 en 1650 een Nederlandse staat ontstond.
  • Je kunt uitleggen hoe kritiek op de rooms-katholieke kerk tot de Reformatie leidde.
  • Je kunt uitleggen hoe de Reformatie tot een splitsing in de kerk leidde.
  • Je weet waardoor er in de 16e eeuw grote onrust ontstond in de Nederlanden.
  • Je kunt uitleggen hoe die onrust in de Nederlanden tot de Opstand leidde.
  • Je kunt beschrijven waardoor de breuk tussen de opstandige gewesten en Filips II definitief werd.
  • Je weet hoe uit de Opstand de Republiek voortkwam.








Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel, vaardigheden (motieven)
Leerdoel
Je beseft dat bij historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen mensen zijn betrokken die deelnemen aan de geschiedenis vanuit eigen motieven.
Bij historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen zijn mensen betrokken die eraan deelnemen vanuit eigen motieven, beweegredenen. Het onderzoeken en herkennen van deze motieven geeft inzicht in de redenen waarom mensen doen wat ze doen. Dat helpt ook bij het beoordelen van de bronnen die mensen achterlaten. Mensen hadden bijvoorbeeld verschillende motieven om te protesteren tegen het Bloedplakkaat, de strenge wet tegen ketters van Karel V. Sommige mensen hadden zelf protestantse ideeën, anderen hadden gewoon medelijden met de slachtoffers van de inquisitie. Bestuurders en edelen vonden dat de strenge straffen te veel onrust veroorzaakten. Hun motief om te protesteren was dat zij het land bestuurbaar wilden houden.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrede van Münster
A
Einde aan het twaalfjarig bestand
B
Het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
C
Spanje erkent de Republiek als onafhankelijke staat
D
De scheiding tussen Noordelijke en Zuidelijke gewesten

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies