Bespreking 4M - SE 4- H7 + H8

Bespreking SE 4
De toets is niet door iedereen goed gemaakt. Vooral valt ook op dat jullie veel preciezer moeten werken. Dat geldt voor het opschrijven van berekeningen, maar ook voor het maken van tekeningen.

Ergens deze week ontvangen jullie een kopie van je toets. Kijk bij elke vraag naar de wijze van berekeningen opschrijven, van antwoord geven op de vraag.

Ik zal bij elke vraag ook extra aandachtspunten  opschrijven!

*
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bespreking SE 4
De toets is niet door iedereen goed gemaakt. Vooral valt ook op dat jullie veel preciezer moeten werken. Dat geldt voor het opschrijven van berekeningen, maar ook voor het maken van tekeningen.

Ergens deze week ontvangen jullie een kopie van je toets. Kijk bij elke vraag naar de wijze van berekeningen opschrijven, van antwoord geven op de vraag.

Ik zal bij elke vraag ook extra aandachtspunten  opschrijven!

*

Slide 1 - Tekstslide

Algemene punten die opvielen:
  • Verschil komma's / punten  extra opletten. Geen punten gebruiken - bij grote getallen een spatie tussen de duizendtallen. Komma's bij decimalen getallen!                     - bv.    234 567 ipv 234.567  

  • Weet hoe je moet afronden: geld -2 dec / maten 2 dec /     procenten- 1 dec / hoeken -hele graden enz.

  • Altijd  tussenberekeningen opschrijven 
  • Afronden alleen bij het eindantwoord 

  • Tekenen van ruimtefiguren,  moet je precies en volgens de regels doen

  • GOED LEZEN - WAT ER GEVRAAGD WORDT!     KIJK aan het eind terug naar de vraag: heb je antwoord gegeven/ goed afgerond?

Slide 2 - Tekstslide

    Leer van elk verband de kenmerken
  • formules opstellen, tabel, grafiek tekenen!!
  • bijzonderheden van elke grafiek, zoals het berekenen van:
     - top parabool,  snijpunten berekenen, inklemmen, 
     - halverings - en verdubbelingstijd, 
    - richtingscoefficient, 
    - evenwichtstand, amplitude, frequentie, periode
  •  Zie ook de extra lessen in lessonup hierover  (H7)

Slide 3 - Tekstslide

 Vraag 1

Slide 4 - Tekstslide

 Vraag 2
2a

Slide 5 - Tekstslide

Opmerkingen bij vraag 2:
  • somgrafiek => de y-waarden uit de 2 grafieken bij elkaar optellen en bij de juiste y tekenen (verschilgrafiek = van elkaar afhalen)
  • echt de punten tekenen precies! ev. met geo goede afstand afmeten)

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 3
Elk examen heeft een exponentieel verband!!
Zorg dat je alle onderdelen hiervan kent en kunt berekenen!

Vaak over groei van planten, aantal dieren, rente

Slide 7 - Tekstslide

Opmerkingen bij vraag 3:
  • af- of toename = het verschil met 100% (factor 1.  -    100% : 100 =1)
     bv. 85 % = 100 - 85 = 15% afname (minder) - (factor= 15% : 100 = 0,15)
       103,5 % = 100 + 3,5 = 3,5% toename. - (factor= 103,5 : 100= 1,035)

  • formule Exponentieel verband =>  aantal = begingetal x groeifactortijd  
     begingetal = 35 (plantjes)
     groeifactor = 0,85
     de tijd hier -> in jaren

  • vraag c.: hoeveel plantjes gaan er dood 'in het 5e jaar' betekent van 1 januari- 31 december, ofwel van eind jaar 4 tot eind jaar 5.
    Je moet dus t=4 en t=5 uitrekenen! En het verschil tussen die 2 uitrekenen. 
    Zoveel plantjes zijn er doodgegaan.

  • Goed lezen! Let op woordjes als: in,  na,  in de loop van, enz.

