In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
De eilandjes van langerhans liggen in de
A
nieren
B
lever
C
alvleesklier
D
schildklier
Slide 1 - Quizvraag
Insuline
A
Hormoon dat de temperatuur regelt
B
Hormoon dat de lichaamsgroei regelt
C
Hormoon dat de bloedsuikerspiegel regelt
Slide 2 - Quizvraag
Welk hormoon beïnvloed de werking van de eierstokken?
A
Een hormoon uit de bijnieren
B
Een hormoon uit de alvleesklier
C
Een hormoon uit de hypofyse
D
Een hormoon uit de schildklier
Slide 3 - Quizvraag
Het mannelijk hormoon noemen we
A
oestrogeen
B
testosteron
Slide 4 - Quizvraag
Welk hormoon produceren de zaadballen?
A
oestrogeen
B
testosteron
C
adrenaline
D
insuline
Slide 5 - Quizvraag
Welk hormoon komt er vrij als je angst hebt?
A
Adrenaline.
B
Endorfine.
C
Morfine.
D
Testosteron.
Slide 6 - Quizvraag
Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het vrouwelijk geslachtshormoon?
A
Testosteron
B
Adrenaline
C
Oestrogeen
D
Tsjernobyl
Slide 8 - Quizvraag
In welk van de aangegeven organen wordt adrenaline geproduceerd?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quizvraag
Welke letter geeft een orgaan aan dat adrenaline maakt?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 10 - Quizvraag
Welke letter geeft een orgaan aan dat het groeihormoon maakt?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 11 - Quizvraag
Welke letter geeft een orgaan aan dat insuline & glucagon maakt?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 12 - Quizvraag
Welke letter geeft een orgaan aan dat het schildklierhormoon maakt?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 13 - Quizvraag
De hypofyse produceert
A
het groeihormoon
B
Adreline
C
Glucogon
Slide 14 - Quizvraag
Wat regelt het schildklierhormoon?
A
Aanmaak van zaadcellen
B
Rijpen van eicellen
C
De aanmaak van adrenaline
D
Verbranding
Slide 15 - Quizvraag
Hoe komt het hormoon bij de organen?
A
Via de bloedbaan
B
Via de hersenen
C
Via het bloed
D
Via de hormoonklier
Slide 16 - Quizvraag
Hormonen werken overal?
A
Ja, ze worden vervoerd via het bloed en komen dus overal langs en gaan daar ook aan de slag
B
Ja, hormonen zijn niet orgaan specifiek
C
Nee, hormonen zijn orgaan specifiek; ze werken alleen waar ze nodig zijn
D
Nee, ze werken alleen tijdens bepaalde leeftijdsfases
Slide 17 - Quizvraag
Welke stoffen worden gemaakt in de Eilandjes van Langerhans die de bloedsuikerspiegel regelen?
A
Glycogeen en glucagon
B
Insuline en glycogeen
C
Insuline en glucagon
D
Insuline en glucose
Slide 18 - Quizvraag
Welke van onderstaande hormoonklieren maakt een groeihormoon dat de groei van beenderen van het skelet regelt?
A
hypofyse
B
schildklier
C
bijnier
D
eilandjes van Langerhans
Slide 19 - Quizvraag
Waar wordt groeihormoon geproduceerd?
A
In de bijnieren
B
In de alvleesklier
C
In de hypothalamus
D
In de hypofyse
Slide 20 - Quizvraag
Welk hormoon is verantwoordelijk voor het verhoogde glucosegehalte?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Adrenaline
D
Thyroxine
Slide 21 - Quizvraag
Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren
Slide 22 - Quizvraag
Welk hormoon wordt bij een diabetespatiënt onvoldoende geproduceerd?
A
Adrenaline
B
glucagon
C
insuline
D
schildklierhormoon.
Slide 23 - Quizvraag
Een leerling krijgt tijdens het houden van een presentatie voor de klas een rode kleur. Zijn hartslag en ademhaling zijn versneld. Bij meting zou blijken dat bovendien het glucosegehalte van het bloed is gestegen. Al deze effecten worden veroorzaakt door hetzelfde hormoon. Welk hormoon veroorzaakt deze effecten.
A
adrenaline
B
glucagon
C
insuline
D
schildklierhormoon
Slide 24 - Quizvraag
Organen die hormonen maken
Vervoert hormonen
Stoffen die berichten doorgeven aan organen
Een belangrijke hormoonklier
Hormoonklieren
Bloed
Hormonen
Hypofyse
Slide 25 - Sleepvraag
Cellen in de alvleesklier
die insuline & glucagon maken
Stoffen in het bloed die de werking van bepaalde organen regelen
Hormoon dat in de
bijnieren wordt gemaakt
Klieren die adrenaline maken
Orgaanstelsel in het lichaam dat uit een aantal hormoonklieren bestaat