12.1 Eten

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Thema 12 - Dieren en planten

12.1 - Eten

Doelen van deze paragraaf

Je weet hoe het gebit van dieren afhangt van hun dieet

Je (her)kent verschillende typen tanden en kiezen

Je kan uitleggen hoe darmstelsel en dieet met elkaar te maken hebben

Je kan uitleggen hoe planten eten

Je kan voorbeelden geven van camouflage en mimicry

Hoe kauwen dieren

Verschillende groepen dieren

• Planteneters
• Vleeseters
• Alleseters

Hoe kauwen dieren

Planteneters:

• Eten planten
• Plantaardige cellen -> celwand
• Plooikiezen

Hoe kauwen dieren

Vleeseters:

• Eten vlees
• Dierlijke cellen -> geen celwand
• Hoektanden en knipkiezen

Hoe kauwen dieren

Alleseters:

• Eten  planten en vlees
• Deel van voedsel heeft celwand
• Snijtanden, hoektanden en knobbelkiezen

Dieet en darmen

Verteren: kleiner maken van voedsel (H7)

Plantaardig voedsel -> celwanden -> moeilijk te verteren -> lang darmstelsel (en soms meerdere magen)

Dierlijk voedsel -> makkelijk te verteren -> kort darmstelsel

Alleseter -> middellang darmstelsel

Een koe heeft...

1. Plooikiezen
2. Knipkiezen
3. Knobbelkiezen

Een varken heeft...

1. Plooikiezen
2. Knipkiezen
3. Knobbelkiezen

Een leeuw heeft...

1. Plooikiezen
2. Knipkiezen
3. Knobbelkiezen

Waarom is plantaardig materiaal moeilijker te verteren dan dierlijk voedsel?

Een kat heeft een...

1. Lang darmstelsel
2. Middellang darmstelsel
3. Kort darmstelsel

Een geit heeft een...

1. Lang darmstelsel
2. Middellang darmstelsel
3. Kort darmstelsel

Een mens heeft een...

1. Lang darmstelsel
2. Middellang darmstelsel
3. Kort darmstelsel

Thema 12 - Dieren en planten

12.1 - Eten

Les 2

Wat is wat? 

1. Plooikiezen

2. Knipkiezen

3. Knobbelkiezen

Hoe 'eten' planten

Water + koolstofdioxide opgenomen

Fotosynthese: glucose

Glucose -> zetmeel, eiwitten, vetten

Niet gegeten worden

Dieren:

• Mimicry: lijken op iets anders
• Camouflage: niet opvallen

Niet gegeten worden

Dieren:

• Mimicry: lijken op iets anders
• Camouflage: niet opvallen

Waar kunnen planten glucose in omzetten?

1. Zetmeel, eiwitten, zuurstof
2. Zuurstof, eiwitten, vetten
3. Zetmeel, eiwitten, vetten
4. Zetmeel, zuurstof, vetten

Waar of niet waar? Fotosynthese vindt 24 uur per dag plaats

1. Waar
2. Niet waar

Camouflage van een dier is een aanpassing aan de leefomgeving

1. Waar
2. Niet waar

Dit is een voorbeeld van

1. Camouflage
2. Mimicry
3. Beide
4. Geen van beide

Aan de slag

Afmaken opdrachten 12.1