1.3 kernbegrippen bij maatschappijleer

Wat is maatschappijleer
Par 3: Kernbegrippen bij maatschappijleer
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is maatschappijleer
Par 3: Kernbegrippen bij maatschappijleer

Slide 1 - Tekstslide

Ieder mens vindt andere zaken belangrijk in het leven en maakt daardoor ook andere keuzes. Om deze verschillen te begrijpen gebruiken we 3 kernbegrippen.
  • Waarden en normen
  • Belangen
  • Macht

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

  • Waarden:
  • Principes die je belangrijk vindt in het leven 
  • Voorbeelden:
  • Vrijheid, gezondheid, eerlijkheid
  • Normen:
  • zijn regels over hoe jij en andere zich moeten gedragen. Normen komen altijd voort uit waarden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

  • Belang:
  • Als jij ergens voordeel van hebt.
  • Belangentegenstelling:
  • Het belang van 1 persoon botst met het belang van een ander persoon

Slide 6 - Tekstslide

  • Macht:
  • is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
  • Machtsmiddelen:
  • Middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden
1
2
3
4
5
6
7

Slide 7 - Tekstslide

  • Je functie/beroep
  • Je specifieke kennis en vaardigheden
  • Je aanzien of status
  • Je overtuigingskracht
  • De hoeveelheid geld die je hebt
  • Het aantal mensen dat gezamenlijk iets wilt
  • Het gebruik van geweld
Machtsmiddelen:

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Als het belang van de een botst met het belang van de ander noem je dat:
A
Ruzie
B
onenigheid
C
belangentegenstelling
D
belangstelling

Slide 11 - Quizvraag

Normen en waarden zijn cultuurkenmerken. Wat zijn normen?
A
Gedragsregels.
B
Opvattingen over wat belangrijk is.
C
Straffen.
D
Beloningen.

Slide 12 - Quizvraag

Machtsmiddelen
A
Iemand kan anderen laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil
B
Een aantal instrumenten om macht af te dwingen.
C
Regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen.
D
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd

Slide 13 - Quizvraag

Weektaak
Zie bord of its learning

Slide 14 - Tekstslide