lidwoorden

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat valt je op?

Slide 2 - Tekstslide

Articles A/An
In het Nederlands: lidwoorden.

Wanneer je in het Nederlands een voor een znw zet, gebruik je in het Engels a of an. 

Slide 3 - Tekstslide

Articles (lidwoorden)
Nederlands: een              Engels: a / an
an
woorden die in de uitspraak beginnen met een klinker (a, e, i, o, u)
an apple
an orange
an X-ray  [eksrej]
an hour  [our]
a
woorden die in de uitspraak beginnen met een medeklinker
a phone
a bruise
a friend
a uniform  [joeinform]

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

...book
A
a
B
an

Slide 6 - Quizvraag

...boy
A
a
B
an

Slide 7 - Quizvraag

...arm
A
a
B
an

Slide 8 - Quizvraag

...ear infection
A
a
B
an

Slide 9 - Quizvraag

...uniform
A
a
B
an

Slide 10 - Quizvraag

...one-way street
A
a
B
an

Slide 11 - Quizvraag

....hour
A
a
B
an

Slide 12 - Quizvraag

....x-ray
A
a
B
an

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link