les bijvoeglijk naamwoord

Vak: Nederlands
Les: (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Les: (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek op tafel maar laat het nog even dicht. 

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- begrijp je wat bijvoeglijke naamwoorden zijn 
- begrijp je wat stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden zijn


Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht .... op blz. .....
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Cas, Jelle, Elijah, Stan, Assie, Kyan, Damian

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het BNW in de volgende zin:

Mijn juf heeft blonde haren.
A
mijn
B
juf
C
blonde
D
haren

Slide 6 - Quizvraag

Vul in:
Het ...... (verpest) feest.

Slide 7 - Open vraag

Vul in:
De ...... (karton) doos.

Slide 8 - Open vraag

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: 
OWN 1F: bladzijde 54 t/m 55, opdracht 5 en 6
1F: bladzijde 32 t/m 35 opdracht 8 t/m 11

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

4. Instructie
Luister naar het filmpje en naar de uitleg van de juf. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig 
OWN 1F: bladzijde 54 t/m 55, opdracht 5 en 6
1F: bladzijde 32 t/m 35 opdracht 8 t/m 11

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1.

Slide 12 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
OWN 1F: bladzijde 54 t/m 55, opdracht 5 en 6
1F: bladzijde 32 t/m 35 opdracht 8 t/m 11

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 15 - Quizvraag

Hoe goed begrijp jij het bijvoeglijk naamwoord?
0100

Slide 16 - Poll

Ik heb mijn werk af gekregen binnen de tijd.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
OWN 1F: bladzijde 54 t/m 55, opdracht 5 en 6

1F: bladzijde 32 t/m 35 opdracht 8 t/m 11
Toetsen: 
...
geen

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 19 - Tekstslide