In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.8 Alcohol
(extra stof)
Slide 1 - Tekstslide
leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je gevolgen van alcohol noemen
Slide 2 - Tekstslide
Inleiding
Alcohol komt via het bloed op vrijwel alle plaatsen in het lichaam. Dat beïnvloedt de werking van organen.
Bijvoorbeeld de lever, de zintuigen en het zenuwstelsel.
Slide 3 - Tekstslide
Alcohol
Alcohol is een heldere en kleurloze vloeistof.
Een alcoholhoudende drank bestaat uit alcohol, water en smaakstoffen.
Voorbeeld: bier, wijn, sterkedrank, mixdrank.
Slide 4 - Tekstslide
Op de verpakking staat een percentage.
Bijvoorbeeld 4,5%.
Dat betekent dat 4,5% van die drank bestaat uit alcohol.
Slide 5 - Tekstslide
Alcohol
Redenen om alcohol te gaan drinken:
- erbij horen
- nieuwsgierigheid
- omdat je ouders het doen
- verveling
- ontspanning
- gezelligheid
- het vergeten van problemen
- genieten
Slide 6 - Tekstslide
Alcohol
Redenen om geen alcohol te drinken:
- slecht voor je gezondheid
- kost veel geld
- slechte ervaringen
- niet geïnteresseerd
- vanwege geloof
Slide 7 - Tekstslide
Alcohol
Alcohol heeft een verdovende werking.
Het wordt in het bloed opgenomen via de maag en de darmen.
Het wordt afgebroken door de lever.
De afvalstoffen verlaten het lichaam via de urine, samen met veel vocht.
Slide 8 - Tekstslide
Alcohol
De opname van de alcohol van 1 glas bier duurt bij een volwassen man ongeveer een halfuur.
De afbraak duurt ongeveer 1 uur.
Slide 9 - Tekstslide
Alcohol
Alcohol wordt opgenomen in het bloed. Daarna verdeelt de alcohol over het vocht in het lichaam. Hoe groter een lichaam is, hoe meer vocht het lichaam bevat.
Daardoor heeft alcohol meereffect in een kleinerlichaam.
Jongeren merken daardoor sneller en sterker de werking van 1 glas alcohol dan volwassenen.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Alcohol
Door teveel te drinken kan je alcoholvergiftiging krijgen:
- suf en slaperig
- reageert niet meer als iemand tegen je praat
- kan leiden tot een hartstilstand of coma
Slide 13 - Tekstslide
Alcohol
Vooral bij bingedrinking is er een groot risico op alcoholvergiftiging.
Bingedrinking is in korte tijd veel alcohol drinken. Daardoor stijgt het alcoholgehalte in het bloed snel. Hierdoor kunnen organen en vooral de hersenen ernstig beschadigen.
Slide 14 - Tekstslide
Alcohol
Na het gebruik van alcohol heb je kans op een kater. Je hebt dan hoofdpijn en erge dorst. Ook kun je misselijk zijn.
Een kater ontstaat vooral door vochtverlies en door giftigestoffen die ontstaan bij de afbraak van alcohol.
Slide 15 - Tekstslide
Alcohol
Alcohol is schadelijk voor je lichaam. Bij langdurig gebruik van grote hoeveelheden is alcohol verslavend.
Jongeren zijn extra gevoelig voor alcohol. Zij hebben meer kans op hersenschade na het drinken van alcohol.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Tot slot
Je hebt een eigen mening over het gebruik van alcohol.
Je mag je eigen keuzes maken.
Laat je niet onder druk zetten en gebruik je gezond verstand!