3.1 Grote problemen voor Duitsland

3.4: Het interbellum
H3: Het Interbellum
3.1: Grote problemen voor Duitsland
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

3.4: Het interbellum
H3: Het Interbellum
3.1: Grote problemen voor Duitsland

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

3.1 Grote problemen voor Duitsland
A De republiek van Weimar

Slide 6 - Tekstslide


Interbellum

(Een interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.)

Het interbellum is de periode tussen WO1 en WO2 (1918-1939)

Slide 7 - Tekstslide

Duitsland aan het einde van WO1
  • Duitsers hadden genoeg van oorlog
  • Duitse keizer vlucht 
  • Nieuwe regering: Republiek van Weimar, sluit wapenstilstand: november 1918.
  • Veel armoede, honger en onrust. 

Slide 8 - Tekstslide

Problemen Republiek van Weimar 
  1. Deel van bevolking gaf regering de schuld van het verlies van WO1. Geloofden in dolkstootlegende.

  2. Ondertekende het Verdrag van Versailles (hadden geen keuze).
    -> boosheid/vernedering bij bevolking. 

  3. Mochten geen lid worden van Volkenbond.

Slide 9 - Tekstslide

Dolkstootlegende






Ontstaan dolkstootlegende: de oorlog was verloren doordat de regering de militairen in de steek hadden gelaten. --> verraad, dolk in rug gestoken.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

3.1 Grote problemen voor Duitsland
B. Bezetting Ruhrgebied

Slide 12 - Tekstslide

Economische problemen
  • De herstelbetalingen drukten zwaar op de Duitse economie
  • In 1923 kon de Regering van Weimar het niet meer betalen
  • Frankrijk bezet daarop het Ruhrgebied (industriegebied)
    => nemen grondstoffen in beslag

Slide 13 - Tekstslide

Franse soldaat beschermt in 1923 een vracht steenkolen in het bezette Ruhrgebied 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

(Hyper)inflatie
  • Duitse regering liet geld bijdrukken (loon voor stakende arbeiders)....
  • => het geld werd daardoor snel heel veel minder waard => hyperinflatie

Slide 16 - Tekstslide

Prijzen voor 1 kilo brood (1923)
December 1921:                        4 Mark 
December 1922:                       163 Mark 
Januari 1923:                              250 Mark 
April 1923:                                   474 Mark 
Augustus 1923:                          69.000 Mark 
November 1923:                        201.000.000.000 Mark

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide


1923


In deze chaos probeert Hitler een staatsgreep te plegen; mislukt.
--> gearresteerd, 5 jaar gevangenis (6 maanden weer vrij)
(In de gevangenis schrijft hij het boek 'Mein Kampf'  -> mijn strijd)

Slide 21 - Tekstslide

1924: Hulp voor Duitsland
VS komt met het Dawesplan

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Wat: 1) Maken vraag 1 t/m 11 op blz. 81 - 83
          2) Examenboek 1 t/m 4 op blz. 16
          3) Oefenen met een examen
          4) ................

Hoe: je mag samenwerken of alleen
Tijd: 20 minuten
Klaar: nakijken -> werken aan een ander vak
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

3.4: Het interbellum
H3: Het Interbellum
3.1: Grote problemen voor Duitsland

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Duitsland 
1924-1929

Politiek en economisch gaat het beter
Kunnen weer herstelbetalingen doen
1926: toelating Volkenbond 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

3.1 Grote problemen voor Duitsland
C. Economische crisis vanaf 1929

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide


Vanaf 1929:

wereldwijde economische crisis

Slide 36 - Tekstslide

Start in de VS
Oorzaak: te veel uitgaven -> hoe? -> geld lenen
wie?
1. Boeren en bedrijven om te kunnen investeren -> meer productie
2. Consumenten om producten te kopen
3. Aandeelhouders om aandelen in bedrijven te kopen.

-> Beurskrach -> een grote, plotselinge daling van de aandelenkoersen.

Slide 37 - Tekstslide

Beurskrach
1929

24 oktober 1929:
Black Thursday 

De beurs stort in. 
Grote plotselinge daling van de aandelenkoersen.

Slide 38 - Tekstslide

Gevolgen VS
  • Daling waarde aandelen
  • Schulden konden niet meer betaald worden
  • Bedrijven failliet
  • Nog meer mensen werkeloos


Slide 39 - Tekstslide

Gevolgen 
  • Overal in de wereld te merken 
  • VS kocht niks meer in buitenland 
  • Dawesplan gestopt 
    --> extra groot probleem Dui; moesten terugbetalen aan VS
  • Ineenstorting internationale geldmarkt 
  • Wereldwijde werkloosheid 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Dui zwaar getroffen
  • Leningen Dawesplan liggen stil
  • Hierdoor steeg de werkloosheid met name in de grote Duitse steden (Bijna 30%) 
  • Hierdoor kreeg de NSDAP van Hitler de kans om aan de macht te komen 

Slide 43 - Tekstslide

Wat: 1) Maken vraag 12 t/m 16 op blz. 85
          2) Examenboek 1 t/m 4 op blz. 16
          3) Oefenen met een examen
          4) ................

Hoe: je mag samenwerken of alleen
Tijd: 20 minuten
Klaar: nakijken -> werken aan een ander vak
timer
15:00

Slide 44 - Tekstslide