Een kabinet bestaat uit partijen die willen samenwerken en een meerderheid in de Tweede Kamer hebben. Die meerderheid is nodig om wetten aan te kunnen nemen.
De kabinetsformatie zijn de onderhandelingen om tot een nieuw kabinet te komen.
Hiervoor zijn compromissen nodig: afspraken waarbij alle
betrokkenen een beetje toegeven.
Slide 8 - Tekstslide
h2 les 1
Kabinetsformatie
Vraag: Waarom is het in een coalitie
altijd nodig om compromissen te sluiten
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
h2 les 1
Plannen maken
Bij het vormen van een nieuwe regering komt er meestal een regeerakkoord: de plannen van de regering voor de
komende jaren.
Als de regeringspartijen het eens zijn, dan tekenen ze het
regeerakkoord en kan het kabinet aan het werk.
Slide 11 - Tekstslide
h2 les 1
Coalitie en oppositie
De coalitie bestaat uit de partijen die samen de regering vormen. Zij stemmen bijna altijd vóór de plannen van de ‘eigen’ ministers.
De oppositie bestaat uit de partijen die niet in de regering zitten. Zij stemmen vaak tegen de plannen van het kabinet of komen zelf met een wetsvoorstel.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
h2 les 1
Verhoudingen tussen regering en parlement
Als de Kamer ontevreden is over een minister, dan kunnen ze deze laten aftreden.
Problemen tussen het parlement en een minister kunnen zelfs leiden tot het aftreden van het hele kabinet. Dit noemen we een kabinetscrisis.
Slide 14 - Tekstslide
h2 les 1
Wie heeft de macht?
Kijkvraag: Wie heeft de meeste macht, regering of parlement?
Slide 15 - Tekstslide
h2 les 1
Wie heeft de macht?
Ministers hebben veel verantwoordelijkheid en ze moeten de
wetten uitvoeren. Ze hebben daarvoor veel macht.
Maar het parlement moet altijd eerst toestemming geven.
Het parlement kan ook het vertrouwen in het hele kabinet
opzeggen.
In Nederland heeft het parlement dus altijd het laatste woord.
Slide 16 - Tekstslide
h2 les 1
Stelling
Staken moet verboden zijn voor mensen met een cruciaal beroep
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
h2 les 1
Wie is wie?
Slide 19 - Tekstslide
h2 les 1
Wie is wie?
Dick Schoof
MP: Minister-president, minister van Algemene Zaken
Slide 20 - Tekstslide
h2 les 1
Wie is wie?
Fleur Agema (PVV)
Minister van VWS, volksgezondheid, welzijn en sport
Slide 21 - Tekstslide
h2 les 1
Wie is wie?
Sophie Hermans (VVD)
Minister van klimaat en groene groei
Slide 22 - Tekstslide
h2 les 1
Wie is wie?
Eddy van Hijum (NSC)
Minister van Sociale zaken en werkgelegenheid
Slide 23 - Tekstslide
h2 les 1
Wie is wie?
Mona Keijzer (BBB)
Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening
Slide 24 - Tekstslide
h2 les 1
Wie is wie?
Femke Wiersma (BBB)
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en natuur
Slide 25 - Tekstslide
h2 les 1
Wie is wie?
Marjolein Faber (PVV)
Minister van Asiel en Migratie
Slide 26 - Tekstslide
h2 les 1
Wie is wie?
Mariëlle Paul (VVD)
Staatssecretaris Funderend Onderwijs en Emancipatie
Slide 27 - Tekstslide
h2 les 1
Wie is wie?
Dirk Beljaarts (PVV)
Minister van Economische Zaken
Slide 28 - Tekstslide
h2 les 1
Leerdoelen
Je kunt de verhouding tussen het parlement en de regering uitleggen.
Je kunt het verband uitleggen tussen kabinetsformatie, compromissen en regeerakkoord.
Je kunt de begrippen coalitie en oppositie uitleggen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.