Slide 8 - Tekstslide

vervolg opmerkingen bij vraag 3:

  • halveringstijd =  hoeveel tijd heeft het aantal nodig om tot de                                    helft van het totaal te komen
  • verdubbelingstijd = hoeveel tijd heeft het aantal nodig om tot het dubbele van het totaal te komen

    Aanpak:  - bereken de helft van het totaal (35 : 2 = 17,5)
                      - maak een schatting van hoeveel de t moet zijn ( kijk 
                         naar de getallen bij vraag c)
                      - maak berekeningen ( kan in tabel) tot je in de buurt  
                         bent van het gezochte antwoord (17,5)
                      - je moet altijd minimaal 3 berekeningen opschrijven:
                                 het juiste antwoord + 1 tijdstip ervoor + 1 tijdstip erna!
                     - bij een komma getal moet je soms nog doorrekenen - 4,3 jaar = 4 jaar 
                        en 3/10 deel van een jaar (0,3 x 365 dagen)

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 4

Slide 10 - Tekstslide

Opmerkingen bij vraag 4:
  • Oefen je tekenkunsten! Je moet laten zien dat je de tekenregels kent:
       - gebruik geo en potlood
      - ken de regel van schuine ribben tekenen
      -  regel van evenwijdige lijnen
      - zelfde vlakken zijn even groot
      -  WEET hoe je de (hoofd)LETTERS in de GOEDE VOLGORDE bij de           
         hoekpunten zet  en ken de NOTATIE-wijze van de hoekpunten
          bv PQRS TUVW --- wil zeggen: PQRS is ondervlak (P - linksvoor, dan tegen de  
                klok in); TUVW is bovenvlak  (T staat dus boven P)
  • Lichaamsdiagonaal - uitrekenen met Verlengde stelling van Pythagoras
  • Hoek uitrekenen in een ruimtefiguur -  met SOSCASTOA
     - teken de driehoek waar je de hoek van uit moet rekenen apart en zet alle 
        gegevens erbij
     - soms moet je nog een zijde (diagonaal grondvlak) uitrekenen met Pythagoras;  
        laat dan het √-antwoord staan en reken daarmee, ipv afronden! 
     - schrijf de berekening uitgebreid op! Afronden op hele graden!

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 5
Maak bij grote uitreken-opgaven (als bv berekenen van inhoud of oppervlakte van ruimtefiguren) een stappenplan en werk dat zorgvuldig uit!

Slide 12 - Tekstslide

Opmerkingen bij vraag 5:

  • Werk een stappenplan  zorgvuldig uit. 
  • Zet alle berekeningen netjes onder elkaar!
  • Tussenstappen NIET AFRONDEN, maar noteren als 23,788....
  • Maten bij het eindantwoord schrijven; let wel op dat als je omrekent -  is het soms handig om daar ook de maten bij te schrijven
  • bij afronden -  altijd het ≈ - teken gebruiken!

LEREN!
  • vergroten van  lengte            -   lengte   x   vergrotingsfactor
  • vergroten van oppervlakte.  -  oppervlakte  x  vergrotingsfactor2
  • vergroten van inhoud.           -   inhoud   x  vergrotingsfactor3

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 6
6
6e

Slide 14 - Tekstslide

Opmerkingen bij vraag 6:

  • LEER de RUIMTEFIGUREN van NAAM en hun OPPERVLAKTE- en INHOUDSFORMULES
  • Vraag jezelf steeds af - werk ik aan LENGTE, OPPERVLAKTE of INHOUD?
      (Denk dan ook aan de goede maten!)

  • Werk een stappenplan  zorgvuldig uit. 
  • Zet alle berekeningen netjes onder elkaar!

  • Tussenstappen NIET AFRONDEN, maar noteren als 23,788....

  • Maten bij het eindantwoord schrijven; let wel op dat als je omrekent -  is het soms handig om daar ook de maten bij te schrijven

  • bij afronden -  altijd het ≈ - teken gebruiken!


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide